Het meten van uw overgewicht en het bijhouden van uw evolutie kan op verschillende manieren:
Weegschaal: dit is het meest gebruikte. Opgelet: steeds u rond hetzelfde tijdstip wegen. Een ochtendweging en avondweging heeft al snel een verschil van meer dan 1 kg.
Weegschaal met impedantiemeting: bij deze weegschaal kunt u eveneens uw vetpercentage aflezen.
BMI: om dit te berekenen hebt u uw gewicht (in kg) nodig en uw lengte (in meter). Uw gewicht gedeeld door (lengte x lengte). < 18,5 betekent ondergewicht, ideaal is tussen 18.5 en 24,9; tussen 25 en 29,9 hebt u last van overgewicht. van 30 tot 34,9 obesitas type 1, tussen 35 en 39,9 obesitas type 2 en vanaf > 40 spreken we over morbide obesitas. BMI kan niet gebruikt worden bij kinderen en bij (top)sporters heeft dit vaak een vertekend beeld. Spiermassa weegt immers meer dan vetmassa, waardoor (top)sporters automatisch een hoger BMI hebben.
Tailleomtrek: dit wordt gemeten ter hoogte van de navel. Dit is een indicatie die veel gebruikt wordt voor mensen met een normaal gewicht of overgewicht. Bij vrouwen best niet meer dan 80 cm, bij mannen minder dan 94 cm.
Huidplooimetingen: Hierbij meet men de onderhuids vetlaag. Hiervoor hebt u een speciaal toestel nodig, wordt in de dagelijkse omgang bijna nooit gebruikt.
Wat betekent dit nu, de actieve voedingsdriehoek ? Veel mensen hebben hier al over gehoord, maar op wat moeten we dan letten? Hieronder een overzicht:
Beweging: probeer iedere dag minstens een half uur te bewegen. Veel mensen zeggen vaak dat ze te weinig tijd hebben om te sporten: gaan werken, het huishouden, sociale verplichtingen, ... Maar bewegen betekent ook eens met de fiets naar de winkel gaan, gaan wandelen met de kinderen of de hond, ...
Water: minstens 1,5 à 2 liter per dag. Naast water, kan men ook spuitwater drinken, thee, magere soep, ... Opgelet: beperk light-frisdranken, de drang naar zoetigheid blijft bij het teveel drinken van deze frisdranken.
Graanproducten en aardappelen: dit is de basis van de voedingsdriehoek, nooit uit het menu schrappen !! Wel variatie inbrengen: bruin brood, bruine pistolet, ongezoete muesli, bruine rijst, volkoren pasta, ...
Groenten en fruit: Dit zijn 2 aparte groepen in de voedingsdriehoek, beide groepen zijn belangrijk. Gebruik een ruime portie groenten per dag: bij de hoofdmaaltijd en de 2de broodmaaltijd. Fruit best een 2 à 3 stuks per dag.
Melkproducten: max. 500ml melk per dag. Bij voorkeur magere of halfvolle melk en yoghurt. Kaas: +/- 30g per dag, max 20 à 35 % vetgehalte.
Vlees, vis gevogelte, eieren en vleesvervangers: niet meer dan een 150g per dag. Magere vleessoorten gebruiken, vet vlees beperken tot 1x per week. Eet minimum 2x per week vis, dit voor de essentiële vetzuren (omega-3) en de vetoplosbare vitamines. Af en toe een ei eten ter vervanging van vlees.
Smeer- en bereidingsvet: Beperkt gebruiken, maar zeker niet uit het menu schrappen. Ook hier weer belangrijk voor de onverzadigde vetzuren en vetoplosbare vitamines.
Restgroep: dit zijn lege calorieën. Af en toe mag dit wel eens, maar beperken !!!
Leven volgens de voedingsdriehoek, maakt dit nu echt verschil ??
Al een tijdje lees ik veel over gezonde voeding en de voedingsdriehoek.
Ik ben gestart met een cursus om gezondheidsconsulente te worden. Dit betekent in de eerste plaats zelf het goede voorbeeld geven. Nu wil ik zo goed mogelijk leven zoals men in de voedingsdriehoek omschrijft.
Ik wil wel eens weten of ik niet alleen afval, maar me ook minder moe en fitter voel. De herfst komt eraan en veel mensen voelen zich dan minder fit.
Ik probeer af en toe eens nieuwe receptjes. Zijn ze lekker, dan deel ik ze met veel plezier in mijn blog.
Doe gerust mee en heb je het wat moeilijk, laat het me weten. Een duwtje in de rug kan wonderen doen !!!