Na een weekje acclimatiseren, start voor Nele de eerste werkweek. Er staat meteen een bezoek aan één van de lokale partnerorganisaties op het programma. Programmaverantwoordelijke Fatou van de lokale NGO begeleidt ons bij het terreinbezoek aan twee vrouwengroepen die zij met de hulp van BD ondersteunen. De eerste groep bestaat uit 40 vrouwen uit het dorp Mbayard die percelen grond van hun mannen ter beschikking kregen nadat die in de stad zijn gaan werken. Ze hebben geen toegang tot water en dus kunnen ze enkel in het regenseizoen tomaten verbouwen. Vorig jaar kwam de regen te laat en was hun oogst zeer mager. Dit jaar zien de vooruitzichten er beter uit. De tomatenplanten doen het goed. Ze gebruiken blaadjes van de Neem-plant als biopesticide en kippenmest als meststof. De vrouwengroep straalt veel dynamiek uit. Ze beantwoorden heel open onze vragen met dank aan de vertaling van Fatou naar het Wolof. De tweede vrouwengroep bezoeken we in Sindia Kafgoun. Ze tonen ons hoe ze met enkele vrouwen zeep maken. Na wat doorvragen blijkt dat ze maar twee keer per maand samenkomen met een klein groepje om dan een 20tal potjes te maken. Er is niet meer zo veel animo in de vrouwengroep onder meer omdat er veel vrouwen afwezig zijn door seizoensarbeid op een grote plantage en omdat er ook weinig afzetmarkt blijkt voor hun zeep.