Gisterenavond, terwijl we nog wat lagen te chillen, een onweertje boven Cape Town meegemaakt. Dat hadden we hier nog niet gehad. Mooie weerlichten klaarden de hemel op! Voor we onze ogen sloten was het reeds voorbij. 'S Ochtends bespeurden we nog wat grijze wolken en namen, na het ontbijt, onze regenjassen maar mee voor in geval van nood. We werden met een busje, samen met Alex, een jonge gast uit Cape Town naar het 6de district gereden. Daar bezochten we het museum en kregen wat meer uitleg over het ontstaan van de townships. Eigenlijk erg dat zwarte mensen geen paspoort kregen om in Het 6de district te mogen verblijven, sommigen kregen het wel,maar voor beperkte duur( om te werken) Vaak werden families voor 1 jaar van elkaar gescheiden. Het 6de district, dat vooral voor de witte bevolking bestemd was, werd uitgebouwd tot een elitewijk, waar zwarten niet meer welkom waren. Zij werden hardhandig verbannen en moesten zich vestigen in de buitenwijken van Kaapstad, waardoor de eerste townships ontstonden. De regering voorzag enkele eenvoudige huisjes, met beperkte faciliteiten. Tijdens de rondrit in Langa zagen we het contrast al tussen de oude generatie van huisjes en de nieuwere, grotere gebouwtjes. We reden langs een kruispunt waar oude matrassen in brand gestoken werden als protest voor een nieuw project waar slechts enkele gezinnen zouden kunnen gebruik van maken. Onze gids zei dat zulke uitingen van ongenoegen schering en inslag zijn de laatste tijd. Frustratie is de grootste oorzaak van deze onregelmatigheden. Toch merk je hier een grote samenhorigheid onder de mensen. In de volgende sloppenwijk, die eigenlijk nog deprimerende was dan de vorige, mensen hebben wel op verschillende plekken stromend water om hun was of afwas te doen. Aan de rand van de wijken vind je toiletten , sommigen voorzien van een hangslot, wat eigenlijk niet de bedoeling was. Hier bezochten we een peuterschooltje, opgericht door 2 dames, die zonder steun van de regering, een 15 tal peutertjes liedjes, versjes aanleerden en leuke spelletjes met hen speelden. Het was zo leuk om die blije kindersnoetjes te zien. Wim en ik zongen voor hen enkele liedjes en we moesten ze 1 voor 1 even optillen. Ik had kleurpotloodjes meegebracht en de peuterleidsters waren heel dankbaar. In een andere township hielden we halt bij enkele woningen en konden we met eigen ogen zien in welke omstandigheden de mensen daar leven. Kamers ( zo groot als een doorsnee slaapkamer), worden met een gans gezin bemand. De huisjes hebben een gezamenlijke wasplaats of eetplaats, electriciteit wordt "gekocht" met het geld dat ze verdienden, geen inkomsten, betekent geen electriciteit meer. Aan een stalletje kochten we met veel plezier wat souveniertjes. Tijdens de verdere rondrit maakten we even halte bij 2 monumenten , eentje voor 7 jongelingen die vermoord werden omdat men dacht dat ze spionnen waren en 1 van een blank meisje toen ze met haar wagen naar huis reed. Daar de plaatselijke medicijnman juist patiƫnten had, konden we geen praatje met hem maken. Hij werkt vooral op de innerlijke mens en gebruikt allerlei planten en voorwerpen om " slechte geesten" te verdrijven. Nadien doorkruisten we nog enkele sloppenwijken en bezochten we een plaatselijk project voor vrouwen die zich bezig hielden met weven en het schilderen van stoffen . Ook hier kochten we iets om hen te bedanken voor hun gastvrijheid. Toen reed de gids ons terug naar het hotel. Wim die eerst wat opzag tegen dit bezoek, was nu wel heel blij dat hij het had mogen meemaken.