Adam is hier. Eindelijk. Hij probeert op de intensive care te komen, maar de verplegers houden hem tegen. Ik zie hoe overstuur hij is. Ik snap het niet. Waarom mag hij niet bij me komen? Ik heb hem nodig! Gelukkig zie ik in de verte de vriendin van mijn moeder - waar we op bezoek zouden gaan - arriveren. Zij werkt zelf in een ziekenhuis verderop. Ik zie dat ze haar meteen bekommert om Adam en ze gaat hem helpen om op mijn kamer te geraken.
Adam zit naast mijn bed. Vol verdriet smeekt hij me om bij hem te blijven. Te blijven leven. Ik kijk van een afstandje toe hoe Adam mijn hand vastneemt. Ik wou zielsgraag dat ik zijn aanraking ook echt kon voelen.
Adam moet de kamer verlaten en ik blijf alleen achter. Ik ben helemaal in de war. Ik wil weer leven! Wat moet ik doen om weer in mijn lichaam te keren?
In deze chaos zie ik dat Adam de ic weer binnenkomt met een discman in zijn handen. Hij komt mijn kamer binnen en zet de koptelefoon op mijn oren van het lichaam dat nog in coma ligt. Ik hoor het liedje Yo-Yo Ma dat ik als auditie heb gespeeld voor Julliard. Ik zie alles voorbij flitsen.Ik voel alles wat ik voordien nooit had gevoeld. Ik ben één met mijn eigen lichaam. Ik voel me wegzakken, maar ik moet volhouden nu. Voor het eerst voel ik hoe hartverscheurend het zal zijn om hier te blijven... Maar dan voel ik ook opeens Adams hand. En voor het eerst hoor ik ook Adams stem werkelijk terug. "Mia?"
Ik blijf.
|