bekijk de data van de olifantenclub op de kalender van de school.
OLIFANTEN onderbouw
de avonturen van de olifanten
26-11-2008
de alpenwatersalamander van Jelle
Dit dier is een amfibie. Hij heeft een oranje buik en een grijze rug met vlekken. Hij is elf centimeter lang. Hij eet resten van planten en larven van kleine insecten. Hij leeft in Europa (ook bij ons in de tuin) Nu zul je geen alpenwatersalamanders vinden in de tuin, want nu houden de beestjes een winterslaap.
Vorige week leerden we over de eerste Wereldoorlog, we hadden al gemerkt dat er op veel foto's prenten stonden van rode bloemen met een zwart hart. Meester vroeg ons om tegen deze week op te zoeken welke bloem dit was en waarom die zo vaak terugkwam in allerlei prenten en zaken over de eerste wereldoorlog. Veel kinderen hadden gevonden dat dit de papaver of de klaproos is, in het Engels POPPIES. Als een veld helemaal omgewoeld is en platgedrukt, zijn de eerste planten of bloemen die terugkeren klaprozen. Op het slagveld van de eerste wereldoorlog waren dit dan ook de enige bloemen. Als je deze bloemen bekijkt van ver af, dan lijkt het alsof je bloeddruppels ziet, het leek alsof de er een bloem groeide op elke plaats waar een soldaat gestorven was. Een Canadese soldaat verveelde zich in de loopgraven en schreef een gedicht... Zijn naam was John McRae, zijn gedicht zou zo beroemd worden dat het het gedicht is van de eerste Wereldoorlog voor de Engelse soldaten. Thomas had een stukje van de tekst mee uit zijn Zonneland. "IN FLANDERS FIELDS WHERE POPPIES BLOW BETWEEN THE CROSSES ROW ON ROW THAT MARK OUR PLACE" (in Vlaanderens velden bloeien de klaprozen, tussen de kruisen, rij aan rij, die onze plaats aanwijzen. McRae schreef dit gedicht in 1915. Later werd er ook muziek gezet op zijn tekst, het is een beroemd lied in Engeland. Op allerlei herdenkingen van de eerste Wereldoorlog dragen de Engelsen "POPPIES" op hun jas of op kransen en kruisen. Het museum over de Eerste Wereldoorlog in Ieper heet "FLANDERS FIELDS", allemaal genoemd naar dit gedicht.
Vorige week hebben we drie kippenboutjes in azijn gelegd. Azijn is zuur en in zuur lost kalk op. Na een week hebben we dus beentjes zonder kalk. Nu blijft enkel nog de lijmstof over die onze beenderen buigzaam maakt. Deze beentjes kun je nu dus plooien zoals een gum en daarna springen ze terug in hun oorspronkelijke vorm. Moesten onze beenderen enkel uit kalk bestaan, dan zouden we elke dag een gebroken been hebben. Gelukkig is er de lijmstof die onze beenderen "flexibel" maakt. Wat we geleerd hebben, kan je terugvinden in dit filmpje van de beeldbank... http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20021104_geraamte11
Bij dit spel heb je maar vijf instructies om de olifant, de leeuw en de ijsbeer te doen veranderen van plaats. De situatie op de kaartjes moet je proberen te bereiken met zo weinig mogelijk instructies.
We zouden vandaag een nieuw experiment starten. Kippenbeentjes hebben we nodig, die bracht Yentl voor ons mee. (Dankuwel Yentl). Bij deze kippenbeentjes doen we azijn, en we laten de beentjes er een hele week in liggen... Volgende week zullen we zien wat er dan met de beentjes gebeurd is... De enen dachten dat er dan alleen nog witte beentjes zouden overzijn, met niets anders nog errond, anderen dachten zelfs dat de beentjes helemaal verdwenen zullen zijn... We zullen zien wat er mee gebeurt tegen volgende week.
waarom gaat een formule1 wagen niet uit de bocht...
De olifanten bliezen een ballon op. Onder die ballon werden kartonnen voetjes gehangen. De kartonnen voetjes wegen meer dan de ballon. Hoe je de ballon ook draait, de voetjes komen altijd eerst op de grond terecht. Het zwaarste komt altijd eerst op de grond. Bij een Formule1 wagen ligt het zwaartepunt ook zeer laag, daarom blijft deze auto als het ware aan de grond geplakt in de bochten.
Het was in 1914. De Duitsers stonden al bijan aan de IJzer en de Belgen moesten wat tijd winnen. Tijd winnen zodat de Engelsen en Fransen hen te hulp konden komen en zodat niet heel België in Duitse handen zou vallen. Daardoor ontstond het plan om de sluizen in Nieuwpoort open te zetten bij vloed waardoor het zeewater het land zou binnen lopen en waardoor de Duitsers tot stand konden gebracht worden. Het idee kwam van Hendrik Geeraert, een eenvoudige schipper die amper kon lezen of schrijven. De legerleiding ging vragen aan sluiswachter Karel Cogge of dit plan kon werken. Het was Hendrik Geeraert die op 29 oktober 1914 de sluizen open zette op het ogenblik dat het vloed was.
Als je op de foto's hierboven klikt zie je telkens dezelfde rode bloem terugkeren met een zwart hartje. Ken je deze bloem... tegen volgende week zijn we op zoek naar alle info over deze bloem en vooral naar wat deze bloem te maken had met de Eerste Wereldoorlog.
De slang is een reptiel. De vrouwtjesslangen zijn groter dan de mannetjes. De jongen komen uit een ei. Het zijn lange smalle dieren die geen poten hebben. Ze zijn bedekt met schubben. Een slang kan vervellen. Slangen zijn roofdieren, ze eten andere dieren op. Er bestaan wurgslangen en gifslangen. Slangen leven waar het warm is.
We zagen de kaart van België, de kaart van Frankrijk en die van Duitsland. We zagen dat onder België deze twee landen bij elkaar komen. Daar was voor geen van de twee legers geen doorkomen aan. De Duitse legers vroegen aan koning Albert I om doorgang te krijgen door België wat onze koning niet wilde... De Duitsers vielen België aan en in een paar dagen stonden ze aan de overkant van het land. België vroeg aan Frankrijk en Engeland om te komen helpen, maar dat zou even duren. Ondertussen moesten de Belgen tijd winnen... Hoe konden zij tijd winnen...
Dat Chinese keizers eeuwen geleden een speciaal graf lieten bouwen, dat wisten we al. Maar hoe gebeurt het begraven de dag van vandaag in dat grote land China. We keken naar een stukje van de reeks WAT IS DAT in CHINA, waarin verteld werd over de begrafenis in China. Wist je dat ze er papieren huizen en auto's en laptops en ... in brand steken... dat er een mevrouw op de begrafenis is die betaald wordt om te wenen... dat de Chinezen eten klaar zetten voor de boze geesten omdat die dan hun dode zouden gerust laten...
Killian vertelde ons alles over de salamander. Hij eet spinnetjes, regenwormen, krekels, sprinkhanen. Hij heeft ten hoogste vijf tenen. Ze hebben schubben en schilden. Ze leggen eieren.