Ziek zijn is niet fijn. Dan komt de dokter met azijn. Dan krijg ik pukkels. Dan slaat je mama je met knuppels. En dan geeft je mama pillen. om je te killen.
Ziek zijn is niet zo fijn. Want ik wil zo graag bij mijn vriendjes zijn. Mama zegt neem je pil! Dan genees je beter! Ja, dat is wat ik wil! Uit mijn bedje veren en met mijn vriendjes spelen.
Ik lig wat ziekjes in mijn bed. Nu heb ik niet zo een pret. Daarnet was hier de dokter Kruid. En hij gaf mij een dikke spuit. Morgen zal het wel wat beter gaan en eet ik weer een stuk banaan.
Oei wat nu, mijn keel doet pijn. Dat is niet zo fijn. Ze is een beetje rood. Net als een kleurpotlood. Hoesten doe ik ook. Net als het geluid van een spook. Met goestsiroop van de apotheker, zal het snel gedaan zijn zeker?