Genus tiliqua scincoides (blauwtongskink)
Beschrijving:
De Genus tiliqua is een van de hagedissoorten, hier beschrijf ik een van de meest voorkomende soort namelijk de genus tiliqua scincoides. De meeste soorten vinden we terug op het Australische continent met ook in Nieuw Guinea, Sumatra, Indonesië en de Tasmaanse eilanden. De biotopen variëren van woestijngebieden en savannes tot subtropisch en tropisch regenwoud en zelfs op grote hoogten kan men tiliquas aantreffen.
Herkomst en biotoop:
Ruim verspreid in het Zuid-Oosten en Noorden van Australië in gematigde en half woestijngebieden.Uiterst variabel in kleuren (bruin, donkerrood, oranje, grijs en zwart) en ditto patronen. De volwassen lengte bedraagt ongeveer 35 tot 55 cm. Tilimua s. intermedia kan zelfs tot 70 cm lang worden. Het aantal jongen varieert tussen 5 en 20, deze zijn ongeveer 12 cm groot.
Verzorging en huisvesting:
De jonge skinken worden best individueel opgekweekt in niet te grote terraria met een bodem bestaande uit een dikke laag schors. Vele liefhebbers maken hun eigen mengsel van gewassen zand en gesterliseerde (pot) grond. Men kan de bodem bedekken met gedroogde bladeren, mos en sphagnum mos. Vochtigheid is belangrijk, dus ook ventilatie omdat een bekleumde inrichting problemen kan geven (huid- en respiratoire ziekten). Men richt het terrarium verder in met enkele schuilplaatsen en voor adulte exemplaren, die een relatief groot verblijf vereisen, kan men ook reliëfs uitwerken bestaande uit opeengestapelde stenen en stronken. Deze laatste dienen zodanig geconstrueerd te zijn zodat deze logge en krachtige dieren zich niet kunnen verwonden. Tegelijkertijd moet alles praktisch zijn om zo netheid in de leefruimte te betrachten. Onder de warmtelamp(en) mag de temperatuur, gemeten iets boven de bodem tot 38°C bedragen, terwijl we voor een gradiënt moeten zorgen naar een ambiënte temperatuur van ongeveer 22°C. Zorg steeds voor vers water in een stevige, niet te hoge schaal en plaats het drinkwater in het koelere gedeelte. Deze skinken zijn omnivoor wat inhoudt dat ze zowel dierlijke als plantaardig eiwitten tot zich nemen. In de vrije natuur voeden ze zich met alles wat er enigszins eetbaar uitziet. De kunst hier is om een zo uitgebreid mogelijk dieet te voorzien bestaande uit een mix van allerhande soorten fruit, puppy voer uit blik gemengd met groenten. Ook meelwormen worden vaak gretig gegeten. Regelmatig het voedsel vermengen met een calciumpreparaat is nodig voor een gezonde groei en vermijdt vitamine D3 deficiëntie.
Kweken:
Om tot een homonale balans te komen last men in gevangenschap vaak een zogeheten afkoelingsperiode in om tot succesvolle kweekresultaten te komen. Het aantal uren daglicht geleidelijk verminderen alsook de temperatuur (september/oktober) waardoor er automatisch een wijziging komt in de temperatuur. Vanaf februari wordt dit proces omgekeerd en wordt er vaker gesproeid om de vochtigheid op te drijven. Nadien wordt een mannetje geïntroduceerd in het terrarium van het vrouwtje. Normaliter gaat het mannetje onmiddelijk over tot het achtervolgen van het wijfje om deze tot paring te dwingen. Vaak wordt hierbij het vrouwtje in de flank of nek gebeten. Met een beetje geluk heb je een viertal maanden later enkele kleine skinkjes rondlopen.
Besluit:
Tiliqua scincoides is een nieuwsgierige en intelligente skink die de moeite is om voor te zorgen. Ze kunnen tot 20 jaar oud worden en de meesten worden echt handtam. Het zijn ovovivipare (eierlevendbarend) dieren die afhankelijk de ondersoort tamelijk groot worden. Vandaar dat we het van genoeg ruimte moeten voorzien. Het zijn territoriale hagedissen waardoor het te vermijden is om meerdere mannetjes samen te huisvesten. De jongen zijn een replica van de ouders en groeien, mits de correcte verzorging, binnen enkele maanden uit tot grote en stevige dieren.
16-01-2006, 11:10 geschreven door rik 
|