De eekhoorn kan in veel middeleeuwse teksten geïnterpreteerd worden als eufemisme voor de geslachtsdelen. In de fabliau de l' escuirel vraagt een maagd bij het zien van een mannelijk geslachtsdeel wat dat wel mag zijn, waarop de eigenaar antwoordt: een eekhoorn. Het meisje vraagt of ze de eekhoorn mag vasthouden. Het seksueel verlangen wordt hier eufemistisch uitgedrukt. Op de afbeelding staat een monnik met spinrok in de nabijheid van een eekhoorn.
Bron: Rik van Daele ' Die burse al sonder naet. Scabreuze elementen in van den vos Reynaerde '