Die zaterdag zou de meest kostbare
worden van mijn leven. Tom had enkele holebi-films en enkele andere goede films
gehuurd. We nestelden ons op de zetel. Tom had er op een slinkse wijze voor
gezorgd dat Emma en ik naast elkaar zaten.
We begonnen de avond met Imagine
you and me, een romantische holebi-film. Hij had het niet beter kunnen kiezen.
Op een gegeven moment zetten Emma haar glas terug op tafel en ik voelde dat
haar hand vlak naast de mijne lag .Haar vingers raakte de mijne. Even leek het
erop dat mijn hart stopt met slaan, mijn adem stokte en ik rilde even. Ik was
te bang om naar haar te kijken. Mijn rug begon pijn te doen omdat ik al een
tijdje in dezelfde houding zat en ik zette me recht.
Alsof Tom wist wat er gaande was,
ging hij discreet even weg. Zogezegd naar de WC, maar daar geloof ik niet meer
zoveel van.
Haar hand lag nog steeds naast de
mijne. Ik zorgde ervoor dat onze vingers elkaar bleven raken. Tot nu toe trok
ze niet weg. Heel traag verlegde ik mijn hand op de hare en keek haar in de
ogen. Ze trok haar hand niet weg. De glimlach op haar lippen vertelde me dat
het ok was. Ze legde haar andere hand tegen mijn kin en trok me zachtjes
dichter naar zich toe. Ze kuste me. Haar kus was zo zacht en teder. Zo vol
liefde en verlangen. Toen onze lippen elkaar losten kroop ik dichter tegen haar
en voelde me zo gelukkig.
Heb jij enige idee hoe lang ik al
naar je verlangde? wilde ze weten.
Dus Tom kon zijn mond niet
houden? zei ik speels
Ik had William al gezegd dat ik
mem aangetrokken voelde tot je. Maar je had een vriend en dat vond ik zo
spijtig. En toen Tom me vertelde dat het gedaan was tussen jullie, hoopte ik
dat dit al zou gebeuren. Maar ik zou nooit deze stap gezet hebben als Tom niets
gezegd had, dus eigenlijk was het een goed idee van hem om even uit de biecht
te klappen legde ze uit
Ik glimlacht naar haar en Tom kwam
terug binnen. Hij zag ons daar zitten en knipoogde naar ons. Hij was werkelijk
een goede vriend en een rasecht schatje.
Het duurde niet lang vooraleer ik
mijn ouders iets moest zeggen. Ze zijn ook niet dom. En ze ontdekten dat
William en ik uit elkaar gegaan waren. Wat overigens niet moeilijk was. Normaal
gezien kwam hij dagelijks even langs en nu niet meer. Dus er moest iets mis
zijn.
Mama wilde weten waarom: Je leek
zo gelukkig met William. Waarom zijn jullie uit elkaar gegaan?
Mama, jij en papa hebben altijd
gezegd dat het niet uitmaakte met wie we naar huis kwamen, zolang we maar
gelukkig zijn. En toch aarzelde ik. Wat als ze me toch afwijzen. Wat als ze
dat niet echt meenden? Maar ze zouden het toch te weten komen, en het zou beter
zijn als ik het was die het hen vertelde. mama, ik ik kan haar niet in de
ogen kijken. Plots werd de spanning me teveel en begon ik te huilen.
Mama nam me vast en troostte me:
Liefje wat scheelt er toch?
mama, ik ben verliefd op een
meisje en blijkbaar is zij verliefd op mij.
Maar schatje toch, is dat de
reden van je verdriet? Je zou blij moeten zijn.
Op dat moment stapte papa binnen.
Hij kwam net thuis van zijn werk.
Oei, stoor ik? vroeg hij toen
hij duidelijk zag dat ik had gehuild.
Mama nam het woord: Ik denk dat
je dochter je iets wilt vertellen
Als mama zo begrijpend was en me
steunde, dan zou papa dat ongetwijfeld ook doen. Ik zou het erop wagen.
Trouwens als papa er anders over dacht, zou mama me het hem niet zo direct
laten vertellen. Ze zou het dan zachter aanbrengen, zoals het tijdstip dat we
moeten thuiskomen van een feestje. Dan was ook zij diegene die ervoor zorgde
dat we langer weg mochten blijven door papa te bewerken.
Ach ik waag het erop: papa ik ben
lesbisch
Papa zei niets en keek naar me. Ik
begon me ongemakkelijk te voelen bij zijn stilte.
Is dat de reden dat William en
jij uit elkaar gegaan zijn? doorbrak hij die enkele seconden van stilte.
Ja Meer kon ik niet zeggen.
Heb je een vriendin? Wilde hij
weten.
Ja papa, maar niet terwijl ik met
William samen was. Ik zweer het. Ik heb hem nooit bedrogen
Maar meisje toch, je hoeft jezelf
toch niet zo te verdedigen. Waarom breng je haar niet eens een keertje mee naar
hier. Dan kunnen we haar leren kennen.
En dat terwijl ik dacht dat hij er
en drama ging van maken. Ik realiseerde me dat ik geluk had met ouders zoals de
mijne. Zo tolerant, open en begrijpend.
Dus je
had veel steun van je ouders? vatte John samen.
Ja, ik
vond het geweldig dat ze me zo steunden. Voor hetzelfde geld hadden ze moeilijk
gedaan. En ik haat het trouwens om tegen hen te liegen. Trouwens vreemd genoeg
ga ik liever met serieuze problemen naar mijn ouders dan naar mijn vrienden. Ze
geven me toch altijd betere informatie. Vertel ik hem.
Hebben
je ouders je ook geholpen met de problemen rond William? vraagt John me.
Ze
probeerden. Maar zie: William en ik zaten op dezelfde school. Zelfs in dezelfde
klas. Gingen uit in dezelfde buurten. Hem ontwijken was moeilijk, en ik vond
niet dat ik me moest laten doen door hem. Ik heb ook recht op een leven. Ik ging
niet veranderen. Mijn hele leven was daar. Verduidelijkte ik voor hem.
Vertel
me eens, wat deed William om het je zo moeilijk te maken? En neem je tijd. Ik
weet dat het moeilijk is voor je
9.
Tegen maandagochtend had William
tegen iedereen gezegd dat ik lesbisch was. Lesbisch is een eufemisme, zijn
exacte woorden waren: een vuile pot Ik voelde iedereens ogen naar me
priemen. Iedereen keek en wees naar me. Overal gefluisterd. Vreselijk!
Ik kon het niet meer aan en liep
naar de wcs. Ik sloot me er op en hoopte op een beetje rust. Met het deksel
dicht, mijn rug tegen de muur, benen opgetrokken tegen de andere kant van het
hokje, bleef ik zo stil mogelijk zitten. Een paar van mijn vriendinnen moeten
me gezien hebben en waren me gevolgd. Ik hoorden hun stemmen en voelde me
verward. Dit waren mijn vrienden, maar zouden ze mijn vrienden blijven? Wat
moest ik doen?
Ze klopten op de deur van het
wc-hokje waar ik me zo moedig had verschanst: Hazel, zit je hier?
Ik zei niets. Stel dat ze me
kwamen pesten, stel dat ik geen vrienden meer had. Enkel Tom en Emma. Je weet
immers nooit hoe mensen gaan reageren als ze horen dat iemand homo ofzo is. Er
werd op school al vaak genoeg gelachen met dit onderwerp. En nu was ik dit
onderwerp. Er wordt altijd gezegd dat je op momenten zoals deze je echte
vrienden leert kennen. Maar ik ben niet klaar voor de eventuele teleurstelling
van er geen te hebben. Het doet altijd pijn om een vriend te verliezen, zelfs
als het achteraf niet zon goede vriend blijkt te zijn.
Hazel, we weten dat je hierin
zit. Alle andere wcs zijn leeg. En deze is op slot, maar er zijn geen voeten
zichtbaar. Hoorde ik Pats concluderen.
Ik werd bang en verdedigde mezelf:
Als jullie gekomen zijn om me ook wat uit te schelden, ga dan terug weg. Alsjeblieft.
Hazel, hoe kun je in godsnaam dat
van ons denken? Ik herkende Petras stem.
Is het waar dat je lesbisch bent?
William heeft het tegen zowat de hele school ofzo gezegd. Vroeg Clair me
onbeschaamd.
Ja het is waar. En als jullie me
niet meer in jullie buurt willen hebben, dan begrijp ik dat.
Hazel doe die deur NU open. Je
weet dat we hier toch blijven staan tot je naar buiten komt. En wij zijn met
meer dus kunnen wij in ploegen hier wachten. Uiteindelijk ga je honger krijgen.
En als je alles wat in je rugzak al hebt opgegeten, dan kom je wel. Of je komt
nu onmiddellijk en stopt met die onzin. Maakte Petra me duidelijk.
Ik ken die grieten nu al zo lang
en ik wist dat ze het meenden. Ze zouden inderdaad blijven wachten tot ik naar
buiten kwam. Ik zou er meteen korte pijn van maken. Ik stond recht en opende de
deur en zag mijn vriendinnen staan. Ik voelde de tranen achter mijn ogen
branden.
Petra omhelsde me stelde me
gerust: Lieverd, het maakt ons niet uit dat je lesbisch bent. Je bent nog steeds
Hazel.
Daarop volgde een groepsknuffel.
We lieten elkaar los toen de schoolbel ging. We namen onze boeken en spurtte
naar de klas. Te laat komen was een beetje riskant aangezien ik al twee
opmerkingen had en liever niet naar de strafstudie ging. De meeste leerlingen
zaten al in de klas. Toen we alle vier binnen kwamen, draaiden alle hoofden
zich naar ons. Ik voelde hun ogen op mijn huid branden. Even leek het op een
boetedoening van iemand die aan de schandpaal genageld werd.
Laat ze doen Suste Pats me.
We gingen achteraan in de klas
zitten. Daar zaten we altijd als we economie hadden. Dan kon ik tenminste even
weg van William. We zette ons neer en begonnen te kletsen. Ons niets
aantrekkend dat de les eigenlijk al begonnen was. Mijn vriendinnen begonnen met
de ondervraging.
Heb je een vriendin?
Ja!
Ok, wat is haar naam, hoe oud is
ze, waar heb je haar leren kennen, wat studeert ze of werkt ze al, en wat trok
je zo aan in haar? Typisch Petra, zon spervuur van vragen afvuren en dan
hopen dat je ze allemaal beantwoord.
Ik probeerde haar van antwoord te
dienen: ze heet Emma, is zeventien jaar, ze volgt Latijn-wiskunde in het
vijfde op Onze-Lieve-Vrouw, en ik heb haar leren kennen aan Tom zijn deur.
vertel verder moedigde Clair me
nieuwsgierig aan.
We raakten aan de praat en
leerden elkaar beter kennen en het klikte. En weet je, al die dingen die jullie
me vertelde over verliefd zijn? Die voelde ik bij haar. Zo zalig! En ik moest
toegeven dat ik verliefd was op haar. En vreemd genoeg zat zij met hetzelfde in
haar hoofd. Vertelde ik hen honderduit.
En wat heb je gedaan met William?
Hij is enorm nijdig op jou. Wilde pats weten.
Die heb ik vrijdag de waarheid
verteld. Ik heb hem wel niets gezegd over Emma. Maar hij liep weg. Ik heb hem
dan maar een brief geschreven om alles uit te leggen.
Neem haar vrijdag mee, dan gaan
we eens lekker samen uit. Want das alweer een hele tijd geleden. Verplichte
Petra me.
Ik zal zien dat ze kan
Een stem van vooraan in de klas
klonk luid en streng: De dames vinden het toch niet storend dat ik ondertussen
les geef? Misschien als jullie eens zouden opletten, dan zouden jullie
begrijpen waarover dit allemaal gaat.
Met Scheers kon je beter niet
sollen en we zwegen. Er was tijd genoeg om tijdens de pauze verder te kletsen
zonder dat we in de problemen kwamen.
Tijdens de les moest ik er vaak
aan denken dat ik buiten zalige ouders ook nog eens geweldige vriendinnen had.
10.
Buiten
was het al vrij donker geworden. Het lijkt me dan ook vrij duidelijk dat we voor
vandaag al genoeg gedaan hebben. En John weet het ook: De directie gaat het
niet appreciëren als ik je hier nog langer houdt. We zullen morgen verdergaan
met waar we nu stopten. Ik knik en wens hem een goede nacht toe. Verrast kijkt
hij even naar mij. En wenst me dan hetzelfde toe. Terwijl ik naar buiten geleid
word, verzameld hij zijn spullen bij elkaar en steekt ze weg.
De
kantine is weer luid zoals altijd. Ik raak maar niet gewend aan dit leventje.
Ik wil mijn vrijheid terug. Dit alles is niet mijn fout. Ja, ik maak soms
slechte beslissingen, en ja ik doe domme dingen. Maar dit is ook niet eerlijk.
Ik ga
zitten aan een tafel en eet mijn boterhammen. En weerom smaakt het me niet.
Ik maak
me zorgen. Ik ben hier nu al twee weken en ik voel me nog steeds bedreigd. Nog
steeds ben ik bang. Ergens ben ik blij dat ze mijn zaak zo snel al kunnen
behandelen. Misschien omdat ze ergens wel weten dat ik onschuldig ben. Ik
vermoed dat de enige reden dat ik hier zit is omdat Williams vader schepen is
bij de stad.
Na het
eten, mogen we gaan douchen. Ik heb het altijd al gehaat om met andere mensen
te moeten douchen, maar ik vrees dat ik het zal moeten ondergaan. Of anders
niet douchen. En alle andere vrouwen zijn ook naakt. Dus ik moet niet zeuren.
Vreemd
genoeg voel ik me iets beter na het douchen, een beetje meer opgelucht. Het
hete water heeft mijn spieren een beetje doen ontspannen. En ik voel me moe.
Uitgeput. Het slapen zal toch weer moeilijk verlopen. Duizende gedachten gaan
eer door mijn hoofd spoken en als ik dan toch eindelijk in slaap val, dan maken
nachtmerries me wel wakker. En dan lig ik er weer de hele nacht. Te denken aan
haar. Aan Emma. God, ik mis haar.
Aaah,
gewekt door een fel licht en het zoemen van de TL-lampen in de gang. Ik vermoed
dat het hun manier is om ons te breken, om ons compleet krankzinnig te maken.
Waarschijnlijk denken ze dat de schuldigen hier dan zullen bekennen. Ik heb
inderdaad amper geslapen en heb een gigantisch ochtendhumeur. Mezelf uit bed
slepend, stoot ik mijn teen en vloek. Naast het andere bed staat luna te
lachen. Mijn ochtendhumeur verlicht die van haar.
uiteindelijk
wen je er wel aan troost ze me.
Hoe? Hoe
kun je in godsnaam wennen aan zo te moeten wakker worden? vroeg ik me luidop
af.
Kleed je
maar snel aan of de kantine zit vol en dan krijg je wee restjes. Probeert ze
zodat ik me snel zou klaar maken. En ik luister braaf naar haar. Ze heeft
gelijk. De onderste broodjes zijn altijd helemaal platgedrukt.
Na het
ontbijt heb ik een afspraak met John. Ik blijf wat rondhangen in de
recreatieruimte tot hij komt. Ik sta voor het raam en denk aan Emma.
Voornamelijk aan die eerste kus. En deze herinnering blijft nog even hangen.
Na een
kwartiertje ga ik ervan uit dat John niet meer komt. Misschien is er iets
gebeurt met een ander cliënt van hem. Maar ik zou wel graag wat afleiding
willen of ik ga hier echt onderdoor gaan. Aan de cipier vraag ik of ik
eventueel nog naar de sporthal mag.
Heb jij
geen afspraak met Mr. Klein? vraagt hij me bezorgd.
Mr.
Klein? vraag ik verwonderd. Ik weet echt niet wie dat is.
De cipier
moet lachen: John?
ah, ja
normaal gezien wel, maar hij is al vrij laat en ik begin me eigenlijk te
vervelen. Hierbij kijk ik haar zo smekend mogelijk aan.
In orde,
ik zal ervoor zorgen dat je naar de sporthal kunt. Moest John nog komen
opdagen, dan zullen we je komen halen.
Bedank
Zeg ik opgelucht.
En ik
word naar de sporthal gebracht door een ander cipier.
Ik wist
dat sporten goed voor je was. Maar nu heb ik een eerder extatisch gevoel. Even
was ik erin geslaagd om nergens meer aan te denken, behalve aan winnen.
Helemaal buiten adem en bezweet, neem ik een pauze. Sporten kan je inderdaad
een heel nieuwe kijk op de dingen geven. Je focust je even niet op je
problemen, maar op iets anders. Je raakt al die overbodige energie in je lijf
even kwijt en bent nadien veel rustiger. Nu weet ik waarom er in veel
gevangenissen sporthallen zijn.
Ik lag
net even uit te rusten aan de rand van het sportveld als een cipier me nadert
en me verteld dat John gearriveerd is. Met een handdoek veeg ik snel het zweet
van mijn gezicht weg, neem een gulzige slok water en volg de cipier naar John.
11.
Het
spijt me dat ik zo laat ben. Verontschuldigd John zich: je weet vast wel hoe
druk het verkeer kan zijn.
Geeft
niets aanvaard ik zijn verontschuldiging: Ik heb me zalig geamuseerd.
Hier?
Hoe kun je je hier amuseren? vraagt hij verwonderd.
ja,
hier. In de sporthal. Voor een seconde kon ik alles vergeten. Zeg ik terwijl
ik ga zitten. John neemt zijn papieren en zet de dictafoon klaar.
Is het
goed dat we ineens begonnen? vraagt hij me.
Ik knik.
we waren
bij je vrienden gebleven. Je had net je coming-out bij hen gedaan. Vat hij
even kort samen.
euhm,
ja, dat klopt
Mijn vrienden hadden van mijn
geaardheid nooit een probleem gemaakt. En ze vonden Emma een geweldig leuke
griet. Na en weekje tandenbijten en de starende blikken van medeleerlingen te
trotseren was ik blij dat we vrijdag even weg gingen. Ondanks mijn zeer
geforceerde coming-out had ik er wel zin in. In het begin was ik bang dat mijn
vriendinnen Emma niet zo leuk zouden vinden. Maar Petra begon spontaan een
gesprek met Emma.
Meid, je gaat nog afzien met
Hazel. Ze is niet zon gemakkelijk persoon. Waarschuwde Petra,Emma speels.
Kijk wie er spreekt! Diende ik
haar van antwoord.
Ik denk dat ik haar wel aankan.
Verzekerde Emma Petra. En ze gaf me een kus.
Pat fluisterde in mijn oor: Ze is
echt aardig. Hou haar maar.
We raakten in een vrij geanimeerd
gesprek. En ik was blij dat ik mijn vrienden nog eens na schooltijd zag zonder
dat William erbij was. Op een gegeven moment ging het gesprek even over
William.
Ik hoop dat hij een beetje
kalmeert. Hij heeft de hele roddels over je verspreid. Begon Clair.
Pats voegde eraan toe: Met zijn
kinderacht gedrag. Waarom worden jongens zo laat pas volwassen?
Was hij zo erg? vroeg Emma
bezorgd: Waarom heb je er mij niets van gezegd?
Ik wilde je niet bezorgd maken
Trouwens hij weet niets over jou. Ik was bang om hem te vertellen dat ik
verliefd was op jou.Legde ik uit.
Waarschijnlijk was dat een goede
beslissing. Hij zou haar toch alleen maar gepest hebben Dacht Petra luidop.
En als je van de duivel spreekt
zie je zijn staart: William wandelde binnen met enkele van zijn vrienden. Hij
zag ons zitten en zei luid genoeg voor de rest van het café: Niet komen klagen
als ze aan je lijf zit hé. Je was gewaarschuwd!
negeer hem zei Clair
vastbesloten.
Hey, ik laat mijn vriendin niet
zomaar beledigen besloot Emma en ze wilde rechtstaan.
Pat en ik trokken haar terug nar
beneden.
Laat hem, dat is veel
gemakkelijker. Door erop te reageren maak je het alleen maar erger en kom je in
problemen. Die jongen mankeert echt iets. Hij zal alles op jou afreageren.
Probeerde Clair haar te overtuigen.
Verwonderd vroeg Emma me: Wat zag
je in die kerel? Je blijft toch niet bij iemand die je behandeld als een stuk
vuil?
Hij was niet altijd zo. Eigenlijk
was hij ontzettend lief en geduldig.Ik
geef toe dat hij altijd wel een beetje bezitterig was, maar hij was nooit zo
gemeen legde ik haar uit.
Pats hypothese luidde: Misschien
is dit zijn manier om met jullie breuk om te gaan? Waarschijnlijk maakt hij nu
even een moeilijke tijd mee. Dit zal wel overwaaien.
Dan nog is zijn gedrag behoorlijk
kinderachtig. Vond Clair.
Hij zal wel stoppen met dit
kinderachtig gedrag hoopte Petra.
De rest van de avond verliep
zonder problemen met William. Hij wist dat als hij het te ver zou drijven, hij
buiten vloog.
Maar het pesten zelf stopte niet.
Het leek er zelfs op dat het erger werd.
Op school hebben we lo ckertjes om
onze boeken enzo in te steken. Maandag, na ons avondje uit, had ik een boek uit
mijn lockertje nodig, daar aangekomen, zag ik zijn nieuwste wansmakelijke grap.
Er hing een pornofoto die niets aan de verbeelding overliet aan mijn lockertje.
Onder de foto hing de tekst: om jezelf eens goed te bevredigen. Hoe obsceen kon
hij zijn? Wat was hier de bedoeling van? Ik verwijderde de foto snel van mijn
lockertje. Net toen ik de foto wilde weggooien, kwam Petra eraan. Ze zag
natuurlijk dat ik wat bleker zag en ik legde haar uit wat er scheelde. Ze vond
het beter dat ik alles wat hij deed zou bewaren of zeker aan iemand zou melden.
Moest het de spuitgaten uitlopen, dan has ik tenminste bewijsmateriaal dat ik niet
aan het overdrijven was.
Heb je
al dat bewijsmateriaal nog? onderbreekt John me.
ja
natuurlijk, het ligt thuis onder mijn bed, in een grote schoendoos. Vertel ik
hem.
John
denkt even na: Mag ik die dingen gaan ophalen? IK beloof je dat ik er niets van
zal kwijtspelen of stukmaken. En ik beloof dat ik nergens anders dan onder je
bed zal kijken.
Ondanks
zijn knipoog, moet ik toch even twijfelen.
John
merkt het en voegt eraan toe: Bel anders je vader even, dan kan hij noteren
wat ik meeneem.
Niet dat
dit me over de streep trekt, maar wat wel doorslaggevend is, is dat ik hem
vertrouw. Ik heb hem al een heleboel vertrouwelijke dingen gezegd.
Ja; doe
maar. Maar waarom? Is dat niet iets voor mijn advocaat?vraag ik hem.
Je hebt
gelijk. Maar je leek zo moeilijk bereikbaar, zo afwezig. Dus heb ik het een
beetje op mij genomen om je te helpen. Vind je het erg? Ik geef de nodige
informatie door aan je verdediging. Legt John even uit.
Hij had
gelijk. Ik was er niet altijd even goed bij.
12.
Weet je wat één van de meest
verschrikkelijke dingen is die je kunnen overkomen? In een klaslokaal zitten,
weten dat iedereen aan het roddelen is over jou. Weten dat als je over de
speelplaats loopt, alle blikken op jou gericht zijn. Iedereen die weet dat je
lesbisch bent, en je daar ook op afrekent. Horror! Normale mensen reageren niet
zo slecht op een coming-out. Maar Williams geroddel zorgde ervoor dat mensen
me aankeken alsof ik een monster was. Sommige meden me, ik had toch geen
besmettelijke ziekte? Gelukkig dat ik mijn vrienden nog had. En mijn ouders.
De dag na het incident met die
pornografische foto, had William aan enkele van zijn vrienden verteld dat ik
voordurend naar porno wilde kijken. Voor jongens kon dat misschien wel stoer
zijn, maar ondanks de gelijkheid tussen man en vrouw is het voor meisjes nog
steeds vernederend als mensen weten dat je naar porno kijkt. Je krijgt dan het
stigma van slet. En moest het waar zijn, dan zou ik het me niet zo hard
aantrekken, maar ik had nog nooit een pornofilm gezien.
Tijdens Nederlands gingen we een
film zien. We zaten allemaal rond het scherm en de leraar, Van Peel, altijd
klaar voor inbreng van leerlingen, zorgde ervoor dat de apparatuur correct
aangesloten was. Voor hij de film kon opstarten riep William naar hem: Meneer,
Hazel wist me net te vertellen dat zij een veel interessantere film bij zich
heeft.Kunnen we die niet zien?
Waarover heb je het? Siste ik hem
toe. Ik wist het echt niet. Over welke film had hij het?
Ik heb net iets in je rugzak
laten vallen. Probeer je hier maar eens uit te praten. Fluisterde hij met een
gemene lach. Ze heeft hem net terug weggestoken in haar rugzak. Zei hij tegen
Van Peel.
Wel Hazel, laat je film eens
zien. Misschien is die echt wel de moeite. Zei Van Peel.
Ik kon niet anders dan mijn rugzak
te nemen en te kijken wat er in zat. Tussen mijn boek Engels en biologie zat
een DVD geperst. Met een naar gevoel in mijn buik plukt ik die eruit. Beffie
the Vampire Layer, goed gevonden, een originele persiflage op Buffy the
Vampire Slayer, maar het bleef toch goor.
Geef die DVD maar eens hier
eiste Van Peel.
Met bevende handen gaf ik hem die
DVD. Ik begon me meteen te verontschuldigen: Meneer, die film is niet van mij,
ik heb die nog nooit eerder gezien.
Van peel bekeek de film en keek
daarna naar mij. Zijn blik zei genoeg: hij was behoorlijk boos. En wat deed
die dan in jou rugzak? Vroeg hij dreigend.
Waarom vraagt U dat niet aan
William, meneer? Hij schijnt er toch meer over te weten? Diende ik hem van
antwoord.
Dit maakte hem alleen nog bozer:
Niet alleen neem je dit soort vuiligheid mee naar school, je probeert het ook
nog eens in een anders zijn schoenen te schuiven? Behoorlijk laf. Ga
onmiddellijk naar de directeur! riep hij luid door de klas.
Petra kwam ertussen en riep terug
naar Van Peel: Dat kun je toch niet menen?
En ga jij maar mee. Klonk het
bits uit Van Peel.
De rest van de klas zat muisstil
en wachtte ongeduldig af hoe dit zou aflopen.
Ik stond samen met Petra recht en
ging naar de deur. Achter ons hoorde we Van Peel briezen: En waar denken
jullie twee dat jullie naar toe gaan?
Even dacht ik dat ik gek werd. We
moesten toch naar de directeur. Ik draaide me om en wilde iets zeggen. Maar
achter ons waren Clair en Pats opgestaan en ze volgden ons.
Wij? Wij aan mee naar de
directeur. Echt veel zin om hier te zitten heb ik niet. Het stinkt hier een
beetje te hard. Verklaarde Pats. Snel voor er nog iets gezegd kon worden
waardoor we Van Peel nog bozer zouden maken liepen we weg.
Onderweg waren we aan het nadenken
of we nu het best naar de directeur zouden gaan, of gewoon wat rondhangen op de
speelplaats.
ik vermoed dat we het best naar
de directeur gaan en ons indekken. Hielp ik.
mja, je zult wel gelijk hebben
beaamde Clair.
Ik was nog nooit eerder
buitengevlogen en vroeg me af wat de directeur hiervan zou vinden.
Met een beetje een bang hart
gingen we naar het secretariaat om te melden dat we bij de directeur moesten
komen. Daar keken ze vreemd op. Om te beginnen waren we met zn vieren, en we
stonden nu niet bekend als moeilijke leerlingen. Maar goed de directeur had wel
een momentje voor ons.
Wat komen jullie doen? Vroeg de
directeur.
We zijn uit de klas gegooid Zei
Petra terwijl ze haar schouders op trok.
Dat zie ik, en met welke reden?
Wilde hij weten.
Ik nam het woord en vertelde hem
wat er gebeurt was in de klas. Dat William een pornofilm in mijn rugzak
gestoken had. Dat hij ervoor gezorgd had dat iedereen wist dat die film uit
mijn rugzak kwam en dat Van Peel daarover ontzettend boos geworden was. Maar
dat ik echt niets van die film afwist.
Dat klinkt best aannemelijk, maar
waarom zou William zoiets doen? Jullie waren toch een koppel? overpeinsde de
directeur.
Inderdaad, waren, nu niet meer.
En hij schijnt het er ontzettend moeilijk mee te hebben. Trad ik hem bij.
Ga zodadelijk terug naar de klas
en zeg dat ik William wil spreken. Zei hij.
Meneer, zou U dit kunnen
opschrijven en handtekenen? vroeg Petra.
natuurlijk, maar waarom? wild hij weten.
Op die manier kunnen we een
inventaris bijhouden over zijn pesterijen, moest het erger worden, dan hebben
we tenminste bewijzen. Legde ze uit.
Verrast keek de directeur op. Wat
Petra vroeg was inderdaad zeer verstandig en vooruitziend. Dat had hij
blijkbaar niet direct van haar verwacht.
Ik geloof niet dat het zo ernstig
zal worden. Maar als het belangrijk is voor jou dan zal ik het opschrijven
suste de directeur ons.
Opgelucht verlieten we zijn bureau
en liepen terug naar de klas. Even speelden we met de gedachte om te wachten
tot het lesuur gedaan was. Echt lang zou dat niet duren. Nog zon 10 minuten.
Toch besloten we om binnen te gaan. Om te tonen dat we niet gestraft waren en
zodat de hele klas kon horen dat William naar de directeur moest komen.
Na geklopt te hebben op de deur
vielen we binnen. De hele klas was naar de film aan het kijken. Van Peel stond
op,liep naar ons en vroeg nors: En wat
zei de directeur?
Dat William onmiddellijk moest
komen Zei Pats op droge toon.
Van Peel draaide zich om: William
naar de directeur!
Dames van jullie geen woord tot
na de les en jullie blijven even na, begrepen! commandeerde hij ons.
Gedwee gingen we zitten. We konden
beter even braaf zijn. Na de les zouden we onze zeg wel eens doen. William liep
voorbij mij en grijnsde. Ik rilde even van angst. Ik was echt bang van hem aan
het worden. Hij was in niets die jongen die ik gekend had.
De les liep ten einde en de klas
liep leeg. Vreemd toch dat klaslokalen altijd veel trager vollopen dan
leeglopen. Petra, Pats, Clair en ik bleven wijselijk zitten. Van Peel keek ons
aan en even dachten we dat er nog een uitbrander zou volgen.
Dames, ik wil me excuseren bij
jullie. Begon hij. We keken elkaar aan. Geen uitbrander maar een
verontschuldiging. Ik heb overgereageerd, en dat had ik niet mogen doen.
Verontschuldigde hij zich.
Waarom werd U eigenlijk zo boos
meneer? vroeg Clair bezorgd.
We hadden niet echt op een
antwoord gehoopt, maar Van Peel schatte ons blijkbaar hoog genoeg in om ons uit
te leggen waarom hij een probleem had met pornofilms. Hij vertelde ons dat zijn
nichtje af en toe meespeelde in zon films en dat ze op straat herkent was door
enkele jongens. Ze hadden haar meegesleept naar een portaal en haar daar
verkracht. . En dat, sinds hij dit wist, hij het moeilijk vond om te aanvaarden
dat sommige meisjes me plezier meewerkten aan die films.
Verbaast over zoveel eerlijkheid
en openheid vertelden we hem dat zijn reactie nu beter konden plaatsen. Van
Peel zei ook dat hij ons eigenlijk wel geloofde, dat William die film in mijn
zak had gestoken, maar dat hij in eerste instantie zo boos was en pas toen we
buiten waren had nagedacht. En hij zei ook dat dingen die tussen leerlingen
gebeuren, echt wel de leraars ook bereiken. Natuurlijk hadden ze de roddels
gehoord. En Van Peel wenste me nog veel succes met mijn nieuwe relatie en
hoopte dat ik me nooit meer zou moeten verstoppen. We hadden echt een goede
babbel gehad. En natuurlijk zouden we nooit doorvertellen wat er gezegd was.
Daar hadden we teveel respect voor.
We gingen naar buiten om nog even
te genieten van een paar minuten pauze voor we ons weer naar een klaslokaal
moesten begeven en 50 minuten moesten luisteren. Op de speelplaats aangekomen,
zagen we William net buiten het bureau van de directeur komen. Hij passeerde
ons en siste ons toe: Als ik ooit nog eens gestraft wordt omwille van jou, dan
zul jij pas iets meemaken, vuile teef
13.
Nog iets dat William deed om me te
pesten was een spreekbeurt geven over lesbianisme. Ja, zelfs in het vijfde
middelbaar moesten we nog spreekbeurten geven. Je geeft in het begin van het
jaar een onderwerp op en dan kreeg je na een maand of twee een halfuurtje
tijdens Engels om je onderwerp uitgebreid te verwoorden. Vandaag was het dus
aan William. Ik wist dat hij als onderwerp:Alternatieven voor kernenergie had
gekozen. Ingefluisterd door mij omdat hij geen idee had waarover hij het zou
moeten hebben. Ik had hem zelfs nog geholpen.
Maar niemand wist dat hij zijn
spreekbeurt van onderwerp had veranderd. Ik hoor nog steeds zijn woorden; Lesbians cant get
aman, thats why they fall in love with
other women. All dykes have got penis envy. The only thing they need is a
really good En toen legde de leraar hem het zwijgen op.
Have you
got anything usefull to say, or is this your way to get back at Hazel? vroeg
hij.
William vloog buiten en mocht de
directeur nog eens met een bezoekje vereren. Nadat William de klas uit was,
zorgde hij ervoor dat de klas rustig werd. Het was aangenaam om te weten dat de
leerkrachten dit niet lieten gebeuren.
Wat mij het meeste pijn deed was,
dat de jongen die ik eens zo graag zag, nu zon haatcampagne tegen mij was
begonnen. Dit was toch niet langer normaal. Andere jongens reageerden niet op
deze manier als ze gedumpt worden.
Gelukkig dat het niet altijd zon
dramatische pesterijen waren. Het waren
de meer sluwe pesterijen die me het meest kwetsten. Merendeels omdat ze er
altijd waren. Nooit eens een dag zonder en vrijwel nooit met harde bewijzen dat
het William was. Mijn fietsbanden doorgestoken, boeken die verlegd waren zodat
ik ze niet meer vond, me per ongeluk laten vallen als ik voorbij liep, altijd
opmerkingen geven, altijd dat gefluister rond me, me uitlachen,
En zo ging er een maand voorbij.
Naar school gaan werd moeilijker en moeilijker. Ik was zo blij dat mijn
vrienden er ook waren. Dat er altijd wel een paar vriendelijke gezichten waren
waar ik kon op terug vallen als het me teveel werd. Ze bleven achter me staan
en dat terwijl ik ze zo verwaarloosd had tijdens mijn relatie met William. . En
nee, het kwam niet in me op om van school te veranderen. Niet voor William en
zijn kinderachtig gedrag. Ik denk dat ik bleef hopen dat hij wel zou bijdraaien
en ik mijn goede vriend kon terug hebben. Tegen Emma vertelde ik er ook niets
van. Ik wilde haar niet onnodig ongerust maken.
Mijn ouders kwamen een paar keer
naar school om te klagen over Williams gedrag. Natuurlijk hadden ze me zien
huilen als het me na een hele dag pesterijen teveel geworden was. Ze konden er
ook niet bij dat een jongen die altijd zo lief en beleefd had geleken, nu zon
lastpak kon zijn. Bij zijn ouders moesten we ook al niet komen aankloppen. Die
deden net of wij overdreven. En bij de politie zeiden dat we er iets konden
zoeken, hij had nog geen criminele feiten gepleegd.
Twee weken later, zag hij Emma en
ik in de bioscoop. Ze was jarig geweest en ik had haar getrakteerd op een
filmpje. Ik had haar ook een setje oorbellen gegeven. Ze droeg dat bijna altijd
en ik had er een paar gevonden die haar ogen mooi deden uitkomen. ZE was er
geweldig blij mee en had ze direct aangedaan.
We zaten lekker dicht bij elkaar
en genoten van elkaars aanwezigheid. Ik geloof dat je wel kon zien dat er meer
dan vriendschap tussen ons was.
William en enkele van zijn
vrienden waren achter ons komen zitten. Eerst hadden we het niet door. Er zijn
altijd wel een paar irritante mensen in de cinema. Ofwel zitten ze telefoneren,
tegen de zetel voor hen trappen, te smakken, soms zelfs chips en popcorn in het
rond te strooien. Nog irritanter: mensen die praten tijden de film, en soms,
heel soms heb je er die het einde verraden.
Die avond zaten er dus ook zon
irritante mensen achter ons. Het begon met wat getrap tegen onze zetel. We
negeerden en dat probeerden de film een beetje te volgen. Even later regende
het popcorn. Emma kreeg er genoeg van terwijl ze zich omdraaide zei ze: Ik heb
er genoeg van, stop ermee
Achter ons klonk luid gelach en
Emma zat eens zo snel en bleek terug naast me. Niet omkijken, maar ik geloof
dat William achter ons zit waarschuwde ze. Ik weet niet waarom, maar als je
zegt, niet omdraaien, dan heeft de persoon die zich niet mocht omdraaien net
alle moeite om dat niet te doen. En als je je omdraait, dan weet je dat je
waarschijnlijk iets ziet dat je niet wilt zien. En tja, ik kon me niet
bedwingen en draaide me om. Daar zat hij, met een vuile grijns op zijn gezicht.
En van toen af werd het erger. De popcorn werd geledigd over onze hoofden en
werd gevolgd door bekers cola. We besloten om snel weg te gaan. En vluchtten
naar buiten. William en zijn vrienden lachten boertig en luid door de zaal. Eens
buiten merkten we dat we nat waren en plakten. In ons haar zat nog popcorn.
Snel namen we onze fietsen en gingen naar huis. Stel je voor dat William en
zijn vrienden ons naar buiten zouden volgen.
Bij mij thuis aangekomen, stonden
we bij de deur nog wat te praten. Ik wilde me verontschuldigen voor Williams
gedrag: Sorry, voor Williams gedrag. Ik wilde voorkomen dat je er middenin
zou komen te zitten. Maar ik vrees dat het te laat is
Ze legde haar vinger op mijn
lippen en liet me zwijgen. Ik wilde protesteren, maar ze kuste me, zachtjes
maar wel dwingend. Haar hand achter in mijn nek. Na enkele seconden loste ze me
en bewoog ze haar lippen van mijn lippen naar mijn oor: zie ik je morgen?
fluisterde ze.
Natuurlijk zou ze me morgen zien.
Ik had niets liever.
Ze kuste me nogmaals en ging zelf
ook naar huis.
Sinds het bioscoop incidentje zag
William me vaker met Emma. Het leek erop dat hij soms zat te wachten om ons
tegen te komen. En elke keer beledigde hij ons. Één keer ging hij met zijn
vinger over zijn hals, dat gebaar dat je doet als je wilt zeggen dat iemand
eraan gaat. Daarop zijn we naar de politie gestapt om een aangifte te doen.
Petra vond dat we iets moesten doen omdat het onhoudbaar werd. Spijtig genoeg
zeiden ze daar dat ze nog steeds niets konden doen voor ons. Maar dat ze wel
een oogje in het zeil zouden houden. Op zich is dat niet veel, want ze konden
hem toch niet constant in het oog houden?
Ik stop
even met vertellen. Ergens kan ik nog steeds niet geloven dat ik dit alles aan
het vertellen ben. Het lijkt zo onwezenlijk ver. Voor me staat een glas water
en ik neem snel een slokje. Buiten hoor ik de wind met de blaadjes van de bomen
spelen. Joh kucht en ik realiseer me dat hij ook nog in de kamer was. Door mij
terug te moeten inleven in het verleden, vergat ik dat er ook nog het heden
bestaat. Ik richt mijn blik op hem en hij zit blijkbaar al de hele tijd naar
mij te kijken. Het is te laat om nu nog te stoppen met vertellen en ik ga
verder.
Wat doe
ik hier ? Waar zijn mijn eigen kleren ? Dit blauw-grijze uniform
geeft me een vervreemdend gevoel. Wat doe IK eigenlijk op de beklaagdenbank?
De
advocaten drammen maar door. Wij pleiten wettige zelfverdediging.
Over een
halfuurtje zal het voorbij zijn. Dan kan ik terug naar mijn cel, die paar
vierkante meter, vuile donkere muren, slechts een beetje zonlicht dat door de
met tralies voorziene ramen binnenvalt, en dan hebben we het nog niet gehad
over de geur. Mijn celgenote valt wel mee. Ik in de gevangenis, en mijn leven
moet nog beginnen. Ik hoor hier niet thuis, ik wil hier niet blijven
Of ik
krijg alweer een ander gesprek met een psychiater die ze hebben opgetrommeld. Ik
ben er nog niet zo zeker van dat hij wel de vereiste diplomas heeft. Ik heb
geen zin om op zijn irrelevante vragen te antwoorden.
In de
rechtbank blijven de advocaten en andere consorten woorden spuien. De woorden
vormen zinnen, maar voor mij hebben ze geen enkele betekenis meer. Ze gaan aan
me voorbij. Ik denk alleen maar aan haar. Aan haar charmante lach, die me nooit
onberoerd liet. Die glimlach zal ik nu nooit meer zien. Even heb ik het gevoel
dat dit alles niet echt is. Dat ik aanhet dromen ben. Ik glijd bijna verder weg in mijn gedachten, maar word
er brutaal uitgegooid als ik de rechter hoor zeggen: Deze zitting wordt
verdaagd.
Traagjes
sta ik op, knik mijn advocaat gedag en de politieman,die al hel de zitting
naast mij stond, doet me handboeien om. Beeld je eens in dat ik hem zou
aanvliegen. Hij is 4 koppen groter dan ik, breedgeschouderd, en bewapend zien
ik. Het zou ongelofelijk dom zijn om iets te proberen. Maar hij begeleid me
vriendelijk via een zijingang naar buiten. Weg van het grote publiek. We
verlaten de rechtbank via een kleine deur en daar zie ik de combi al op me
wachten. Vriendelijk als hij is zorgt hij ervoor dat ik bij het instappen mijn
hoofd niet stoot door zijn hand boven de mijn hoofd te houden.
De combi
ziet er vanbinnen kaal uit. Er is een duidelijke scheiding tussen de zetels
vooraan en de plek waar ik zit. Een soort metalen plaat met een klein
vierkantje in het midden waar een gaas zit, zodat ze kunnen horen wat er
achteraan gezegd wordt. De deur achteraan is vrij goed beveiligd. Ik voel me
een zware crimineel, maar dat ben ik niet. Echt niet!
Tijdens
de rit wordt je helemaal door elkaar geschud. En een wee gevoel speelt zich op
in mijn maag. Eindelijk stopt de combi en mag ik eruit.
Ik voel
me zwak, maar gelukkig staat de politieagent er om me uit de combi te helpen.
Ik probeer het weinige dat ik als ontbijt had binnen te houden en ze escorteren
me naar binnen. Alles gaat zon beetje voorbij. Als je me op dit moment had
verteld hoe ik ergens de weg had moeten nemen, had ik niets onthouden, ik
vermoed zelfs dat ik nooit vertrokken was.
Ik word
niet naar mijn cel gebracht maar word in een gesprekskamer gedropt. Langzaam
slenter ik naar binnen en achter me hoor ik de sleutel omdraaien en klinkt het
slot. Er staan twee stoelen met ijzeren poten en zon veerkrachtige plastic
zitkuipje, rond een oude houten tafel. Het lijkt me een beter idee om te gaan
zitten, aangezien ik het gevoel heb dat ik ga omvallen. En wie weet hoe lang
moet ik blijven wachten? Ik plof me neer op één van de stoelen en kijk rustig
rond in de kamer. Erg inspirerend en opbeurend is ze niet. Ze is licht en vrij
ruim, maar de muren zijn vaalgeel en ik vermoed dat ze ook vuil zijn. Net zolas
mijn cel. Maar het raam is ruimer, en laat veel licht door. De tralies voor het
raam geeft de kamer een trieste look.
Nog voor
ik mezelf weer kan verliezen in mijn gedachten stapt er een man binnen. Gekleed
in een jeansbroek, hemd en een vest, ziet hij er niet ouder uit dan 30 jaar. Ik
weet niet wie hij is, en wat hij hier komt doen. Hij steekt zijn hand uit en ik
dan maar de mijne en schud de zijne. Hij stelt zichzelf voor: Hoi, ik ben John
de nieuwe psychiater en jij bent Hazel zeker? Ik knik. Tuurlijk weet hij dat.
Een nieuwe psychiater? Misschien had de andere genoeg van mijn koppigheid om
met hem mee te werken. Niet dat ik geen zin heb, het is me gewoon te moeilijk.
Vind je
het erg als we ons gesprekje opnemen? vraagt hij
Ik wil
wel iets antwoorden, maar mijn stem weigert. Dus ik schud mijn hoofd. Als er al
een conversatie zal zijn. Maar deze psychiater lijkt me vriendelijk en ergens
denk ik dat het beter is om een keertje mee te werken, veel maakt het toch niet
meer uit. Meer dan waarschijnlijk gaat hij me toch vragen wat er gebeurt is.
Waarom zou hij anders hier zijn? En het zou beter zijn om alles wat er gebeurt
is op een rijtje te zetten. Anders ga ik echt gek worden.
2.
We zaten samen in de klas, William
en ik. We hadden het geluk om weer samen in de klas te zitten. Zon drie jaar
geleden kwam hij in mijn leven . In het derde middelbaar. En het klikte meteen.
Iets in hem gaf me een comfortabel gevoel. En ja, ik weet dat hij meer dan
vriendschap voor me voelde. Toch waren we niet direct een koppel. Het eerste
jaar waren we heel goede vrienden. Soms heb je dat. Je ontmoet iemand, trekt er
een tijdje mee op en voor je het weet kun je niet meer zonder die persoon.
Hij was nieuw op onze school en
kende er dus niemand. De directrice vroeg aan mij of ik me even over hem wilde
bemoederen aangezien we toch in elkaars klas gingen zitten. Geen probleem. Ik
stond er met een hoop vrienden te kletsen en hij stond er een beetje onwennig
bij. In het begin wist ik niet hoe ik hem bij onze conversatie moest betrekken.
Misschien met de cliché vragen? De meest logische vragen voor mij waren:
vanwaar kom je? Waarom ben je naar hier gekomen, Wat zijn je hobbys?
William antwoordde rustig op al
mijn vragen en we gaven hem een update over onze school. Want de leerkrachten
geven de nieuwelingen wel een idee van de school, maar voor de nodige
correcties en specialiteiten van de leerkrachten zelf moet je toch altijd bij
de leerkrachten zijn.
De eerste schooldag mochten we
altijd de plaatsen in de klas zelf kiezen. Naargelang we ons gedroegen mochten
we het zo houden, anders werden er plaatsen toegewezen zoals ze bij de
eerstejaars deden. Ik wist maar al te goed waarom de directrice Willam aan mij
had toevertrouwd. Ik liet hem naast mij zitten en bemoederde hem inderdaad.
Vanaf die dag waren we
onafscheidelijk. In het begin was het omdat ik de enige was die hij kende, maar
naarmate het schooljaar vorderde en hij meer mensen leerde kennen, bleef hij
toch in mijn vriendenkring vertoeven. Het bleek dat we niet zo ver van elkaar
woonden en daarom gingen we vaak samen uit naar de Trashcan ons jeugdhuis,
maakten we ons huiwerk samen, Hij hoorde er echt bij.
En ja, dit schooljaar gaf ik me
gewonnen. Ik kon mijn leven niet meer zonder hem inbeelden. Ik keek altijd uit
naar onze momenten samen. William was een lieve, rustige, bedachtzamejongen, niet zon macho als de meeste kerels
uit onze klas. En ja ik hield van hem. Al had ik nooit dat overweldigende
gevoel dat mijn vriendinnen soms beschreven, Of die dingen die je in boeken las
of op TV zag. Ik dacht gewoon dat het kwam omdat we zo lang goede vrienden
waren.
Buiten
regent het. Je kunt de regen zachtjes tegen het raam horen tikken. Voor een
klein momentje ben ik afgeleid, sta ik op en loop naar het raam. John stopt me
niet, maar zegt ook geen woord. Ik weet dat hij me observeert. Ik weet dat hij
alles noteert wat ik doe, elke beweging die ik maak. Het raam lijkt
aanlokkelijk en ik laat eerst mijn voorhoofd en dan mijn wang tegen het raam
leunen. De kilte van het glas reflecteert het weer van buiten en geeft me het
gevoel dat ik in de realiteit ben. Ik ril. De mengeling van koude en de
herinneringen. Ondanks de regen lijkt de buitenlucht zo aanlokkelijk. Wie weet
hoe lang duurt het vooraleer ik daarbuiten kan wandelen? Vrij!
Waaraan
ben je aan het denken? Wil John weten. Zonder mijn blik naar buiten af te
wenden fluister ik: Aan die regenachtige herfstdag, toen we gingen wandelen in
de haven.
Met wie
was je daar? vraagt John: William, Emma of nog iemand anders?
Ik neem
diep adem en zucht. Een beetje luider dan mijn gefluister van daarnet geef ik
hem zijn antwoord: William, we waren net een maand samen.
Ik herinner me die middag zeer
goed.We waren net met onze fiets van
huis vertrokken. Er trad wat bewolking op, maar slechts een beetje. We bleven
hopen dat het van voorbijgaande aard was. En dat het dus zeker niet zou gaan
regenen. Toen we na een kwartiertje aankwamen aan de haven en onze fietsen net
hadden weggezet, begon het te druppelen. William wilde gaan schuilen, ik niet.
Het regent hier altijd was mijn
argument: trouwens je kunt toch wel tegen een beetje regen? OF niet?
William gaf me gelijk: Tuurlijk
kan ik tegen regen, ik zal ze er niet van smelten. Maar als je morgen ziek bent
moet je niet zeuren.
Hij bood me spontaan zijn arm aan
en ik nam die met plezier aan. En zo begonnen we aan een wandeling op de
kaaien. Eigenlijk vond ik et best romantisch. We keken naar de Schelde en de
boten die voorbij vaarden. Een beetje verderop was een kleine overdekte plek,
en aangezien William misschien wel gelijk kon hebben over dat ziek worden
gingen we daar even schuilen. We gingen er zitten en ik lag in zijn armen.
Lekker warm,gezellig en dicht bij
elkaar. We zaten er zon vijf minuten toen hij in mijn oor fluisterde: Ik kan
niet meer leven zonder jou, verlaat me nooit.
Ik vond het lief en was
geflatteerd. Iemand hield van me. We hadden geen idee hoe lang we er zaten,
maar we verlieten die plek pas toen het begon te schemeren. Net toen we
opstonden nam hij me vast en kuste me teder. Daarna wandelende we het hele eind
naar onze fietsen en gingen braafjes naar huis. Hij zetten me bij de deur af.
Zoals een echte gentleman. Kuste me nogmaals. En vertrok dan zelf naar huis.
De korte
stilte die plaatsvond na mijn laatste zin , word verbroken door John: Waarom
dacht je aan dat moment? Die vraag had ik niet verwacht. Verrast kijk ik op,
draai me om en kijk recht in zijn ogen: Het was de eerste keer dat ik voelde
dat iemand van me hield buiten mijn ouders. ik, aarzel ik: Omdat ik op
dat moment stopte met te denken dat ik vreemd was, anders.
Ergens
begint het gevoel aan mij te knagen dat hij denkt dat ik echt gek ben. Dat er
iets serieus mis is met me. Ik blijf hem aankijken en besef dat er lichte
paniek te lezen valt in mijn ogen. Maar hij kijkt me kalm aan.
Ga
verder Moedigt hij me aan.
Ik denk terug aan die keer dat
William en ik naar een feestje zouden gaan. Ik had er enorm naar uit gekeken.
En ik had mijn best gedaan om er goed uit te zien voor William en was niet
klaar met mijn haar een beetje deftig te leggen. De bel ging, ik nam mijn
spullen liep snel naar beneden om de deur te openen. Mijn moeder was
ondertussen enorm op William gesteld, maar toch wilde ik hem niet te lang
alleen laten met haar. Genante babyverhaaltjes zijn nooit veraf. Ik was voor
mijn ouders aan de deur en deed snel open. Zachtjes, alsof ik zou kunnen breken
nam hij me vast en gaf me een knuffel. Misschien was hij bang dat mijn ouders
ons zouden zien kussen.
Ik ben al klaar zei ik niet
zonder trots. Meestal ben ik zon halfuurtje te laat klaar. Dus die vijf
minuten van nu waren een absoluut record. Gaan we door?
Ik heb niet zoveel zin, er gaat
veel lawaai zijn en ik kan de meeste mensen die er gaan zijn niet uitstaan.
Bovendien heb ik een geweldige hoofdpijn. Zei hij koudweg. Het was me wel
duidelijk dat hij geen zin had om te gaan.
Die mensen waar jij het over hebt
zijn wel mijn vrienden zei ik verontwaardigd en met een licht boze klank in
mijn stem. Wat dacht hij wel?!
Verontschuldigend klonk het dan:
Kunnen we nu geen ruzie maken? Ik heb echt een erge hoofdpijn. Ik had gehoopt
op een rustige avond samen.
Die
avond bleven we thuis vertelde ik aan John. Hij knikte en ik ging verder: het
gebeurde wel vaker dat we thuis bleven in plaats van onze afspraken na te
komen. Na een tijdje gebeurde het te vaak. William was altijd bij me. Elk vrij
moment dat ik had, bracht ik door met hem. Vaak zat hij gewoon bij me op mijn
slaapkamer terwijl ik nog huiswerk maakte, of studeerde. Mijn vrienden zag ik
minder en minder. Bijna niet meer. Sommige van mijn vrienden zag ik enkel op
school, en ja: William was er dan ook. Het enige moment dat ik nog voor mezelf
had, was het moment dat ik één straat alleen naar huis wandelde.
John
knikt. Hij zegt niet veel en straalt kalmte uit. Dit is wat ik op dit moment
het meeste nodig heb. John schrijft iets op en vraagt me ondertussen: Is dat
de reden dat jullie uit elkaar gingen?
Het enige
dat ik kan doen is schudden met mijn hoofd. Nee, dat was niet de reden. Maar ik
schijn mijn stem verloren te zijn. Mijn mond voelt droog en plakkerig. Net voor
hij nog iets kan vragen mompel ik: Mag ik even naar de WC-gaan? Ik moet echt
heel dringend
Waarom
laten we het hier niet bij voor vandaag?
Prima
idee voor mij. Plots voel ik me ontzettend moe. We zeggen gedag en hij
verzekerd me dat hij morgen terug komt.
3.
s Nachts
in mijn cel heb ik alle tijd om alles te overdenken. Ik leg me op mijn bed. De
matras is hard en ruikt vreemd, maar ik kan toch niet slapen. Kan ik aan John
alles kwijt? De volledige waarheid? Zou hij me niet naar een psychiatrische
inrichting sturen? Misschien kan het in mijn voordeel spelen als ik hem alles
vertel. Het zal niet gemakkelijk zijn, zeker niet. En ik zal me dan in een zeer
kwetsbare positie moeten zetten. Iets dat ik al jaren niet meer heb gedaan. Ben
ik er wel klaar voor? Ik zal wel zien. Ik draai me op mijn zij en zie dat mijn
celgenote al slaapt. Hoe doet ze dat toch? Ik vraag me af waarvoor zij hier
zit. Ze lijkt me best aardig. Ik zou nu vooral moeten proberen wat te slapen.
4.
jojo,
schatje, waarom kom je niet bij ons zitten? Klinkt het door de kantine waar we
ons ontbijt nuttigen. Slenterend ga ik naar een tafel en zet me neer. Oh god,
ik ben nog moe. Waarschijnlijk heb ik heel de nacht liggen woelen. Natuurlijk
word ik nachts geplaagd door nachtmerries. Wat dacht je dan?
Het
ontbijt smaakt me niet echt. Maar de laatste tijd smaakt niet me nog. Ik duw
mij plateau met eten opzij zonder echt te weten wat ik aan het eten was. Ik ben
nerveus, ontzettend nerveus.
Luna,
mijn celgenote ziet mijn lusteloosheid: he meid, eet iets. Je zult het nodig
hebben. Ik kijk haar dankbaar aan maar zeg niets. Ik doe ook geen moeite om
nog een hap te nemen.
Heb je
opnieuw een afspraak met die zielenknijper? vraagt ze eerder nieuwsgierig.
Ja, maar
ik vraag me af of het wel zin heeft. Vertel ik haar.
Jamaar,
natuurlijk. Je bent één van de weinige die zo vaak gezien wordt door die vent.
Ze hebben er hier een tekort aan, dus geloof me maar dat ze er een nut in
zien. Reageert ze.
Ik knik
en hoop dat ze gelijk heeft. De rest van het ontbijt gebeurt in stilte.
Eindelijk gaat de bel. Het signaal dat we de tafels mogen ontruimen. Ik spring
recht en berg mijn nog volle plateau op en ga netjes in de rij staan zoals het
moet. Ik ben nu al vrij bekend met de regels hier. Ze braaf volgen is
gemakkelijk.
Na het
ontbijt mogen de mensen die niets te doen hebben naar de sporthal, de cellen,
of de grote gemeenschappelijke kamer gaan. Ze zijn hier nogal los.
Waarschijnlijk omdat we hier allemaal wachten op ons proces zijn, we zijn hier
allemaal in voorarrest. De meesten zijn hier ongetwijfeld schuldig aan hetgeen
hen ten laste wordt gelegd. Maar er zijn er ook die hier ten onrechte zitten. De
klok in de kantine verteld me dat John binnen een goede vijf minuten hier gaat
zijn.
5.
Wanneer
ze me naar de gesprekskamer brengen, zie ik John arriveren. Hij gaat de kamer
binnen. Ga maar alvast zitten zegt hij vrolijk als ik binnen kom: Ik zoek
even naar enkele papieren en dan gaan we beginnen. Zijn vrolijkheid lijkt hier
niet op zijn plaats, en toch geeft het me een goed gevoel. Iets rustigs, iets
dat ik al een tijdje moet missen.
Ik neem
dezelfde stoel als gisteren.
Blijkbaar
heeft hij de juiste papieren gevonden en overleest ze snel. Ik zie zijn ogen de
tekst scannen.
Dus je
begon je geïsoleerd te voelen van je vrienden? Maar dit was niet de reden dat
jullie uit elkaar gingen? Vat hij het einde van ons gesprek gisteren samen.
Ja dat
klopt
Het
moeilijkste moet nog komen, onvermijdelijk gaat hij me vragen waarom we uit
elkaar gingen. En ja hoor. John denkt even na, alsof hij de juiste woorden
zoekt. En heel voorzicht vraagt hij me: Wat is dan wel de reden dat jullie uit
elkaar gingen?Ik voel dat ik knalrood word.
Op
William? klinkt het, met een lichte verrassing in zijn stem.
Nee op
iemand anders
John
begint luidop te denken: Wat is dan het verband met Emma?
Ik
onderbreek zijn denkproces en help hem: begrijp je het dan niet? Ik was
verliefd op Emma!
Ja, ik
hield wel van William, maar met Emma, Rond haar had ik dat gevoel waar de
anderen altijd over praatte. Die vlinders in je buik, de hele tijd glimlachen,
neuriën, altijd bij haar willen zijn, Snap je?
John
kijkt me aan. Ik had verwacht om afschuw op zijn gezicht te zien. Waarom? Geen
idee. Maar hij kijkt me aan en zijn ogen zeggen me dat ik verder mag vertellen.
Ik zag haar voor de eerste keer
toen ik van school naar huis wandelde. William en ik hadden al gedag gezegd en
gingen elk onze eigen weg verder. Ik moet eigenlijk maar één straat verder en
het gebeurde niet zo vaak dat ik die laatste straat alleen doorliep. Maar soms
had de vader van William, William even nodig en kon hij maar beter op tijd
thuis zijn of er zwaaide wat. Zo ook die dag.
Ik passeerde Toms huis. Tom en ik
kennen elkaar al heel lang. We leven al 12 jaar in dezelfde straat, en ik zie
hem als één van mijn beste vrienden.
En zoals vaak stond hij buiten bij
de deur te praten. Dat was de eerste keer dat ik haar zag. Daarvoor was ze me
nog nooit opgevallen. Tom stelde ons direct voor: Emma, dit is Hazel, ze woont
een eindje verderop en is zon beetje mijn beste vriendin. Hazel, dit is Emma, ze
is een keertje me leiding komen geven bij de scouts.
Ze glimlachte, stak haar hand uit
en ik was verkocht. We raakten aan de praat en amuseerde me zo goed. Maar tja,
mama verwachtte me thuis voor het avondeten en ik wist dat ze het niet zou
appreciëren als ik te laat zou komen. Met spijt in mijn hart ging ik naar huis.
Een paar dagen later zag ik haar
weer. Ik had mijn fiets in een luie bui buiten laten staan en wilde die nog
even in de garage zetten. Ze stond weer met Tom te praten voor zijn deur. Even
twijfelde ik: zouden ze me er wel bij willen? Zou ik niet beter gewoon
doorlopen? Ze leken het best naar hun zin te hebben, zo met zn tweetjes. Maar
Emma zag me, waaide naar me en riep: hey Hazel, je hebt wel een minuutje
zeker?
Opluchting, dat was wat ik voelde.
En ik had het gevoel dat ik vloog. Ik geloof dat we er meer dan twee uur
gestaan hebben. Het maakte niet uit waarover we praatte. Die nacht lag ik
wakker en dacht ik aan haar, haar charmante lach, die twinkel in haar ogen,
En toch ben ik niet doodop opgestaan. Wist ik veel dat ik verliefd was. Maar
William vond dat er iets in mijn houding veranderd was. Waarom ben je aan het
glimlachen wilde hij weten. Ik dacht snel na. Ik wilde Emma niet delen met hem
en tot nu toe was het me gelukt om hem niets over haar te zeggen. Al kostte dat
veel moeite.
De zon schijnt gewoon, en je weet
toch dat het me gelukkig maakt?
Na school wilde ik meestal zo snel
mogelijk naar huis toe. Wie weet zou Emma aan Tom zijn deur staan. Voor die ene
keer had ik haar nog nooit gezien, dus waarom zou ze er nu staan? Het was toch
ijdele hoop. En toch was ik er altijd op gebrand om zo snel mogelijk mijn
straat in te draaien.
William begreep het niet. Soms
klonk hij ronduit beledigd als ik weer aanstalte maakte om snel naar huis te
gaan. Vroeger bleef ik inderdaad veel langer hangen.
Verlaat je me nu al? Heb je
iemand anders? Wil je me niet langer?
Zulke vragen kreeg ik dan naar
mijn hoofd geslingerd.
Op die momenten probeerde ik hem
te kalmeren Ik heb meer huis werk dan jij en wil het even alleen maken, dan
kan ik me beter concentreren en heb ik nadien meer aandacht voor jou. Je weet
toch dat ik van je hou?
Gelukkig dat we niet alle vakken
samen hadden. We zaten dan wel in elkaars klas, maar volgde elk een andere
studierichting. Ik deed economie, hij wetenschappen.
En soms speelde het geluk ook mee.
Dan hadden we een test en kon ik hem wijsmaken dat het beter was om elk apart
te studeren. Meestal gromde hij dan iets, kuste me gedag en liet me gaan.
Het was vlak na zon discussie dat
ik Tom tegenkwam. Hij kwam blijkbaar net van school, en uiteraard begonnen we
te kletsen. Hij zag wel dat er iets scheelde en wilde me opbeuren. Die lieve
schat.
En hoe zit het tussen jou en
Emma?: vroeg hij na ik uitgelegd had dat William best moeilijk kon doen. Ik
moest hem nogal vragend aangekeken hebben, want hij reageerde snel: Weet je
het dan niet?
Ja zeg, mij even nieuwsgierig
maken.
Hij grijnsde en vertelde: Emma is
lesbisch, ik dacht dat jij dat wel geraden zou hebben.
oh, is dat alles. Ik dacht dat ze
een groot geheim had. En hoe zou ik dat moeten raden?
gewoon, ik dacht dat je het
wist.
En nog steeds kon ik geen verband
leggen tussen mijn gevoelens voor Emma en lesbisch zijn. Ik was toch niet
lesbisch.
John is
bezig met schrijven. Van al dat praten had ik een droge keel gekregen en even
een pauze aan deze herinneringen kon ook geen kwaad. Mag ik een glas water?
klonk het schor uit mijn mond. John springt recht en vraagt aan een cipier
achter twee bekers en water. Echt glas gaan we hier niet krijgen. Stel je voor
dat we het zouden breken en van de scherven een wapen zouden maken. Ach, ik ben
al blij dat ik iets te drinken heb. De cipier is vrij snel terug met het
drinken, en ondertussen neem ik een adempauze. John lijkt te begrijpen dat ik
even stilte nodig heb en vraagt me niets. Ik neem mijn beker aan en neem
dankbaar een slok. John is nog druk bezig met schrijven. Ik vraag me af
waarover, maar durf het hem niet te vragen. Hij lijkt diep na te denken. Alsof
hij uit zijn gedachten getrokken wordt en eventjes moet bekomen, kijkt hij me
aan. Ik kan er niet aan doen maar ik moet plots glimlachen. Het is een flauwe
glimlach, maar het is dan ook eventjes geleden dat ik kon glimlachen. Het is
ook een hele geruststelling dat John niet gechoqueerd is door mijn coming-out.
Mijn tantes hadden het er moeilijker mee. Maar nu weet ik ook dat ik eerlijk de
rest van mijn verhaal aan hem kan vertellen.
6.
Het klikte echt tussen Emma en ik.
Daarom ontdekte ik dat ik terg meer tijd voor mezelf wilde. Wat dus impliceerde
dat ik minder tijd zou hebben voor William. Maar ik merkte dat hoe meer tijd ik
voor mezelf wilde, hoe minder tijd ik had. Altijd wilde hij erbij zijn. Maar als
ik eerlijk was: ik wilde met Emma weggaan, me eens goed amuseren zonder
William. Maar hij eiste meer en meer aandacht op en dat begon me behoorlijk te
irriteren. En op het feit dat ik wilde uitgaan zonder hem, zorgde voor meer
ruzies. Op een keer riep Willam tegen me: Waarom wil je zonder mij uitgaan?
Wij zijn één!
Omdat ik ook eens alleen met mijn
vriendinnen wil weggaan, en die nemen toch ook niet elke keer hun vriendjes
mee.antwoordde ik hem
En wat moet ik ondertussen doen?
Wachten tot jij eens tijd hebt voor mij? Beet hij me toe.
Ik verloor bijna mijn
zelfcontrole. Wat dacht hij wel? En ik snauwde terug: Het enige dat ik nu
vraag is dat ik eens weg kan gaan zonder dat jij erbij bent. Dat lijkt me
redelijk genoeg.
William keek boos en gekwetst,
maar zei geen woord meer. Even had ik spijt dat ik zo gesnauwd had naar hem.
Hem kwijtspelen was het laatste dat ik wilde. Dus ik probeerde op een mildere
toon: Eens om de veertien dag of om de maand. Ondertussen kun jij ook eens
weggaan met jou vrienden. Ik dacht dat je me vertrouwde, ik vertrouw jou anders
wel. En je weet dat ik naar geen enkele ander jongen kijk dan naar jou.
Met duidelijke tegenzin ging hij
dan toch akkoord.
Een weekje later, vrijdagnamiddag,
na school, kwam ik Emma en Tom weer
tegen aan zijn voordeur. Het begon een, prima afspreekplek te worden. Nog een
tafeltje en stoeltjes en we konden het cafégevoel creëren.
zeg, hebben jullie zin om mee
naar de film te gaan? stelde Emma voor. Ik weet niet of het verhaal jullie
gaat interesseren.
vertel, wat is het plot? vroeg
Tom.
Wel, het gaat over 2 meisjes die
elkaar leren kennen en verliefd worden op elkaar. Maar de wereld rond hen is er
niet klaar voor. Ja, ik weet het, er zijn betere verhalen, maar het lijkt me
een schattig filmpje. Verklaarde ze het flinterdunne plot. Maar als jullie
liever iets anders gaan zien, dan is dat ook goed hoor. Verontschuldigde ze
nog.
Maar Tom wist ons te zeggen dat
hij om acht uur moest vertrekken voor een weekendje van zijn scoutsgroep.
Hierop zag ik lichte paniek in Emmas ogen, net alsof ze bang was om mij alleen
te vragen. Vooraleer zij iets kon zeggen, wierp ik op: Dus dan zijn we met zn
tweeën.
Ze keek mijn kant op en die blik
van lichte paniek had plaats gemaakt voor verrassing en opgetogenheid. En tja,
ik had een zwak ontwikkeld voor haar glimlach. En toch had ik niet door dat ik
verliefd was op haar. We spraken een uur af en dat zij me zou ophalen. Mijn
adres meedelen was niet nodig, ze had me genoeg zien buitenkomen.
Ik spurtte me naar huis om William
op te bellen en te zeggen da tik deze avond met mijn vriendinnen naar een film
ging. Aan zijn stem te horen kan hij er niet mee lachen, maar dat kan me nu
eenmaal niets meer schelen.
7.
Onderweg naar de film hadden we de
slappe lach gekregen. Allebei waren we vrij uitgelaten. Mijn god, ik had zoveel
plezier en de avond was zelfs nog niet helemaal begonnen.
Emma liet me stoppen bij een
kleine alternatieve cinema. voila, we zijn er. De beste cinema van de
omgeving.
We kochten onze ticketjes en
gingen snel naar binnen. De film was eigenlijk beter dan ze had omschreven. Het
was een goed gevonden, helder verhaal. De dialogen waren grappig en er was een
goede mix van humor met tragiek. Maar gedurende de film werd ik ongemakkelijk.
Één van die meisjes begon te twijfelen aan haar vriendje. Ze leerde gaand weg
dat ze meer van haar vriendin hield dan ze wilde toegeven. En ondertussen zat
ik zelf te twijfelen. Traagjes begonnen de puzzelstukjes op hun plaats te
vallen.
Er was een scène van de twee
meisjes waarin ze elkaar zeer teder kusten. En ik kreeg het warm. Gelukkig is
het in een cinemazaal donker, anders Emma zeker gezien hoe rood ik wel niet
geworden was. Ik kon die kus bijna voelen.
Ik kon niet langer aan mezelf
ontsnappen. Ik moest mezelf onder ogen zien te komen. Ik was verliefd op Emma.
En toch ergens was het onmogelijk. Ik had en vriendje waarvan ik echt hield.
Touwens, voor Emma was ik toch nooit verliefd geworden op een meisje? Wat
voelde ik dan? Mijn hart sloeg zo hard dat ik het tot in mijn keel kon voelen.
En dan werd ik kalmer, mijn angst
slibde een beetje weg. Ik kon dit gevoel laten wegebben. Niemand wist van iets,
en niemand zal er ooit iets van weten.
Na de film stelde Emma voor dat we
iets zouden gaan drinken. Het was nog vrij vroeg en zin om naar huis te gaan
had ik niet. Bovendien genoot ik van haar gezelschap.
Hier om de hoek is een
holebi-café, het lijkt op een normaal café, alleen zitten er meer holebis.
Maar als je wil gaan we een eindje verder. Stelde ze voor.
Ik vind het niet erg om naar een
holebi-café te gaan. Toon me de weg en ik zal je slaafs volgen. Knipoogde ik.
Ze had gelijk, het was een café
zoals alle andere. Enfin, het was niet zo grauw als sommige cafés het was een
jonge trendy plek. De muren waren geverfd in grote ruiten in alle tinten paars.
De tafeltjes waren gesneden uit houten tonnen. Echt wel cool.
We bespraken de film een beetje en
ik bekende aan haar dat hij beter was dan ik dacht.
tja, je leek er soms helemaal in
op te gaan zei ze me. Ik voelde me betrapt en deed mijn best om dat niet te
laten merken.
Ergens in ons verdere gesprek moet
ik onhandig gereageerd hebben.
Scheelt er iets? klonk het een
beetje ongerust.
Nee, er scheelt niets loog ik:
Ik maak me alleen een beetje zorgen om William.
Is die jongen niet oud genoeg om
voor zichzelf te zorgen?probeerde ze me gerust te stellen.
Je hebt gelijk, ik maak me zorgen
voor niets. Zei ik, hopend dat ze me niet op een leugen zou betrappen.
Ik heb
nog vaak teruggedacht aan deze avond. Het was het scharnierpunt in mijn leven.
Door dit alles te vertellen, voelde ik dat ik beter even kon zwijgen. De stilte
die nu de kamer vulde, leek even vervreemd als mijn eigen aanwezigheid in het
nu. Even leek het makkelijker om in het verleden te leven, dan in heden. John
kijkt op zijn horloge en verteld me dat het één uur is.
Heb je
zin om verder te doen, of vind je het welletjes en doen we later vandaag verder
zodat je even terug op adem kunt komen? vroeg John me.
Ik heb
best wel honger, maar ik zou ook willen verder doen. En ik zou dit alles zo
snel mogelijk willen afhandelen. Maar als we blijven pauzeren, dan gaat het nog
lang duren.zeg ik hem.
Gelukkig
voor mij antwoord John: Misschien kan ik het voor elkaar krijgen dat we hier
mogen eten. Hij staat op, loopt naar de deur, opent die, wenkt naar de bewaker
en vraagt hem iets. Ik zie de cipier knikken. En John loopt met een tevreden
gezicht terug. Zet zich neer en informeert me: ze maken een uitzondering en we
mogen hier eten.
Ik voel me
nerveuzer worden. Wil ik hiermee wel doorgaan? Wat als het me teveel wordt? En
toch moet ik verder. Anders kan ik hier blijven.
John moet
mijn twijfel gemerkt hebben: Voel je je wel goed? Je mag altijd om een pauze
vragen
het gaat
wel stel ik hem gerust: Als jij een pauze wilt, dan moet je het ook zeggen.
Het is
niet omdat hij niet moet vertellen dat luisteren naar me niet vermoeiend kunnen
zijn.
Vooraleer
hij kan antwoorden, wordt er geklopt op de deur. Het eten is gearriveerd. Op
plastic borden ligt een pastaschotel te wachten. Ik vermoed macaroni met kaas.
Maar het goedje dat erop ligt kan evengoed iets anders zijn. Bijpassend wordt
er plastic bestek geleverd. Stel je voor dat ik John zou verwonden met een mes
of vork. Ach, stel je voor dat niet ik, maar een echte psycho hier zou zitten.
Tja, ze kunnen beter voorzichtig zijn.
Terwijl
we eten vertel ik verder.
Na die avond wist ik zeker dat ik
verliefd was op Emma. Dit was geen bevlieging. Maar wat moest ik doen met
William?Ik kon toch niet langer liegen tegen hem? Trouwens hoe lang kan een
relatie duren als er zon leugen tussen twee personen hangt. Hoelang kan een
relatie duren als die gebaseerd is op een leugen? Ik dacht lang na en besloot
om hem gedeeltelijk de waarheid te zeggen. Maar ik zou geen woord reppen over
Emma. Wie weet wat zou hij doen met die informatie? En trouwens ik ging er al
vanuit dat het tussen mij en Emma niets zou worden. We amuseren ons samen, maar
er is meer nodig dan op dezelfde sekse vallen om een relatie te beginnen. En ik
wilde mezelf een gebroken hart besparen. Maar ik wist wel dat nadat ik de hele
puzzel gemaakt had, dat er al heel mijn leven tekens waren over mijn
seksualiteit. Al heel mijn leven waren er kleine dingen waardoor ik had moeten
weten dat ik niet hetero was. Het enige dat ik nodig had om tot dit besef te
komen was een trigger. En die film die ik met Emma was gaan zien was precies
wat me wakker schudde.
Het grootste probleem was dat ik
niet wist wat ik hem moest vertellen. Of eerder hoe ik het hem moest vertellen.
De hele week deed ik alsof er niets aan de hand was. En William had niets in de
gaten. Ik ging door een hel die week. Ik moest hem iets vertellen of ik werd
gek.
Vrijdag na school kwam William
langs. Mijn ouders waren niet thuis, ze waren naar een vergadering. Mijn broer
was naar een vriend om samen naar een voetbalwedstrijd te kijken. Rond acht uur
kwam hij aan. De hele tijd dat ik op hem wachtte probeerde ik mijn tranen in te
houden. De deurbel sneed mijn hart doormidden. Ik liet hem binnen en plaatste
hem aan de keukentafel.
William, wij moeten eens serieus
praten.
Waarover? Ben je zwanger? begon
hij vooraleer ik iets kon uitleggen.
Nee, William, stotterde ik.
Er volgde een stilte van enkele
seconde terwijl ik diep ademhaalde en mijn woorden probeerde te zoeken.
Ondertussen wist ik dat William naar mij keek, maar ik deed net alsof het
tafelblad ongelofelijk interessant was.
Zeg dat het niet waar is. Barstte
hij uit. je wilt het uitmaken hé? In plaats van verder te roepen begon hij te
huilen.
William alsjeblieft probeerde
ik: het zit zo, ik
Wat, wat is er? Je weet dat je me
alles kunt zeggen. Huilde hij terwijl de tranen over zijn wangen rolde.
Ik raapte al mijn moed bij elkaar.
Hij had op zn minst het recht om te weten waarom.
Ik ben lesbisch flapte ik er
snel uit. Het klonk alsof ik beschaamd was.
William hield zijn hoofd vast en
schudde nee. Proberend zichzelf te troosten fluisterde hij meer tegen zichzelf
dan tegen mij: Nee, het is niet waar. Het is enkel een fase. Het gaat wel weer
over. En toen richtte hij zich tot mij: hield je van me?
Ik kon niet snel antwoorden. Heb
ik van hem gehouden? Waarschijnlijk wel. Maar waren we niet eerder ontzettend
goede vrienden? En als ik nu ja zei, hoe geloofwaardig klonk dan alles wat ik
net gezegd had? Ik wilde niet meer verder met hem, dus ja kon ik niet zeggen.
Dan zou hij alles doen om bij elkaar te blijven. Een nee zou zijn gevoelens
kwetsen. En had ik hem al niet genoeg pijn gedaan?
Vermoedelijk heb ik te lang nagedacht
over mijn antwoord want William sprong recht, liet de stoel achter zich vallen
en riep Nee Terwijl hij me bekeek met afgrijzen. Daarna liep hij weg.
Ik bleef zitten, een beetje
onthutst. Wat moest ik nu? Hoe moest het verder van hier? Zou het een goed idee
zijn om rustig op te schrijven wat i hem eigenlijk had willen zeggen, maar
vandaag niet kon? Ik besloot dat het een goed idee was. Een brief kon hij lezen
als hij er klaar voor was, als hij zin had.
Ik nam pen en papier en begon aan
wat ik toen de moeilijkste brief in mijn leven vond. Ik schreef dat ik van heb
hield, maar dat er verschillende vormen van liefde waren. Dat ik hem niet de
liefde kon geven die hij van me verlangde. Dat hij op een andere manier van me
hield als ik van hem. Hij was belangrijk in mijn leven, maar niet als een
partner. Ik heb hem nooit rond de tuin willen leiden. Maar de laatste was wel
een leugen geweest omdat ik tijd nodig had om na te denken over wat ik moest
doen.
Diezelfde avond liep naar
Williams huis en postte de brief zonder dat iemand me daar zag. Ik wilde een
confrontatie met William liever vermijden.
Op mijn weg terug kwam ik Tom
tegen. De lieverd zag meteen dat er iets mis was. En nam me mee naar zijn huis
en liet me binnen. Zijn ouders waren er ook niet. Waarschijnlijk zaten ze op
dezelfde vergadering als mijn ouders. We ploften onszelf neer op de zetel en
hij vroeg: vertel me eens wat er mis is?
William en ik zijn net uit elkaar
gegaan snikte ik.
Hoe bedoel je uit elkaar? Het
leek toch goed te gaan?
Ja en nee, ik werd verliefd op
iemand anders Goed ik zou wel kunnen huilen.
op wie dan? Wilde hij weten.
zou ik Tom de waarheid kunnen vertellen? Ik
was er pas zelf uit. Maar Ik ken hem al zo lang en hij schijnt ook geen
problemen te hebben met Emma.
Kun je een geheim bewaren? wilde
ik weten.
Tom keek me heel serieus aan en
knikte.
Meid, je zou me nu toch wel
moeten kennen.
Ik ben verliefd op Emma. Mijn
euro viel toen we samen naar de film gingen. Oh Tom, ik heb dit gevoel nog
nooit bij iemand gevoeld. En ik wilde niet meer liegen tegen William. Maar wat
moet ik nu?
Tom lachte: Waarom praat je er
niet over met Emma?
Ik schudde mijn hoofd: Wat moet
ze dan niet van me denken?
Maar meisje toch, ze zal denken
dat je verliefd bent op haar. Meer niet. Maak je niet ongerust troostte hij
me.
Even dacht Tom na. Dan sprong hij
recht en zei enthousiast: Ik heb het! Morgenavond heb ik een filmavond met
Emma, je zult zien, alles zal perfect verlopen.
Maar wat als ze enkel vriendschap
wilt? Ik wil haar niet kwijt. Zei ik angstig. En toch was ik nieuwsgierig.
Wie kan jou charmes weerstaan?
voegde hij eraan toe.