Dit dier is alleen maar terugtevinden op het eiland Madagaskar. De sanzinia madagascariensis wordt ook wel "hondskopboa" genoemd maar heeft eigenlijk bijna niets met de corallus caninus gemeen behalve dan dat beide soorten ovovivipaar (levend barend) zijn en de jongen een duidelijke kleur verschil hebben met de oudere dieren. Tussen 6 maanden en 1 jaar beginnen de jongen hun jeugdkleed te verliezen en krijgen de kleuren van hun ouders. De kop van de sanzinia is duidelijk van de hals gescheiden en de beschubbing bestaat vooral uit kleine schubben tussen de neusgaten bevinden zich twee paar grotere schilden. De bijzonder hoge supralalbirale schubben (bovenlip schubbenà zijn hol en doen dienst als receptoren voor het opvangen van IR (warmte) straling uitgestraald door warmbloedige ieren. De kleuren van de sanzinia kan licht groen tot donker groen of kaki zijn of beige tot donkerbruin, rood of licht tot donkergrijs,deze kleuren zijn afhankelijk van de plaats van herkomst op Madagaskar. Het tekening patroon bestaat uit witte, lichtgrijze en donkere schubben die soms een ruitvormige patroon vormen. De maximum lengte bedraagt 2,8m maar meestal minder dan 2m, de grijze vorm is nog kleiner en houdt het op 1.5m.
Huisvesting:
Deze slangen soort kan men in een esthetisch ogende terrarium houden maar beter is een hygienisch terrarium daar het nogal bevuilende dieren zijn. Een middelgroot terrarium met de afmetingen 70cm hoog, 40cm diep en 120cm lang is voldoende vooor een koppel dieren. Uiteraard mag er een klimtak, schuilplaatd en drinkbak niet ontbreken, deze attributen dienen van stevige materialen te zijn en indien mogelijk vast bevestigt worden. De grondbedekkking kan uit houtsnippers of (kranten) papier bestaan, en dient door hun vrij vlugge bevuilingt regelmatig te worden ververst. Verlichting: tijdens de zomermaanden dienen de dieren 14 tot 16 uur licht te krijgen, tijdens de winter 7 tot 9 uur. Vochtigheid: de vochtigheid in het terrarium dient op +/- 70% te worden gehouden. Temperatuur: tijdens de zomer dient deze overdag rend de 30°C te zijn en 's nachts ongeveer een 23°C. Tijdens de wintermaanden en tevens hun winterrust is de temperatuur overdeag niet hoger dan 23°C en de nachten 5°à 6°C lager dus +/- 18°C.
Voeding:
Volwassen dieren zijn niet kieskeurig men kan ze dan ook gemakkelijk op diepvries muizen of ratten krijgen, uiteraard zijn vers gedode prooidieren beter daar deze heel wat meeer voedingsstoffen en noodzakelijke vitaminen bevatten. Het occasioneel geven van één-dag kuikens is zeker aan te raden daar deze veel eiwitten en vitaminen bevatten. Bij deze slangensoort dient men op te letten voor vervetting, vooral de mannen kunnen hierdoor fertiliteit problemen krijgen, vrouwen mogen een grotere vet reserve opbouwen om de dracht van +/- 7 maand te overbrggen en voldoende voedingstoffen te bezitten voor de foetussen. Daar het nacht actieve dieren zijn is het raadzaam te voederen bij valavond, let wel op! Hoe rustig ze ook overdag zijn, 's avonds zullen ze heeel wat alerter zijn en vlugger toehappen wat soms zeer pijnlijk kan zijn voor onze vingers.
voortplanting:
Deze slangen komen op het zuidelijke halfrond voor en beleven dus hun winters tijdens onze zomers. Dit zou voor een ontregelde voortplanting kunnen zorgen. Toch zijn er heel wat liefhebbers die met dit seizoen verschil geen rekening houden en toch met een regelmaat kweken, men beweert dan ook dat de dieren zich door de jaren hebben aangepast aan ons halfrond. Deze dieren hebben er baat bij om een afkoelingsperiode te hebben gedurende een 3 tot 4 maanden. Hierbij dient de temperatuur tijdens de nacht zeker 5°C lager te zijn. Tevens wordt het licht gedurende deze periode sterk verminderd of zelfs volledig uitgezet er dient dan wel binnenkomend daglicht te zijn. De dag temperatuur niet hoger dan 23°C, tegen het einde van de koudere periode kan men op de middag de temperatuur wat laten oplopen, dit is een extra stimulans. Uiteraard zijn de man of liever mannen dan reeds bij de vrouw geplaatst. Meerdere mannen bij één vrouw is tevens ook een stimulans, alhoewel er onder de mannen wel rivaliteitgevechten plaats nemen en er zo nietwordt gedacht aan paring. Er kunnen heel wat schijnparingen worden waargenomen maar een echte copulatie duurt beduidend langer soms verscheidene uren. De paringsperiode duurt ongeveer 1 tot 2 maanden. De dracht kondigt zich vaak aan door het donker worden en het voedsel weigeren van het zwangere vrouwtje. Een opmerkelijk gedrag bij deze en sommige andere boidae's is dat hoog zwangere vrouwen zich op de zijde draaien en de buikzijde schuin naar boven licht. Wanneer alles hoed verloopt kan men 6 tot 15 jongen verwachten, zeer grote vrouwen werpen soms tot 20 jongen. De jongen zijn vrij agressief, meten +/- 35 cm en wegen om en bij de 40 gr. Sanzinia jongen vervellen meestal kort na de geboorte en enkele dagen later eten ze reeds behaarde nestmuizen. Ze groeien voorspoedig. Bij een gewicht van +/- 80 gr kunnen ze worden gechipt en nadien worden overgedragen aan een andere liefhebber. Vergeet niet deze slangen zijn C.I.T.E.S.lijst A(I) dieren en dienen dus steeds vergezeld te zijn van de officiele documenten.
Het lijkt ondertussen op dat we in deze rubriek alleen de populairste dieren de revue laten passeren.Want ook deze maand vindt je hier een 'oude bekende', namelijk de wateragame.Deze hagedislijkt wel een beetje op een andere zeer bekende, hagedis; de groene leguaan.De wateragame is met een lengte van maximaal zo'n 90 tot 100 cm echter stukken kleiner dan de leguaan.De staart neemt ruim tweederde van deze totale lengte in.Deze agame wordt nog regelmatig geïmporteerd uit diverse Aziatische landen waar zij van nature voorkomen; van Zuid-China tot in Thailand.Toch is het niet aan te bevelen om deze uit het wild gevangen dieren aan te schaffen. Zij zijn namelijk vaak besmet met parasieten en ook hun gedrag laat vaak te wensen over.Zo zijn over het algemeen erg zenuwachtig en snel gestresst.Dat uit zich dan vaak in vluchtgedrag; ze willen zo snel als mogelijk weg waar zij zijn, op naar elders. In een terrarium is dat toch wel lastig met als resultaat dat zij vaak met hun neus tegen de glazen ruiten lopen en springen.Vele wateragamen hebben dan ook en beschadigde neus. Beter koop je dus geen uit het wild gevangen dieren. Dat hoeft ook niet,deze leuke agamaen worden tegenwoordig best goed gekweekt. Je moet mischien even zoeken maar dat is de moeite wel waard. Mannen zijn groter dan vrouwen. Tevens kunnen mannen worden herkend aan een hogere rugkam, een intensievere kleur en bollere wangen. Tenslotte hebben mannen duidelijker herkenbare porien aan de binnenkant van de dijen. Al met al blijft het bepalen van het geslacht vaak best moeilijk, zeker bij jonge dieren.
De wateragame in de natuur
Wateragamen hebben hun naam niet voor niets gekregen, zij heten zo omdat water een belangrijk element is in hun natuurlijke omgeving. Zo zijn deze hagedissen vaak te vinden op horizontale takken die boven water hangen. Dit kan dan een meertje of plasjezijn maar ook snelstromende rivieren worden zo uitgekozen. Als de hagedis zich bedreigd voelt, kan hij/zij zich het vege lijf redden door in het water te springen en hard weg te zwemmen. In de hoop dat er geen agamen-verslindend-monster in het water ligt waarschijnlijk. Het zijn overigens bijna altijd dichtbegroeide moeilijk toegankelijke oevers waar deze agamen gevonden worden. De temperatuur is overdag ongeveer 25-30 graden Celsius en 's nachts zakt deze tot ongeveer 20 graden Celsius. Natuurlijk is het in het zonnetje, waar deze dieren zich toch vaak begeven, een stuk warmer. Soms erg heet zelfs. De luchtvochtigheid stijgt 's nachts tot boven de 90%.
De wateragaam in het terrarium
Deze dieren zijn niet alleen redelijk groot, zij zijn ook nog eens behoorlijk actief. Dit maakt een groot terrarium noodzakelijk; de inhoud is liefst niet kleiner dan 1500 liter (1,5 m3)voor een koppeltje of trio. Gezien de natuurlijke leefomgeving moet het terrarium vrij hoog zijn, zij klimmen nu eenmaal graag. Plaats in het hoge terrarium veel takken, waarvan er een aantal horizontaal lopen. Op deze takken zullen zij graag zonnen zorg dan ook dat er hier warme plekken (30-35 °C) zijn door er een spot op te richten. Op andere plaatsen in het terrarium moeten de agamen plaats kunnen opzoeken waar de temperatuur niet boven de 26°C komt.
Ook een groot waterbekken is voor deze dieren een noodzaak. Deze is liefst ze diep dat de dieren helemaal kopje-onder zouden kunnen als zij dit zouden willen. Bekleedt de (zij- en achterwand(en) met kurk of iets anders waar de diereen tegenaan kunnen klimmen, zo vergroot je het leefoppervlak voor de dieren. Een zachte bodem en eventueel eeen aantal ( al dan niet levende) planten completeren de inrichting. Wateragamen eten voornamelijk dierlijk voedsel. Geef hen bijvoorbeeld krekels, sprinkhanen, moriowormen, halfwas muizen ( eerst doden), kakkerlakken, huisjesslakken, kattenvoer en/of stukken vlees. Maar ook plantaardige kost wordt gegeten.
