Ik ben een soldaat ik sta heel kordaat. Maar toch ben ik bang en dan boem een granaat. Gelukkig er is niemand die daar staat. Oei er wordt er een geschoten ik ben verschoten. Ik blijf rustig maar dan word ik neergeschoten. Oef gelukkig de hospik maar ik heb verschoten. En nu is het gedaan ik voel me opgelucht.
Ik was blij. Maar het was rap gedaan. Ik kreeg een steek van een bij. Ik was boos ik trapte tegen van alles en nog wat. Toen dat mama riep Timothy Lasat je moet in bad. En ik riep :ben daar, ben bijna klaar!
Ik ben toch zo jaloers op de mannen van de koers. Ik ben jaloers op één van die renners en die is Tom Boonen want die mag overal komen. Die is zo rijk en ik ben alles kwijt. Ik wil hem ontmoeten en ik doe hem de groeten!
Ziek zijn is niet fijn. Dan komt de dokter met azijn. Dan krijg ik pukkels. Dan slaat je mama je met knuppels. En dan geeft je mama pillen. om je te killen.
Ziek zijn is niet zo fijn. Want ik wil zo graag bij mijn vriendjes zijn. Mama zegt neem je pil! Dan genees je beter! Ja, dat is wat ik wil! Uit mijn bedje veren en met mijn vriendjes spelen.
Ik lig wat ziekjes in mijn bed. Nu heb ik niet zo een pret. Daarnet was hier de dokter Kruid. En hij gaf mij een dikke spuit. Morgen zal het wel wat beter gaan en eet ik weer een stuk banaan.
Oei wat nu, mijn keel doet pijn. Dat is niet zo fijn. Ze is een beetje rood. Net als een kleurpotlood. Hoesten doe ik ook. Net als het geluid van een spook. Met goestsiroop van de apotheker, zal het snel gedaan zijn zeker?
Ik krijg niets door mijn keel, al het eten is me te veel. Eens, heb ik het koud. Mama doet op het vuur nog wat hout. Dan weer, voel ik me gloeien, en zou niets liever willen dan koud water over me te sproeien. Een dokter heb ik nodig! Medicijnen zijn hier niet overbodig. Dat bibberen en zweten kan ik nu wel vergeten!!!
Ik was eens ziek toen moest ik eten een kriek. Het is niet fijn om ziek te zijn de siroop was niet lekker, toen moest ik een test met een wekker. Toen de zon scheen moest ik weg met mijn dikke teen, viel van de trap en brak mijn been. Toen moest ik naar de kliniek en stootte mijn voet tegen de steen. Toen kwam de dokter en zei: t'is een ongeluksdag.
Opeens gaat de wekker. Ik wordt wakker maar niet lekker. Mijn keel doed pijn Zou ik misschien ziek zijn? Mijn voorhoofd heeft warm! mama ik voel me zo warm Mama zegt:blijf maar lekker thuis bij kat en muis Wat zal de jufrouw zeggen? eerst zal ik me neerleggen De juf zegt:weet je wat ik zie Jamie is er nie zij zegt:ik zal het de directeur vertellen ah, nee zijn mama zal wel bellen