Nog meer watervallen en ander natuurschoon (22oktober)
Voor we de volgende morgen vertrokken terug richting Ravenshoe gingen we een kijkje nemen aan de creek die gevormd werd door de hotsprings. Daarna zetten we onze reis verder met een tussenstop aan de Millstream falls. In de hoogste bakkerij van Queensland kochten we een lekker ontbijt. Dan reden we door naar the Crater, een diepe krater die ontstaan is door gasontsnappingen in een zijkrater tijdens een vulkaanuitbarsting. Na het nuttigen van ons pas gekocht ontbijt gingen we de immense krater bewonderen. Daarna ging het richting Malanda, waar we ook de watervallen gingen bekijken. We vervolgden onze reis en maakten tussenstops aan 2 grote en prachtige kratermeren. De volgende halte was Granite gorge, waar zeldzame kleine Wallabies tussen de rotsen leven. Dan ging het verder naar boven tot in Daintree village, waar we een goedkope camping vonden gelegen aan de Daintree river.
Vanuit Mission Beach reden we terug naar de Highway en dan terug noordwaarts. In Innisfail namen we de afslag het binnenland in. Al vlug kwamen we de eerste watervallen tegen die we konden bereiken na een wandeling door het regenwoud. Met onze flipflops die wandeling maken was echter geen zo'n goed idee: er zaten namelijk veel bloedzuigers. De volgende waterval konden we gewoon van aan de kant van de weg zien, dat was gemakkelijker. We reden nog een kort omweggetje door het regenwoud, voor we onze watervalroute vervolgden. Die bracht ons langs nog drie watervallen waarvan de laatste , de Millaa Millaa falls, de bekendste en grootste zijn. Dan hadden we wel genoeg watervallen gezien en reden we door naar Ravenshoe, waar we in een plaatselijk restaurantje lekker gegeten hebben. Nadat de innerlijke mens terug gesterkt was, reden we nog verder het binnenland in tot Mount Garnet. Onderweg kwamen we veel grote termietenheuvels tegen. Dan keerden we terug op dezelfde weg tot in Innot Hot Springs, dat, zoals de naam het zegt, gekend is voor zijn warmwaterbronnen. We bleven daar op een camping, die verschillende koude en warme(door de hot springs) zwembaden had, waar we dan ook geruime tijd in vertoefden.
bezoek aan de hoogste watervallen van Australië ((20oktober)
Beetje uitgeslapen vandaag en ons klaargemaakt om terug verder te gaan. We gingen nog eens naar het strand in Lucinda en daar loopt er een lange pier tot 5km in de zee om de ruwe rietsuiker via een buis tot in de grote schepen te blazen. Dan reden we via Ingham en een lange weg door het Girringun National Park waar er veel koeien zomaar rondlopen. Het was een steile en koele klim over een dirtroad in het regenwoud naar het uitkijkpunt waar je de Wallaman falls en de vallei kan bewonderen. Indrukwekkend schouwspel. Je voelt je maar klein als je daarboven staat. Dan zijn we naar de Five Mile creek gereden, daar zouden steenvissen (goed gecamoufleerde vissen met giftige stekels op hun rug) leven maar we hebben geen gezien , ook al is het water er zo helder dat je makkelijk de bodem ziet. In Cardwell stoofden we ons potje klaar in de camper en aten op een bank in het park langs de kust.Na het eten liepen we nog eens over de pier om te kijken of we geen zoutwater krokodillen zagen maar het water was te troebel. We reden dan nog iets door tot Mission Beach (gebied waar vaak cassuaries gezien zijn) en daar bleven we op een camping aan het strand.
We gingen terug noordwaarts de Bruce Highway op om na 60km af te slaan de bergen in.Daar kwamen we na een steile kronkelende weg te volgen aan een prachtige waterval aan een klein bruggetje. We namen onze tijd om daar wat rond te wandelen maar we smeerden ons wel eerst goed in tegen insecten want vanaf hier is dit wel een noodzaak. Na het bezoek aan de watervallen gingen we door naar boven en stopten op een parking. Vandaar maakten we een lange wandeling door het regenwoud die ons naar een dal bracht met andere watervallen. De natuur is hier nog zo onaangeroerd en puur. Je hoort overal vogels maar door de dichte beplanting zie je ze meestal niet. Eens terug op de Bruce Highway reden we de andere kant van het Nationale Park terug in om naar rockwaterslides te gaan kijken. Daar gaat de plaatselijke bevolking gaan glijden in de natuurlijke waterglijbanen. We reden dan nog door tot Ingham om boodschappen te doen en besloten een slaapplaats te zoeken in het kustdorpje Lucinda.
De morgen na ons zeilavontuur zijn we op de camping het voederen van de vogels gaan bekijken voor we terug op weg gingen. We hebben in Airlie Beach nog een lokaal marktje bezocht waarna we vertrokken richting Bowen. Onderweg zijn we gestopt bij een paar mooie stranden en lookouts. In Bowen hebben we overnacht en de volgende dag reden we door richting Townsville. Daar aangekomen hebben we een wandeling gemaakt langs het strand. Dan zijn we de heuvel opgereden die midden in de stad ligt en waarvan we boven aangekomen een mooi uitzicht hadden over de stad. Terug beneden ging het richting camping waar we gebruik maakten van de heel mooie en propere campingkeuken.
Vroeg in de morgen werden we aan onze camping opgehaald door een bus die ons naar de haven bracht. Daar moesten we inschepen op een paarse catamaran: De Camira. Na een heel eind zeilen op die prachtige boot, werden de mensen die wilden snorkelen met een klein motorbootje tot de snorkelplaats gebracht. Nadat iedereen na het snorkelavontuur terug aan boord was, zeilden we door tot Whiteheaven Beach. Terug met het kleine bootje werd iedereen tot aan het strand gebracht. Het was echt een magnifique strand met heel fijn wit zand. We hebben er gezwommen in het prachtige blauwe water, echter wel met een stingerpak aan ter bescherming van de stingers (kwallen; ook al hebben we geen gezien). Terug aan boord konden we aanschuiven voor de lekkere barbecue lunch, waarna we nog enkele uren doorvaarden tussen de vele eilandjes. In de namiddag kregen we ook nog enkele lekkere hapjes voorgeschoteld. Nog steeds aan boord konden we genieten van de ondergaande zon: echt prachtig! Na 18u zijn we terug aangemeerd in Abel Point Marina, vanwaar de bus ons terug naar de camping bracht. Als afsluiter van deze prachtige dag zijn we 's avonds in de stad nog een lekkere pizza gaan eten.
Met hevige regen zijn we opgestaan en vertrokken richting Airlie Beach. Gelukkig begon het enkele kilometers verder op te klaren en konden we toch enkele stranden met mooi weer gaan aanschouwen, dit waren onder andere Blacks Beach en Dolphin Heads. We namen ook nog even de afslag richting Conway Beach, waarna we naar Airlie Beach reden. Daar aangekomen hebben we eerst een camping gezocht en die vonden we ook vlot. Het was trouwens één van de beste die we al gehad hebben. Na het inchecken zijn we terug naar het dorp gereden waar we in een youthhoustel onze catamarantocht voor de volgende dag geboekt hebben. Aangezien de camping ons erg aansprak en ze ons de volgende dag van daar kwamen oppikken, hebben we dan maar een nacht extra geboekt. 's Avonds hebben we in de campingkeuken gezellig samen gekookt met enkele andere mensen (elk zijn eigen potje weliswaar) en gegeten.
We maakten in Sarina een korte strandwandeling op Grasstree Beach waar we de eerste verwittigingsborden zagen voor stingers (gevaarlijke kwallen). Dan vertrokken we met een stralend zonnetje richting één van de grootste kolenterminals ter wereld. De kolen komen er toe vanuit het binnenland met lange treinen van 105 wagons. Het was indrukwekkend om te zien. Daarna ging het landinwaarts richting Eungella waarbij het laatste stuk heel steil naar boven ging. Onderweg kwamen we voorbij kleine watervalletjes en hadden we mooie vergezichten. Boven aangekomen bereidden we een lekker middagmaal op de barbie en reden we nog enkele minuten door tot aan de rivier waar vogelbekdieren leven. We zagen ze iets verder in de rivier zwemmen, maar ze lieten zich niet fotograferen. We zagen wel veel schildpadden, een waterslang en een blue kingfisher (mooie kleurrijke vogel). Daarna reden we terug naar Mackay waar we een camping
Nog verder The Outback in en terug richting kust(13oktober)
We gingen van onze slaapplaats terug richting Blackwater en reden dan richting Emerald, waar we een stevig ontbijt namen. We reden nog een klein stukje westwaarts op de Capricorn Highway en sloegen dan af in Anakie richting Sapphire en Rubyvale. Dit zijn twee mijndorpjes waar edelstenen worden ontgonnen en verwerkt. We maakten er ook kennis met de plaatselijke bevolking (koeien). Ze liepen overal, je zag ze overal. We reden dan terug richting kust via Capella, Tieri en Dysart waar de 6 grootste steenkoolmijnen van de wereld zich bevinden. Eens we in Nebo kwamen, zochten we een slaapplaats, maar helaas was er niets te vinden. Het begon weeral donker te worden en we besloten dan maar om naar Sarina door te rijden, net voor de kust, waar we een camping vonden. We hadden deze dag 622km afgelegd.
Begin van een lange tocht door The Outback(12 oktober)
Na terug een nacht met storm waren we weer vroeg uit de veren. Nog wat nodige info, benzine en andere zaken regelen voor we de Capricorn Highway opreden het binnenland in. We verlieten deze highway na een paar honderd kilometer om een eenzame lange weg te nemen die ons in Aboriginal gebied bracht. We reden er door een dorp waar vooral Aboriginals wonen, er gelden strenge regels voor bezoekers ivm alcohol, drugs, ... . Dan reden we de hele weg terug tot bij de highway om dan even verder terug een eenzaam weggetje te volgen door de vlaktes en dit bracht ons uiteindelijk hoog op een berg in Tableland National Parc. Eens dit doorkruist te hebben reden we terug naar de Highway en zochten we in Blackwater (mijnwerkersdorp) een slaapplaats, dit vonden we een kleine 25 km verder op een gratis camping. De vervelende en bijtende zandvliegjes moesten we er maar bijnemen.
We waren vroeg wakker geworden en we stonden op een parking met nog 3 andere campertjes. De avond ervoor hadden we geen idee hoe de omgeving eruit zag maar wat een mooi zicht toen we opstonden. Een kleine bay met kleine bootjes, goudgele stranden en een opkomende zon. Na een stevig ontbijt gingen we nog iets verder de heuvels op richting kust waar we een zicht hadden over de oceaan en de zon die erop speelde. We reden dan terug landinwaarts via een dirtroad die tussen nationale parken liep tot in Gladstone. Daar gingen we naar het infobureau. Dan ging het richting Rockhampton en verder naar Yeppoon waar we op een mooie camping overnachtten.
We waren vroeg uit de veren om naar het voederen van de dolfijnen te gaan kijken. Het was mooi om deze dieren eens in het wild te zien al waren het er maar 2. Toen zijn we eens wat plaatselijke lekkernijen uit de bakkerij gaan proeven als ontbijt terwijl we verder naar het noorden reden. De route liep langs hectaren aangeplante bomen die ze gebruiken voor papier en woningbouw. Aangekomen in Hervey Bay gingen we naar verschillende plaatsen langs de kust om walvissen te spotten, we hebben er jammer genoeg nog geen gezien. In Childers namen we een picknick in het dorpsparkje en rustten we wat want we waren al vroeg op. Via Bundaberg reden we naar Rules beach maar we vonden er geen plaats om met de camper te staan en het werd weeral donker. Dan maar in het pikdonker doorgereden naar het dorp met de mooie naam '1770' en dit komt van het jaar dat Cook daar aan land ging in Australië.
De laatste dag dat we bij Adam en zijn gezin waren, was een rustige dag. 's Morgens zijn we ugg boots gaan kopen bij een plaatselijke handelaar. Die zijn hier namelijk veel goedkoper dan bij ons. Ik(Sev) zal lekkere warme voetjes hebben deze winter. Daarna zijn we nog een lekkere pint gaan drinken in een prachtig café. (maar wel duur). Daarna reden we naar Mooloolaba, waar we nog eens door de winkelstraat liepen en iets aten. Daarna gingen we terug naar Adam's huis,om in te pakken en afscheid te nemen . We reden nog naar Tin Can Bay om de camping te zoeken die we voor ogen hadden en waar we de nacht weer in onze camper doorbrachten.
We stonden heel vroeg op om (twijfelachtig door het slecht weer) te vertrekken naar Noosa heads waar ze ons om 6 uur kwamen ophalen met een four wheel drive busje. Van daaruit ging het richting Inskip point waar we het veer opgingen om naar Fraser Island te varen, het grootste zandeiland van de wereld. Toen we daar aankwamen klaarde de hemel open. Na een helse maar leuke rit op het eiland kwamen we aan Lake Mc Kenzie, met helder water en prachtige witte stranden. Na een korte duik in het nogal frisse water stapten we terug in de bus voor weer een helse rit naar Central station. Daar kregen we na een korte wandeling een lekkere barbielunch voorgeschoteld. Daarna werd ons eten wat dooreen geschud tijdens een opnieuw hobbelige rit voornamelijk over het strand die ons tot het scheepswrak bracht. Dit wrak ligt daar reeds 75 jaar op het strand en is al flink doorroest. Dan begonnen we aan de terugweg over het strand. Onderweg maakten we nog een tussenstop aan Eli creek met kristalhelder water. We zijn door de creek gewandeld (in het water)en terug aan de bus kregen we nog een lekkere kop koffie of thee. Dan ging het terug richting het veer om dan, eens terug op het vasteland (Rainbow Beach), de terugweg naar Noosa heads aan te vangen. Die ging over het strand, wat een ongelofelijk avontuur was! Toen we terug bij Adam's huis waren, konden we Matt en Trudi verwelkomen, die ons ook graag wilden ontmoeten.(Matt kenden we ook nog van toen ze in Europa waren) We hebben samen gezellig gegeten, waarna we moe maar tevreden in ons bedje kropen.
Vanaf Adam's huis was het slechts een klein half uurtje rijden naar de Australian Zoo; dit is de zoo van Steve Irwin, beter bekend als 'The Crocodile Hunter'. Het is een prachtige zoo: alles is heel goed onderhouden en de dieren hebben veel ruimte. Je kan ze ook van heel dichtbij zien. De kangoeroes kan je zelfs eten geven. Het hoogtepunt was dat we met een koala op de foto konden. We zagen onder andere ook nog grote krokodillen,een tasmanian devil, dingo's, lizzards die zomaar overal rondliepen, slangen,kasuari's en natuurlijk ook koala's van heel dichtbij waarvan we er zelfs één konden aanraken. Kortom, het was zijn geld meer dan waard.
De streek verkennen met de familie Shepherd (5 en 6 oktober)
De eerste dag bij de familie Shepherd namen we een gezellig gezamenlijk ontbijt, waarna zij ons op sleeptouw namen om de streek te verkennen. We gingen naar de haven van Mooloolaba waar we scampi`s kochten die we iets verder langs de kust opaten met een mooi uitzicht op zee. Daarna gingen we nog wat pootjebaden en deden we nog wat boodschappen voor het avondeten dat we samen nuttigden. De volgende dag bezochten we een lokale markt waar ze veel prachtige `handmade` dingen verkochten. We proefden er van een lekker `gingerbeer` dat heel fris was in het warme weer. Daarna reden we door naar het nationaal park in Noosa Heads, waar er koala`s in het wild leven en er heel mooie stranden zijn. We hadden zelfs het geluk 1 koala in het wild te zien. Rob en Adam amuseerden zich in het helderblauwe zeewater. We eindigden de dag met een lekker stukje kangoeroevlees dat we voor het eerst proefden.
We hadden een regenachtige nacht en stonden met onze camper in een nieuwe verkaveling die nog in aanbouw was. `s Morgens reden we langs de Pacific highway via Grafton en Red Rock (mooi klein dorpje) naar Byron Bay. Onderweg zagen we kangoeroe`s tussen de koeien, pelikanen en grote suikerrietvelden.Ons middagmaal hebben we genuttigd in een roadcafe, daar aten we heeeel lekker. Voor we in Byron Bay waren konden we veel surfers zien vanop de kliffen langs de kust. Eens in Byron Bay gingen we door weer en wind de vuurtoren bekijken en het meest oostelijke punt van het vaste land van Australie. Het begon al terug tegen 18u te lopen dus moesten we op zoek naar een camping, die vonden we iets verder in Brunswicks Heads. Na een stormachtige nacht (een van onze buren met een caravan van 2 ton ging zelf iets van de grond ) maakten we een wandeling naar de monding van een rivier in de oceaan op zoek naar walvissen en dolfijnen die er soms gespot werden maar we hadden geen geluk. De weergoden gunden ons veel zon en ik(Rob) maakte al kennis met de intensiteit ervan nl. een verbrande bovenarm. We zetten onze reis verder richting Brisbane en reden door Tweed Heads en Surfers Paradise. Onderweg kwamen we voorbij prachtige stranden. Eens we ons door Brisbane geworsteld hadden namen we rustig de tijd om eens een van de openbare barbies te gebruiken. Dan op naar het heuvelachtige Maleny waar je schilderachtige uitzichten hebt over heuvels, dalen, stranden en eilanden. We volgden dan een route waar een paar creeks zijn met helder water, door sommige loopt een weg die je enkel met 4X4 mag doorkruisen. Het werd weeral wat donker en het is gevaarlijk om dan nog rond te rijden omdat `the wildlife` zich nogal aangetrokken voelt tot de lichten van een wagen . In de haast om terug in de bewoonde wereld te zijn reden we een dirtroad op die na 4km door het donker te rijden uiteindelijk stopte, dus de hele weg terug. We zagen wat van die grote padden in de lichtbundels springen voor de auto. Eens terug in de stad aten we ons avondmaal en reden door naar onze Aussievrienden (Adam en Angela, Joshi en Mia) waar we hartelijk welkom waren.
Langs de kust via Port Macquarie naar Coffs Harbour (02 oktober)
's Morgens opgestaan met een leuk spectakel nl. een wilde kalkoen die de buren hun marshmellows aan het oppeuzelen was. Nadat we ons klaargemaakt hadden heb ik de camper vastgereden in het mulle zand, Gelukkig zijn ze hier niet alleen erg vriendelijk maar ook erg behulpzaam waardoor we met behulp van de buren na twee pogingen toch konden vertrekken. Langs mooie stranden en prachtige meren reden we richting Port Macquarie en stopten onderweg om te picknicken op één van de vele mooie voorzieningen hier(er is ook meestal een gratis gasbarbie aanwezig). In Port Macquarie aanschouwden we de wilde oceaan van aan de vuurtoren en wandelden we langs de mooie beschilderde rotsen in de haven. Er was vandaag een minpunt: barslecht weer; storm en regen We reden dan door naar Coffs Harbour waar we in een Mac Donalds online gingen om onze blog aan te vullen. Nu nog een slaapplaats zoeken om met onze campervan te staan (het is nu reeds22u15).
Na een koude nacht zijn we via een grote toer rond Lithgow door 2 nationale parken naar Hunter Valley gereden. Onderweg veel kangoeroe's en wombats gezien maar jammergenoeg maar één levende wombat, er zijn hier veel roadkills. Ook hebben we bosbranden gezien die blijkbaar aangestoken worden door de bush firemen om tijdens het droge seizoen grote bosbranden te voorkomen. We doorkruisten Hunter Valley dat de wijnstreek is van Australië om zo richting de kust te rijden op zoek naar een slaapplaats. Terug in het donker vonden we, nadat we over dirt road reden een gezellige camping in de duinen. We hadden 4 jonge Australiërs als buren en hebben met hen nog een biertje gedronken aan het kampvuur. Het was gezellig (ook warmer dan in de bergen) en we zagen nog een possum in de bomen. PS het links rijden begint al wat te wennen, gelukkig heb ik een allerte copilote die me geregeld op mijn spookrijden wijst
Na de 2 dagen in een heel drukke stad konden we eindelijk de campervan ophalen. Gepakt en gezakt zijn we met de trein naar Koogarah geweest om daar bij All Seasons Campervans ons transportmiddel op te halen. De GPS die we gevraagd hadden was niet voor handen dus is het met de roadbook te doen.(gaat redelijk vlot, goeie copiloot ) Eerst wat boodschappen doen om dan verder door te rijden naar The Blue Mountains, waar we een paar uitzichtpunten bezochten om dit natuurschoon te bewonderen oa. The Tree Sisters, Wenworth Falls. Na dit gezien te hebben gingen we een slaapplaats zoeken voor de nacht, dit was voorzien op een range in Megalong valley maar bij aankomst (reeds in het donker18u) bleek de accomodatie niet goed dus maar naar Blackheath waar we een heel goeie camping gevonden hebben. Onderweg hebben we onze eerste kangoeroe's gezien.