Bejaardenbegeleider
Voorlopig zit een rustdag er niet in. Vandaag staat er zelfs een dagvullende activiteit op het programma. Ik heb me opgegeven om als vrijwilliger een groep bejaarden van het rusthuis in mijn straat op een uitstap te begeleiden.
Om halfacht s morgens meld ik me aan bij St.Maria samen met nog een dozijn helpers. De bedoeling is dat we eerst de gasten van het rusthuis op de reisbus helpen om ze daarna in Cadzand, onze reisbestemming, in de rolstoel voort te duwen.
Ik schrik ervan dat geen enkele van de zeventien bejaarden (zeventigers, tachtigers en een dame van 95) op eigen kracht de bus kan opstappen of aan zee kan wandelen. Ik slik
staat dat lot me binnen een vijftiental jaren ook te wachten? Ik besluit meteen nog wat vaker te gaan joggen, zwemmen en yoga te doen.
Op de bus zit ik naast een dame van 87. Ze vertelt me dat ze een ding vooral mist nu ze in het rusthuis zit: dat ze s winters niet meer kan gaan zwemmen met de ijsberen in de parkvijver van Deurne. Dat heeft ze tot twee jaar geleden volgehouden.
Na de hitte van afgelopen weken is de regen van vandaag een kleine domper op de uitstapvreugde. Maar ons gezelschap laat het niet aan zijn hart komen. We monopoliseren de gelagzaal van een taverne en doen ons uitgebreid te goed aan mosselen met frieten en een stevige pint. Wie geen suikerziekte heeft, neemt er nog een wafel met slagroom bij.
Mijn dame wil absoluut nog een wandeling langs het betonnen duinpad maken. De gietende regen kan haar niet deren. Ik span een poncho over haar in de rolstoel en we zijn weg. Ze geniet als een kleuter die door de plassen plenst. Gelukkig heb ik mijn waterdichte regenjas en bergschoenen bij, anders had mijn nog sluimerende zomergriep opnieuw de kop opgestoken.
Om drie uur zijn we met doorweekte broek net op tijd terug bij de bus om naar huis te rijden.
Door de koele zeelucht valt bijna iedereen al vlug in slaap op zijn zetel onder een warm deken. Ik kan evenmin mijn ogen openhouden. Daar lig ik te snurken tussen mensen die ik tot kort geleden nog als de oudere generatie beschouwde en waar ik nu stilaan ook begin toe te behoren
|