De gevechten het leven van een
mannetje is onrustig ze vechten telkens onder elkaar uit wie het sterkst is. Met
opgeheven kop dagen ze elkaar uit, klaar voor het gevecht. De mannetjes
gebruiken hun zware kop met hoorns als wapen. De mannetjes gebruiken nooit hun
hoeven in een gevecht. Vrouwtjes doen niet mee aan de gevechten. Soms raakt een
giraffe gewond of bewusteloos, maar er vallen zelden doden. Het zijn
schijngevechten om wie het sterkst is. Na een kwartier vechten geeft meestal wel
een mannetje op, als hij zich opgeeft doet hij een paar stappen opzij.Het mannetje wordt na dat hij het gevecht
verloren heeft niet uit de groep verjaagd. De hengsten voegen zich gewoon weer
bij de groep. Rustig gaan ze dan weer samen op zoek naar voedsel.
De wetenschappelijke naam voor de giraffe
is: Giraf camelopardalis. De Engelse naam is: gewoon hoe wij zeggen giraf.
De meeste giraffen worden 15 tot 25 jaar en de lengte is meestal 4 tot 6 meter.
Het gewicht is van 550 kilo tot 1930 kilo. Giraffen zijn sociale dieren. Zij
leven in groepjes van 5 tot 20, of soms zelfs 40 dieren, aangevoerd en bewaakt
door een vrouwtje. Hun sterke gezichtvermogen en gehoor waarschuwen hen voor aderen gevaar. Giraffen kunnen heel hard rennen, als ze moeten vluchten, de is: 65 km per uur en hij kan ook nog zwemmen.
De massaigiraffe heeft
donkere, onregelmatige vlekken. Ze zijn nog onregelmatiger dan de vlekken van de
angolagiraffe. Hij leeft in Kenia en Tanzania.
De Okapi
De Okapi is een bosgiraffe ze komen alleen voor in het Ituriwoud in Zaïre. De Okapi is een soort kruising van een giraffe en een zebra. De Okapi is naaste familie van de giraffe, maar is veel kleiner en zijn nek is niet zo lang. Het meest opvallend aan het uiterlijk zijn de witte strepen op zijn poten, die sterk in tegenstelling staan met zijn donkerbruine lijf. Hij heeft grote ogen en oren en alleen de mannetjes hebben twee stompe horens. De okapi heeft een dertig centimeter lange blauwe tong, de schoft hoogte is ongeveer anderhalve meteren hij weegt 250 kilo. Een echte telling is nog niet gedaan, maar er wordt aangenomen dat er 10 tot 25 duizend Okapis in het wild leven. Er zijn ongeveer 80 Okapis in dierentuinen in de wereld te bekijken. In Amerika zijn 41 dierentuinen waar Okapis te zien zijn.
De giraf heeft ook nog een helebewegelijke tong. De tong is 40 cm lang en is
helemaal zwart. Ook is die tong wel heel sterk, hij kan er bladeren en takjes
mee van de boom afrukken. De giraf eet wel 12 uur per dag. De giraf eet: bladeren, takken, doorns en de vruchten van de leguminosaeen doorns van de acacia. Als er lange tijden
van droogte zijn kan hij lang zonder water. Maar wanneer een giraf moet
drinken kan een leeuw of een hyena hem gemakkelijk aanvallen. Om te drinken moet
hij namelijk zijn voorpoten spreiden. Een hyena of leeuw valt aan in de nek dat
is de meest gevoelige plek van de giraf.
Giraffen komen veel voor in Kenia en Tanzania. Dat zijn
twee landen in Afrika. De giraffe behoort tot de familie van de evenhoevigen.
Dat ze dus twee tenen hebben. Een ander dier dat ook bij dezelfde familie hoort
is de okapi. Dat is een giraffe-achtige. De giraffe heeft net zoveel halswervels
als een mens dus 7 halswervels, maar omdat die wel dertig cm per wervel zijn, is
die nek zo vreselijk lang. Tel je daar de lange poten nog bij, dan kan een
volwassen giraffe wel 6 meter hoog worden. Giraffen hebben ook nog kleine stompe
horens. Ze zijn bruin metzwarte
pluimpjes erop.
hier enkele soorten giraffen De netgiraf de netgiraf is te herkennen aan de grote hoekige vlekken die wordt gescheiden door rechte witte lijnen hij komt voor in het noordoosten van Afrika.
De angolagiraf de angolagiraf lijkt veel de netgiraf. Dus ook grote hoekige vlekken. Alleen zijn deze wat lichter. Hij komt voor in Zuidelijk Afrika
Net zoals bij vele dieren
verschijnen eerst de hoefjes en dan komt het donkere snuitje tevoorschijn. Het
girafje wordt naar buiten geperst en valt dan van een hoogte van 2 meter op de
grond. De moeder besnuffelt dan haar jong en likt het met haar lange tong. Het
jong is nat en beeft helemaal. Het jong probeert zijn kop op te tillen en op
zijn poten te gaan staan. Dat lukt nu nog niet. Als het uiteindelijk lukt,ziet er nog niet uit. Het jong doet een
stapje, wankelt en ligt alweer. Een uur na de geboorte kan het jong al zo lang
staan dat hij ook bij de uier van zijn moeder kan, om te drinken. Een paar uur
later loopt het jong al.