Orient - China
Verhalen uit China door Ben Crej
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • Hefei - Shenzhen
  • Eerste fragment uit
  • Terug van (even) weggeweest.
    07-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eerste fragment uit
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hallo, beste bezoeker,

    Hier volgt een eerste fragment uit het derde, nog te verschijnen, deel 3 van 'Je bent in China!' Het geeft alvast een indruk van de schrijfstijl en inhoud. 


    Hoofdstuk 17 – Naar de supermarkt.

     

    Vrijdag, 1 augustus 2003

     

    Mochten er vreemde mogendheden de met het idee spelen om het ‘middenland’ in te vallen en te veroveren, dan is het nu het goeie moment. Het is vandaag ‘Army day’ (‘建军节’ – ‘Jiàn jūn jié’ – Dag van de soldaat) en dan lopen de meer dan twee miljoen soldaten van het PLA er niet zo heel erg gemotiveerd bij. In feite hebben ze vandaag zelfs een dag vrijaf. Dus is het misschien toch wel beter om morgen aan te vallen, want dan liggen ze ook nog met een aanzienlijk hoeveelheid koppijn te worstelen, dan hebben ze geen tijd voor vijanden of wat dan ook. Ik had strateeg bij het leger moeten worden.

     

    ****

     

    Het PLA (People’s Liberation Army). 中国人民解放军’ – ‘Zhōng guó Rén mín Jiě fàng jūn’ – Het Chinese leger (PLA)). Volksbevrijdingsleger heet het in het Nederlands. Het Chinese leger functioneert onder voorzitterschap van de Voorzitter van de Centrale Militaire Commissie en meestal is dat de president, nu dus Xi Jinping. Maar na zijn aanstelling heeft hij zichzelf ook in de positie als opperbevelhebber van het PLA en daar was niet iedereen blij mee, want dat is de absolute macht.

    Het PLA is op de 1ste augustus 1927 door Zhu De, He Long, Ye Jianying en Zhou Enlai opgericht onder de naam ‘Rode Leger’ (‘红军’ – ‘Hóng Jūn’ – Rode Leger (1927-1937)) als antwoord op de bloedige afslachting van communisten door het leger van meneer Jiang (‘蔣中正’ – ‘Jiǎng Zhōngzhèng’ –  Chiang Kai-shek) in Shanghai, het zogenaamde ‘April 12 Incident’ (‘四一二慘案’ – ‘sì yī èr cǎn àn’ – April 12 Incident in Shanghai). Na de ‘Lange Mars’ is in 1937 de naam PLA aangenomen. Gedurende de ‘Tweede Sino-Japanse Oorlog’ (1937 tot 1945) was het PLA bij het Nationalistisch Revolutionair Leger (‘國民革命軍’ – ‘Guómín Gémìng Jūn’ – Het Nationalistisch Revolutionair Leger onder leiding van Chiang Kai-shek) ingelijfd en hebben de Nationalisten samen met de Communisten de Japanse vijand bevochten (zonder al te veel succes, overigens), om daarna weer de strijd met elkaar aan te gaan.

    De vlag van het leger heeft net zoals de nationale vlag een rode achtergrond, maar vertoont naast 1 gele ster het Chinees karakter voor 8 (‘’ – ‘’ – 8) en 1 (‘’ – ‘’ – 1) en die ‘81’ verwijst naar de eerste augustus.

    Het leger, het grootste ter wereld, maar dat mag ook wel voor zo’n land, telt 2,3 miljoen manschappen (dat zou in de volgende jaren naar 2 miljoen gereduceerd moeten worden) met een half miljoen in reserve.  

    Men kan hier en daar over China’s militaire uitgaven en budgetten lezen, maar zulke cijfers geven zelden (nooit) de waarheid weer, dus dat laat ik hier maar achterwege. Het is wel zo dat sinds na de tweede wereldoorlog, met financiële en technische steun van de Sovjet-Unie, het leger professionele vormen heeft aangenomen.

    Het leger bestaat uit vijf hoofdtakken en dat zijn de: landmacht, marine, luchtmacht, rakettenmacht en de afdeling strategische ondersteuning.

    Het PLA heeft 80% van het Chinese luchtruim onder toezicht. In de praktijk betekent dat dat voor elke burgervlucht die ergens door die 80% moet, hiervoor toestemming moet aanvragen. Het verkrijgen van die toestemming gebeurt traag en ze kan gedeeltelijk (met uitstel) of totaal geweigerd worden, afhankelijk van de militaire activiteit in de betreffende regio(‘s). Dit is dan ook de hoofdreden van alle vertragingen in het Chinees binnenlands burgerluchtverkeer.

    Sinds 2012 mag in het leger geen alcohol meer gebruikt worden (afgekondigd door de voorzitter/president) en meteen daarop zijn de aandelen van Kweichow Moutai Co., Ltd. (producent van Moutai ‘baijiu’) gekelderd, maar die hebben zich blijkbaar (hoe, is niet bekend bij het grote publiek) de afgelopen jaren weer kunnen herpakken.

     

    ****

     

    Als men ‘s avonds na het werk thuiskomt, zelfs al is dat soms wat later, zoals een uur of acht, en men constateert dat de frigo leeg is, hoeft dat in China nog niet zo direct een probleem te vormen. De grote supermarkten, die met veel personeel, zijn doorgaans open vanaf negen ’s morgens tot tien ’s avonds (de internationale supermarkten willen wel eens om negen uur sluiten), de kleinere ketens, dat zijn de nationale kruidenierswinkels, zeg maar, sluiten nooit en de particuliere zelfstandigen doen open als ze wakker zijn en sluiten als ze gaan slapen, wat doorgaans niet zo vroeg is, dus als men daar terecht moet, dan moet men een beetje geluk hebben, maar meestal lukt het nog wel (tot men écht iets dringend nodig heeft). Heeft men hoofdpijn, de nationale apothekers volgend ongeveer de tijden van de supermarkten, dus heeft men die hoofdpijn best voor tien uur ’s avonds. Kapperszaken is ietwat een uitzondering. Die zijn nooit open voor elf uur – vermoedelijk komt dat door het feit dat niemand zijn haar wil laten knippen voor elf uur – en sluiten, afhankelijk van de klandizie ook om elf, maar dan twaalf uur later dan de eerste elf uur. Restaurants zijn dan weer een uitzondering, maar ook weer niet altijd, en wel met betrekking tot het middagsluiten. Ze zijn doorgaans open om een uur of elf, blijven dan open tot een uur of twee om dan opnieuw te openen tegen zes uur tot tien of elf. De ontelbare fastfoodrestaurants, Chinese en Internationale, zijn meestal ook vierentwintig uur open. Krijgt men ‘s avonds een bevlieging om de woonkamer te gaan schilderen en heeft men geen verf in huis, dan is het wel even zoeken, maar de kans dat men om elf uur nog een particuliere verfzaak vindt die open is, is reëel. Voor meer openbare aangelegenheden, zoals banken, postkantoren, alle overheidsinstellingen, enz. gelden dezelfde regels als bij ons, dat wil zeggen om een uur of negen open en om een uur of zes dicht. In deze laatste is men ook bekend met de begrippen ‘weekend’ en ‘feestdag’.

    Voor buitenlanders in China zijn deze regelingen erg comfortabel. Voor Chinezen die naar het buitenland gaan, heel erg frustrerend. ‘Wat? Zijn ze hier al gesloten?’ Of ‘Hoe, het is zondag?’

    Vandaag was het dus weer van dat en heb ik van de nood (die van onzen Alpha) maar een deugd gemaakt. Het is halfnegen en ik ben met mijn vermoedelijk driejarig en harig hondje en mijn zevenjarig vriendinnetje op weg naar, eerst het park, want het hondje moet iets en we hebben tijd genoeg, en dan naar de supermarkt.

    De Shishan Lu is het keerpunt van zijn metamorfose gepasseerd, want er wordt niets meer gesloopt. Als Jinjing bij de werklui even navraagt hoelang de werken nog horen te duren, is er niemand, inclusief de opzichters, die een antwoord kan geven. Klaar? Tsja, we zullen wel zien zeker? Wat ís dat voor een vraag, trouwens? Hoe ze het voor mekaar krijgen, weet ik niet. Misschien is het wel een of andere genetische afwijking of een stukje evolutionaire fysische ontwikkeling der oosterse bevolkingsgroepen, maar als ik hier nu al slenterend mijn weg tussen de obstakels der hoogdringende werken probeer te vinden, is mijn T-shirt doordrenkt, want al gaat het al naar negen uur, het is nog behoorlijk warm. Heet. Ik kan mijn aangezicht niet drooghouden en mijn ogen geraken geïrriteerd door de zweetdruppels die hun weg door mijn wenkbrauwen hebben weten te vinden. De scheppende, kruiende, metselende, roepende, rennende, slenterende, etende en slapende werklui hebben daar hoegenaamd geen last van, die staan allemaal droog. Wel, hier en daar zijn er toch wel een paar wiens versleten hemd nat is. Dat zullen dan waarschijnlijk lui uit de regio Hulunbuir (‘呼伦贝尔’ – ‘Hū lún bèi ěr’ – Naar het schijnt het koudste plekje in China) in Binnen-Mongolië zijn, daar waar ze in de ‘hete’ zomermaanden de fuchsia’s ‘s avonds moeten binnenhalen, opdat ze niet zouden bevriezen of waar men, als men in januari uit de kroeg komt niet tegen de zijgevel van de kerk kan gaan zeiken zonder vast te komen zitten.

    Alpha is wat teleurgesteld, want dit keer wordt hij door de werklui niet verwend met iets lekkers en daarom begint hij richting park te galopperen, want daar heeft hij nóg kans, weet ie.

    “Waarom zweet jij niet, Jinjing?”

    “Dat weet ik niet, maar mijn opa zegt altijd dat dat komt doordat de Chinezen al millennia lang, zomer en winter, hete thee drinken.”

    “Haha, is dat zo? Je opa is een wijs man, is het niet?”

    “Hij zit vol wijsheden, maar of die allemaal steekhouden, weet ik nog zo niet.”

    Hij geeft de moed nog niet op. Het park was te verlaten om nog iemand met snacks tegen te komen, buiten de immer aanwezige minnende koppeltjes, was er eigenlijk niemand, dus zet hij nu koers richting ‘Ren Ren Le’, waar hij ondertussen een flink contactenbestand heeft opgebouwd. Ik vrees echter dat hij vandaag van een kale kermis gaat thuiskomen, want sluitingsuur nadert en dan is er meestal niet veel animo meer, dus besluit ik maar om, eens daar, zelf wat lekkers voor hem te kopen en een half kilootje varkensdarmen lijkt me daar ideaal voor te zijn. Maar die moet ik thuis dan wel eerst even afkoken, want wie weet wie dáár allemaal in gehuisvest is.

    Het is er inderdaad heel rustig, alle kassierstertjes maken zich op om naar huis te gaan om daar hun ventje te gaan verwennen met al de verlopen eetwaren die ze gedurende hun dagtaak hebben kunnen bemachtigen en die anders toch maar weggegooid zouden worden, als de baas niet beslist om er een nieuw klevertje op te laten plakken, tenminste. De kalmte nu, weerspiegelt geenszins de gemiddelde drukte in de warenhuizen tijdens de normale werkuren, drukte die niet zómaar ontstaat, maar door specifieke zaken veroorzaakt wordt.

     

    ****

     

    De drukte in een Chinese supermarkt is afhankelijk van een hele resem factoren:

    1.      Het bevolkingsaantal.

    ·        Dit ligt uiteraard voor de hand. De regio’s waar de super- en hypermarkten geconcentreerd liggen, zijn de grote steden en iedereen weet dat er nogal wat grote steden zijn in China. Neem nu een stad zoals Shenzhen (‘深圳’ – ‘Shēn zhèn’ – Stad in Guangdong, noorderbuur van Hong Kong). Ruwweg meet Shenzhen zo’n 50 bij 50 kilometer en als ik stel dat elke twee vierkante kilometer wel een super- of hypermarket huisvest (eigen observatie), dan komt dat neer op 1.250 markten. Shenzhen biedt een woonplaats aan 15 miljoen mensen en als we dan nog stellen dat elk gezin gemiddeld uit drie personen bestaat, dan kunnen we stellen dat elke dag 5 miljoen mensen verdeeld worden over 1.250 supermarkten. Dat maakt dat elke dag 4.000 mensen hun lokale supermarkt bezoeken. Verdeeld over de openingsuren (9-10), dan zijn dat 300 mensen per uur, maar dat laatste is niet helemaal een eerlijke weergave, want de grote concentratie aan bezoeken zijn van 10 tot 12 ‘s morgens en 6 tot 8 ’s avonds, dus eigenlijk maar 4 uur en dan geeft dat 1.000 per uur. Dit is natuurlijk allemaal nattevingerwerk, maar het geeft op zijn minst een indicatie. En toch zit er een vorm van juistheid in mijn redenering, want bij de ‘Ren Ren le’ staan boven bij de ingang vierhonderd winkelmandjes en driehonderd karretjes. (Waarom zou die witneus nu die mandjes aan het tellen zijn?) Als ik om elf uur ’s morgens ernaartoe ga (in het weekend om het even welk uur), dan zijn die allemaal weg.

    ·        Een aantal mensen gaat niet dagelijks naar de supermarkt. Een beetje afhankelijk van de aard van hun druk leven, gaat men ook snel-snel naar de ‘wet-market’ (de vers markten, waar er eveneens talloze van zijn), maar dat aantal wordt dan weer gecompenseerd door het aantal mensen dat naar de supermarkt gaat voor andere dan inkoopdoeleinden. 

    ·        De onlinemarkt groeit hard. Drukke gezinnen hebben het heel wat makkelijker als ze hun waren ’s avonds op de tablet kunnen bestellen, die dan ’s anderendaags geleverd worden. Bijkomend voordeel daarbij is dan ook nog dat deze methode zo’n 10% goedkoper is, hoewel niemand begrijpt hoe dat nu zou kunnen, of het zou moeten zijn dat de traditionelen veel te veel winst aanrekenen. Nadeel is dat men bij regenweer een goeie kans maakt om doorweekte artikels geleverd te krijgen.

    2.      Het uur van de dag.

    ·        Zoals hierboven al vermeld, zijn de piekuren van 10 tot 12 in de voormiddag en 6 tot 8 in de avonduren. De redenen hiervoor zijn voor de hand liggend, namelijk de lunch is veel belangrijker dan het diner, wat wil zeggen dat de oudjes (de jonkies zijn werken) tussen 10 (na hun tai chi sessie in het park) en 12 hun inkopen voor de lunch gaan doen.  En als de jonkies ’s avonds van het werk thuiskomen willen die ook nog wel even naar de supermarkt.

    ·        De rust in de supermarkt keert echter pas na halftwee terug, want dan brengen de grootouders de kleinkinderen terug naar school (zie hieronder) en gaan ze zelf thuis een dutje doen.

    3.      De weersomstandigheden.

    ·        Supermarkten vervullen, zoals hierboven ook al even aangegeven, nog twee andere functies. Ten eerste is het een ideale schuilplaats wanneer men weer maar eens door een hevige regenbui verrast wordt en ten tweede is het een ideaal oord voor opa, oma en de kleinkinders om er de middagpauze door te brengen. Als (meestal) opa of oma, of beide om twaalf uur hun kleinkinderen van school hebben afgehaald, gaan veel van hen naar de supermarkt, want daar is het koel, daar staat de airco altijd op en dan hoeven ze die thuis niet aan te schakelen, want opa en oma schakelen nooit de airco voor zichzelf aan. Groot voordeel is ook nog dat de supermarkt, naast verkoeling, nóg heel veel te bieden heeft, zoals speelgoed (een ongelofelijke hoeveelheid ervan en allemaal nieuw), (kinder-)lectuur en hier of daar staat altijd wel een of andere demonstratievideo te spelen. En er is eten en drinken zát, natuurlijk. De ukjes kunnen bovendien in de zee van ruimte hun opgebouwde en opgekropte spanning van de voorbije drie uur ongebreideld loos laten gaan, terwijl de grootouder(s) in de massagestoelenafdeling in de demonstratiemodellen wat gaan relaxen. En als de jongelingen met hun astrant en luidruchtig gedrag andere klanten op de zenuwen werken, maakt niemand zich daar zorgen over.

    ·        De opa’s en oma’s die zich over het nog jongere nageslacht moeten ontfermen (dat zijn degenen onder de zes jaar, die nog niet naar school gaan) willen van het bezoek aan de supermarkt ook wel ooit een dagje uit maken en gelijk hebben ze want daar is het koel, daar kan men slapen, daar kunnen de kinders hun hartje ophalen en is er eten en drinken naar hartenlust. De Ikea is trouwens eveneens een zeer geliefd plekje voor een dagje uit.

    ·        Samengevat kan ik dus stellen dat de supermarkt naast inkoopcentrum ook dienstdoet als schuiloord bij regen, kindercrèche tijdens de warme schooldagen en attractiepark voor de klein ukjes.

    4.      Winkelgewoontes

    ·        Belgen, en ik veronderstel dat dat voor onze noorderburen niet anders is, gaan doorgaans een keertje per week met de auto naar de supermarkt om dan een winkelkar overvol te laden en daarna weer huiswaarts te keren, of men zou pal naast de supermarkt moeten wonen, natuurlijk, in dat geval is het leven iets aangenamer. Chinezen doen dat niet, want ten eerste, met de auto door het verkeer is een marteling (ik heb het nog altijd over de grote steden) en een parkeerplaats vinden is dat nog meer. En misschien ten derde vinden ze ‘versheid’ redelijk belangrijk (hier kan ik ook nog een boompje over opzetten, en dat doe ik nog weleens) en thuis de frigo of diepvries (als ze die al hebben) volladen voor een week is niet meteen bevorderlijk voor de versheid. Chinezen doen hun inkopen met mondjesmaat (dagelijkse behoefte per keer), wat dan uiteraard de drukte in de supermarkt erg bevorderd.

    5.      De tijd van het jaar

    ·        Tijdens de periode van het chinees nieuwjaar is het doorgaans kalm in de supermarkt.

    ·        Tijdens de langere schoolvakanties ook, althans op het middaguur.

    6.      Internationale geologische en andere omstandigheden

    ·        Natuurrampen, zoals de kernramp in Fukushima, kunnen grond van stormloop naar de supermarkt zijn.

    ·        De aardbeving in Sichuan van 2008 heeft bijvoorbeeld ook voor heel wat schaarste in de regio gezorgd, hoewel ik daar zelf geen getuige van geweest ben.

    ·        Voedselschandalen zijn dat ook, want die hebben altijd wel het gevolg dat er een of andere vorm van schaarste ontstaat én prijsstijgingen, uiteraard.

    ·        Regionale of nationale hamstersessies komen dus regelmatig voor en die kan men als onbenullige westerling beter vermijden, want het op korte tijd bemachtigen van schaarse en gewilde producten gaat meestal gepaard met heel wat verbaal, maar soms ook fysiek geweld.

    7.      Aanbiedingen

    ·        Potentiele klandizie wordt door de warenhuizen goed geïnformeerd over discounts en aanbiedingen. Dat gaat via reclamefolders in de bus, aankondigingen in liften en lobby’s van appartementsblokken, op grote borden buiten bij de supermarkten zelf of via de media. Doorgaans veroorzaken die niet zoveel opwinding, maar als bijvoorbeeld een pakje van 100 gram Tieguanyin (‘铁观音’ – ‘Tiě guān yīn’ – Exclusieve Oolong thee) voor 500 yuan aangeboden wordt (wat overigens niet zal gebeuren), dan kan men beter de volgende vierentwintig uur uit de supermarkt wegblijven.

     

    De (voor westerlingen) onvoorstelbare drukte in de super- en hypermarkten heeft uiteraard ook zo zijn gevolgen. Op de eerste plaats vergt het al heel wat moeite om binnen te geraken, want uiteraard wil iedereen weer eerst en als ik dan de rolbaan naar boven (bij de Ren Ren Le, bijvoorbeeld) toch bereik, is het trekken en duwen, want er zijn er altijd wel een aantal voor me die weer willen terugkeren. Gewoonlijk is dat dan omdat zoontje of dochtertje naar het toilet moet en wetende dat er boven geen is, gaan ze dus maar terug de straat op, maar dan is dat wel tegen het verkeer van de rolbaan in. Nog voor de rolbaan staan dikwijls standen met promoties. Dat zijn dan niet zozeer de promoties van de supermarkt zelf, maar eerder van derden die hun producten - die ze anders aan de straatstenen niet kwijtraken - aan de passeren klanten willen aanprijzen. Het is een beetje afhankelijk van de aard van de artikelen, maar als het bijvoorbeeld ‘Zeeman-‘kledij is, moet men al van goeden huize komen om door de geïnteresseerde massa heen te kunnen ploegen.

    Boven, op het einde van de rolbaan, staan normaal de wagentjes en korfjes. Normaal, want bij drukte natuurlijk niet en dan is het op zoek naar eentje, want men kan nu eenmaal geen kilo aardappelen, een stuk of vijf appels, twaalf potjes yoghurt, een paar bussels soepgroenten, een kilo waspoeder, een brood, twee pakjes boter, een karton melk, twee ingevroren kabeljauwfilets (daar trekt het toch op), een kartonnetje eieren en twee pakjes spek niet allemaal in de handen houden (die bevroren filets zijn trouwens na een minuutje al behoorlijk pijnlijk aan de vingers) en de enige mogelijkheid daarvoor is naar de kassa’s lopen en wachten tot een vertrekkende klant zijn mandje achterlaat, want een karretje is zo wie zo niet door die drukte te manoeuvreren, al maken mijn gele vrienden daar helemaal geen punt van. Maar ik ben natuurlijk niet de enige die daar dan staat te wachten en op zulke momenten komt de ware aard van de Chinezen weer boven. Als ik me dan zelf niet voor een paar seconden naar een gele homo sapiens, inclusief mind-set, metamorfoseer, dan sta ik daar met Sint-Juttemis nog. Het is dus een kwestie van de schouders breed maken, de ellenbogen uitsteken en meer acceleratievermogen toe te passen dan een Porsche 911 Carrera in huis heeft. “That’s MIIINE, lady! Hahaha!” Maar dan begint het echte werk pas. In de legumen-sectie liggen alle verschillende groenten op grote tafels en rekken uitgestald. Sommige voorverpakt, sommige in bulk. Voor de bulkartikelen is het zaak om eerst een plastieken zakje te bemachtigen, wat in normale omstandigheden geen probleem hoeft te zijn, want de rolletjes staan her en der in voldoende aantallen opgesteld. De gangen tussen de tafels en rekken zijn anderhalve tot twee meter breed en omwille van de drukte voor 110% gevuld met karretjes en mensen die elk hun eigen richting moeten uitgaan, welke natuurlijk voor iedereen een andere is. Heb ik met veel trekken en stoten toch een zakje (ik trek er altijd een stuk of vier af, men weet nooit wat men nog tegenkomt) weten bemachtigen, dan is het terug naar de groenten van keuze en kunnen de zakjes met de gewenste artikelen gevuld worden en telkens als ik een mooi appeltje of peertje of wat dan ook in het vizier krijgt en ervoor wil gaan, dan wordt het terstond voor mijn neus weggegraaid, net of ze staan te wachten tot iemand de keuze voor hen maakt om dan meteen toe te slaan. Goed, zakjes vol. De volgende stap is dan de zakjes laten afwegen, zodat de dame die dat doet er een klevertje met de prijs kan opplakken. Geciviliseerde mensen zouden zich dan netjes in wachtrijen positioneren, maar daar hebben de ‘middenlanders’ nog nooit aan meegedaan en zullen dat nooit doen. Zonder een flinke overdosis aan egoïsme en doorzettingsvermogen zal men dus nooit in staat zijn om die noodzakelijke stickertjes op de zakjes te krijgen, maar wel als men beide genoemde eigenschappen omzet in pure en brute aanvalskracht.

    Het weegproces:

    Theorie:

    1.      Men biedt een zakje waren aan en de weegdame legt het op de weegschaal.

    2.      De dame zoekt in een dik boek naar de code die overeenkomt met de inhoud van het zakje.

    3.      De dame tikt die code in op het klavier van de weegschaal

    4.      Bijna op hetzelfde moment rolt er een gedrukt stickertje uit de machine dat alle relevante informatie, zoals artikelinformatie, prijs/gewichtseenheid, gewicht, totaalprijs en een barcode voor aan de kassa, later.

    5.      De dame verzegelt het zakje, plakt het stickertje erop en overhandigt het terug.

    6.      Heeft men meerdere zakjes, moet men verdomd snel zijn om het volgende aan te bieden, want er staan een paar tientallen haaien rondom die allemaal eerste willen.

    Praktijk: zelfde als theorie, behalve punt 2 en 5:

    2.      De dame tikt de code rechtstreeks in, want die heeft al die (duizend?) codes ergens in haar hoofd zitten en die dame maakt NOOIT fouten!

    5.      Verzegelen - wat ze eigenlijk zouden moeten, want de pientere Chinezen gaan er na het wegen nog een paar bij steken, natuurlijk – doen ze niet, omdat daar gewoonweg geen tijd voor is.

    Bij de Ren Ren Le (laten we daar maar even blijven) staan drie weegschalen in de groenteafdeling opgesteld. Normaal is er maar een weegdame, bij drukte twee. Die derde weegschaal wordt enkel en alleen gebruikt door een derde dame om de voorverpakte pakketjes te labelen. En nu mag het nog zo druk zijn, of zelfs de zaak afbranden, die derde dame zal nooit eens op het idee komen om wat klanten voort te helpen. NOOIT! Hoewel er niets is dat haar daarvan zou kunnen weerhouden. Tot groot ongenoegen van de klanten, maar daar stoort ze zich niet aan, want de baas heeft gezegd dat ze die pakketjes moet klaarmaken en dat is precies wat ze doet. Onverstoorbaar!

    Er is nu al een dik uur voorbij en ik heb enkel nog maar wat groenten weten te bemachtigen. Mocht ik nu nog andere verse waren, zoals vlees of vis, nodig hebben, dat zal hetzelfde scenario zich opnieuw gaan afspelen. Laat dat nu maar niet het geval zijn en me maar beperken tot een paar andere artikelen. Of ik in staat zal zijn om die te bereiken, is puur afhankelijk van het feit of ze bereikbaar zijn. Soms wil de zaak dringend van bepaalde waren af. Als ze al drie keer verjaard zijn, bijvoorbeeld. Daar wordt dan ergens wat plaats voor gemaakt en worden die dingen uitgestald. Omwille van de dringendheid is de prijs van die artikelen uiteraard gezakt tot slechts een fractie van de origineelprijs. Nu, als zo’n stand tussen mij en mijn gewenste volgende aankoop gepositioneerd is, dan kan ik het beter vergeten en de aankoop uitstellen tot een volgende keer, want daar is dan absoluut geen doorkomen aan, zelfs niet met zwaar geschut.

    O wee als ik eerder iets vergeten ben, en meestal is dat zo en ligt dat helemaal vooraan in de winkel, daar waar ik een paar uur geleden gepasseerd ben.

    Zelfs al is het zo druk. Toch moeten de rekken uiteraard vol blijven. Dat wil zeggen dat een paar leden van het personeel met de nieuwe waren van de magazijnen tot aan de betreffende lege, of halflege, rekken moeten zien te geraken. Op de kalme momenten doen ze dat met van die flinke uit de kluiten gewassen stootkarren, waarvoor de weinige klanten toch nog heel wat plaats moeten maken, zodat ze door kunnen. En op de drukke tijdstippen doen ze dat ook.

    Als laatste komt natuurlijk het betalingsproces aan de beurt. Het is bij drukte nooit de moeite waard om de best geschikt rij uit te zoeken. Met de best beschikte rij bedoel ik dan de rij aan de kassa die ofwel het kortst is, ofwel waar van de klanten heel weinig te declareren hebben. Degenen die altijd door moeder de vrouw uit winkelen gestuurd worden, kennen dat wel. Nooit de moeite waard, want al zijn er toch wel een vijftigtal kassa’s de rijen zijn overal even lang. Dat wil zeggen dat een aanzienlijk deel van de gangen tussen de winkelrekken ook met wachtende betalers gevuld zijn en als daar dan ook nog eens zo’n bevoorradingskar door moet (en dat moet altijd), dan is het complete chaos, want niemand wil opzijgaan uit schrik z’n plaats te verliezen en weer helemaal achteraan te moeten gaan aanschuiven. Onze oerinstincten van territoriumdrift komen bij het wachten aan de kassa altijd goed van pas, want de voorkruipers vertegenwoordigen in China doorgaans meer leden dan de niet-voorkruipers. Het is dus altijd weer zaak om zijn met geduld verworven plaatsje met hand en tand te verdedigen. Er zijn ook altijd wel een aantal mensen die bij de kassa van gedachten veranderen. Die nemen dat het toch niet zo gewenste artikel uit hun kar of mandje en gooien maar naar ergens waar er plaats voor is. Er is zelfs speciaal personeel aangesteld om die waren op te halen en weer op hun oorspronkelijke plaats te leggen, al is dat voor verse waren wel ietsje moeilijker natuurlijk. Het betalen op zich loopt doorgaans vrij vlot. Die kassierstertjes kennen hun taak en zijn meestal ook wel behulpzaam. Tot er iemand het niet eens is met ofwel de prijs van een artikel, ofwel met de totaalprijs. Wel, als dat het geval is, hoe druk ook, dan kan men beter een andere rij op gaan zoeken, wat dat kan dan een kwestie van uren, inclusief een hele hoop kabaal, worden. Gewoonlijk moet dan de kassabaas van dienst eraan te pas komen om soelaas te bieden, maar eer ze die dan gevonden hebben, is er weer een uur voorbij. En dan hebben we hem nog maar gevonden, wat nog niet wil zeggen dat hij ook bereid is om helemaal tot aan de kassa te komen. Die overtuigingsperiode duurt dan meestal ook nog wel een uur. Pijnlijk is tegenwoordig ook het mobiel betalen, zo met die barcodes. Ten eerste staan die dingen, geloof ik, nog niet helemaal op punt, want er gaat altijd wel iets fout, ten tweede duurt het een eeuwigheid eer de dames (meestal zijn het dames die zo willen betalen, echt waar) hun telefoon tussen al de rommel in hun sacoche gevonden hebben (ze houden die nooit eens op voorhand klaar, hoewel ze daar tijd genoeg voor gehad hebben), dan duurt het nog eens een andere eeuwigheid eer ze die app (vroeger heette dat programma, nu app) gevonden en geactiveerd hebben en ten derde komt er net op dat moment geheid een telefoontje binnengelopen en dat moet dan eerst even beantwoord worden, want dat is uiteraard veel belangrijker dan die miljoen mensen die achter haar hun beurt staan af te wachten.

     

    Nu begrijpt u, beste lezer, waarom ik er de voorkeur aan geef om alleen maar op werkdagen tussen twee en vijf naar de supermarkt wil gaan.

     

    ****

     

    Voila, ik heb mijn zaken en onzen Alpha zal straks blij zijn, want naast de darmpjes heb ik ook nog wat kippenlevertjes en wat stukjes pens op de kop kunnen tikken. Gelukkig had de slager er geen idee van dat het voor de hond was, anders had hij het waarschijnlijk niet meegegeven. Jammie!

    “En? Hoe was de ontmoeting met Chester verlopen?”

    “Haha, prima! Maar het is wel een rare kwiet!”

    “Ja inderdaad. Een rare kwiet, maar slim en een goed hart.”

    “Ik vind jou slimmer, Robert.”

    “Hmm. Ik denk dat je twee zaken door elkaar haalt.”

    “Hoezo?”

    “Er is een verschil tussen wijs en slim. Slim is intelligent, wat betekent in staat zijn om erg snel tussen veel zaken verbanden te leggen en juiste conclusies te trekken. Ook instaat zijn om diezelfde of andere zaken snel te begrijpen en ook veel zaken snel te begrijpen.”

    “Ja, en wijs dan?”

    “Iemand die wijs is, is iemand met veel ervaring en weet hoe met die ervaringen om te gaan, waar ze van pas komen en waar niet.”

    “Hmm ja. Maar toch denk ik dat je ook slim bent. Mei Ling heeft geluk met jou.”

    “Haha. Ik heb ook veel geluk met Mei Ling, Jinjing. Er is nog een derde eigenschap die met wijsheid en intelligentie te maken heeft.”

    “En dat is?”

    “Innerlijke schoonheid, Jinjing. En daar is Mei Ling heel rijk aan. Aan uiterlijke schoonheid trouwens ook.”

    “EQ.”

    “Wel ja, EQ heeft daar ook mee te maken. EQ is het omgaan met zowel de innerlijke schoonheid van jezelf als met die van anderen.”

    “Ik vind dat jij alle vier die eigenschappen hebt.”

    “Hou maar op, ik word er melancholisch van.”


    “Qian had Chester wel drie keer gezegd dat hij z’n kop zou afzagen. Hij zei dat hij beter niet meer zou gaan slapen.”

    “Haha. Qian neemt het wel serieus, eh?”

    “Ach, dat verandert nog wel. Hij is nog jong.”

    “Waar heb je met Chester zoal over gepraat?”

    “Hij gaat me wiskunde en informatie aanleren.”

    “Een nieuwe uitdaging.”

    “Ja, ik denk het wel.”

    “Heeft hij iets gezegd over artefacten of zo?”

    “Neen, maar hij heeft me wel gezegd dat hij in geschiedenis, de geschiedenis van China geïnteresseerd is.”

    “Hm ja, daar weet ik van. Ben jij in China’s geschiedenis geïnteresseerd?”

    “Ik ben geïnteresseerd in alles, Robert!”

    “Haha, ja natuurlijk. Hou je van research? Opzoekingswerk?”

    “Tuurlijk, dat staat gelijk aan kennis verwerven. Maar waarom vraagt je me dat allemaal? Scheelt er iets?”

    “Neen, niks, gewoon interesse in mijn beste vriendin.”

    “Hey! Je bent veel te eerlijk om te liegen, Robert, zeg me maar waar je aan denkt.”

    “Haha, ik ben te eerlijk om te liegen en jij bent te slim om in de luren te kunnen leggen. Ok, luister…”

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-06-2017, 00:00 geschreven door BenC  
    Reacties (0)
    06-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Terug van (even) weggeweest.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hallo, beste bezoeker.

    Het is nu acht jaar geleden sinds mijn laatste bericht op deze blog, maar ik heb me voorgenomen om af en toe toch weer eens een verhaaltje uit China te delen.

    We zijn intussen halfweg 2017 en ik bevind me nog steeds in het ‘middenland’, jaar 16 is dus lopende.

    Tussen 2009 en nu is weer heel wat gebeurd, dus heb ik voldoende stof voor het schrijven van leerrijke, aangename, plezante verhaaltjes die China zo typeren.

    Zoveel stof zelfs dat ik in 2014 besloten heb om mijn ervaringen in boekvorm te gieten. Alleen heb ik na een tijdje moeten constateren dat een boek met redelijke omvang nog niet half genoeg is om alles in kwijt te kunnen. Dat betekent dat deel drie in wording is, waarmee nog het einde niet in zicht is.

    Het hoofdthema van het boek, of de boeken intussen, is ‘waarom?’. Waarom zijn China en zijn inwoners anders? Het is een zoektocht naar het antwoord op deze simpele, doch o zo moeilijk te beantwoorden vraag. De verhalen behandelen alles wat over China gaat. Ze gaan over geschiedenis, cultuur, taal, gastronomie, antropologie, politiek (waarmee ik me op ietwat glad ijs begeef), de sociale aspecten, toerisme, kortom alles wat het ‘middenland’ te bieden of te nemen heeft en zijn doorspekt met een flinke dosis humor, kolder, spanning (misdaad!) en zelfs een vleugje erotiek.

    Als bezoeker van deze blog mag ik aannemen dat u in China geïnteresseerd bent en als u zich wat meer in de materie als dusdanig wil verdiepen, is het boek eigenlijk een must, al wil ik natuurlijk wel bescheiden blijven.

    Ik heb ervoor gekozen om de verhalen tweetalig neer te schrijven, dat heet dat de basistaal Nederlands in, maar de dialogen tussen internationale personages Engels gebleven is, net zoals ze zich voorgedaan hebben.

    Het boek is voorlopig enkel in ‘Kindle’-formaat (Kindle, E-reader, Tablet, enz) bij Amazon te verkrijgen, dus ik zou zeggen, neem eens een kijkje. Mocht u toch opteren voor een andere uitvoering, zoals pdf of zelfs een hardcopy behoort tot de mogelijkheden, gelieve me dan via deze blog te contacteren.

    Dit zijn de links naar 'Je bent in China!' op Amazon:

    Deel 1: https://www.amazon.com/dp/B072JKN3F2

    Deel II :  https://www.amazon.com/dp/B07283D3PS



     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-06-2017, 00:00 geschreven door BenC  
    Reacties (0)
    Archief per maand
  • 06-2017
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs