Crazy things are happening in here.
Rare dagen. Deze week gaan 10 mensen op onstlag, waarvan 8 weggestuurd. Insane.
Mijn hoofd tolt. Ik haat mijzelf. Voel mij scheinheilig, een tweekoppig monster. Maskers, anders, bij iedere persoon, maar toch overal hetzelfde. Afgelopen weken waren vreemd. Gedrag, dat niet door de beugel kan hier, vond plaats. Gisteren is het op een einde gekomen.
Vorige weken ging ik mee op in de roddels, het praten. Ik wist van alles iets, maar tegelijk toch weer niks. Iedereen weet hier iets, niets. Ook ik heb een aantal suggestieve opmerkingen gemaakt naar de verpleging toe die in het nadeel van de personen speelde. Ook ik was schuldig aan de achterklap. Ook ik wou alles weten.
Vorige weken met vriendinnen van hier vooral negatieve dingen delen over die personen. Gisteren met een aantal van hen meegaan en hun verhaal horen. Niets rondvertellen wat ik meer weet, maar het knaagt. Mensen nemen mij in vertrouwen, maar ik ben niet te vertrouwen.Scheinheilig. Lief in het gezicht van iedereen. Een zwarte wolf in een braaf schapenvachtje. Bang dat mensen mij zien zoals ik mijzelf zie. Schijnheilig. Onbetrouwbaar. Schuldgevoelens vreten mij op.
Ik mis A., een vriendin die ik hier gemaakt had. Verbouwereerd. Gechoqueerd. Geschrokken. Stil. Onvoorstelbaar. Begrijpelijk. Insane. Nooit gedacht dat ook zij ging moeten vertrekken. Ik weet waarom, maar misschien ook niet. Vele mensen weten altijd waarom, maar toch ook niet. Eigen verhalen, doorverteld en verdraaid tot een nieuwe, onbetrouwbare, sappige waarheid.
Leeg. Eenzaamheid. Spanning op de afdeling. Rare sfeer. Vreemd om hier nu te zijn. Algemene schrik heerst om niet te mogen blijven. Verbijstering. Verpletterende stilte.
Bloed. Bloed is hetgene dat ik al dagen wil zien. Ik kan geen weg met mezelf, met de situatie. Ik besef dat ik moet communiceren, maar ik weet niet waarover. Waarom voel ik mij zo? Waarom is die drang zo groot? Ik lig in bed, zonder mij af van mijzelf, om niks fout te doen. Blank, geen gevoelens. Strak. Apathisch. Niks komt binnen, niks gaat buiten. Flatline. Onrust.
Gestoord. Ik ben gestoord in mijn hoofd. Ik wil mijn armen opensnijden zoals ik ze nog nooit opengesneden heb. Pijn om dit neer te schrijven. Ik wil geen pijn voelen. Ik wil bloed zien. Wondes. Littekens. Kapot gaan.
Numb. Ik voel mij numb. Leeg. Alleen. Eenzaam. Niks. Ik voel niks. Ik denk veel, maar ik voel niks. Ik ga kapot vanbinnen, maar ik voel niks. Mijn lichaam wilt uiteen barsten, maar ik voel niks.
Verdoven, ik wil vluchten. Niemand meer zijn. Niets meer voelen. Niets meer denken. Niets meer moeten doen. Vermoeid, ik ben zo moe. Ik wil slapen, verdwijnen. Ik wil niet dood, ik wil niks. Niks zijn. Ik ben niks.
Laat mij stilletjes aan verdwijnen, laat mijn hoofd leeglopen zoals de lucht in een ballon. Laat mij zweven, weg naar een andere dimensie. Laat mij in stukjes uiteenvallen, beetje voor beetje tot er niets meer overblijft. Laat mij vliegen door de lucht, op zoek naar vergetelheid. Laat mij gaan.
|