Zilveren Toren - ronde 2
Ronde 2 begon met wat geharrewar. De elektronische klokken bezorgden ons wat troubles en de batterijen lieten ons in de steek. Althans de batterijen van de klok van eerste bord Willy. Toen dat uitgeklaard was, kon er geschaakt worden.
Willy zette de partij stevig op. Zijn tegenstander verdedigde iets te fervent waardoor hij vrij makkelijk het initiatief nam. Na een simpele paardvork won hij een toren. De tegenstander kon nog tegenspartelen, maar moest zich in zijn lot schikken.
Ook Luc boekte al snel materiaalwinst. In het middenspel creëerde hij voldoende complicaties waarin hij zich op z'n gemak voelde en de tegenstander wat minder. Uiteindelijk was de moeilijkste fase van de partij om pat te vermijden toen hij twee lopers extra had.
Stefan's opening ging volledig de mist in. Stefan wou geen Ke8-d8 spelen (wat waarschijnlijk wel goed was) om een paard op c7 te beletten, rokeerde en offerde een pion. Het bleek allemaal niet zo goed, en toen de toestand stabiliseerde, was het witte voordeel overduidelijk. Compliceren van het spel, was een mes dat aan twee kanten sneed, en opgave was het gevolg.
Hendrik kreeg een theoretische variant van de Caro-Kann hoofdvariant voorgeschoteld, waarbij zwart na afruil van de witveldige lopers zijn dame op a6 posteerde. Het zag er wat vreemd uit, maar blijkbaar nieuwste ontwikkeling van de theorie. Hendrik koos -gelukkig, zoals hij het zelf stelde- niet de kritieke voortzetting maar kon het evenwicht houden. Hij kwam wel in geweldige tijdnood (nog twintigtal zetten in zes minuten te doen). De tegenstander speelde op zijn tijdnood. Maar het enige resultaat was het ontstaan van een eindspel van paard tegen slechte loper. Dat is een kolfje naar Hendrik's hand.
In de stand staan we nu tweedes na Noorderwijk.
|