Op een zaterdag, na onze overuren die we maakten tijdens de jaarlijkse inventaris ging ik samen met enkele collega's iets drinken op de Groenplaats. In die tijd zaten er nog twee personeelsleden op de tram: de watman en de kaartjesknipper. We begaven ons naar de tramhalte. Voor ons stonden 3 personen. De eerste persoon was een oud mannetje. Toen de tram stopte en het oud mannetje opstapte riep R.J. (die altijd voor een grap te vinden was): "Voor 5 personen". Knip, knip; knip, knip; knip deed de kaartjesknipper en de kaart van het mannetje zat vol gaatjes. Die keek natuurlijk lelijk naar de R. Op de tram betaalden we de ritprijs van ieder van ons aan het mannetje. Toen kon hij ook lachen. Na een tas koffie ben ik dan naar huis gegaan.
Vroeger betaalde men de arbeiders tweewekelijks uit de hand. Vrijwilligers van de financiële diensten konden zich bij de loondienst aanmelden om de zakjes te vullen met het loon van de arbeiders. Gedurende de nacht bewaarde men deze loonzakjes in een kluis. De volgende dag (het einde van de week) werden deze loonzakjes in een houten kistje geladen. Ik herinner me nog de eerste maal dat ik mocht gaan betalen. De smeerlappen van de loondienst hadden me een vrouwenafdeling toegewezen. Je kent die arbeidersvrouwen als ze bezoek kregen van ne jong gast, .... Wat ik toen allemaal gehoord en gevoeld heb zal ik hier niet beschrijven maar ik ging met rode oren buiten!! Dit was nen echte vuurdoop. Hier heb ik toen nooit meer terug geweest. De volgende maanden kreeg ik andere afdelingen toegewezen. Collega's die de arbeiders in Hoboken moesten betalen werden met een limousine (met chaufeur) en onder begeleiding van Politie naar de fabriek gebracht. Weer een ervaring rijker!
Op den Bell kon je voor een spotprijsje je middagmaal nemen. In de jaren zeventig was er geen keuze tussen verschillende menu's. Er was slechts één menu. Je moest toen aangschuiven en via een lopende band, die vertrok vanuit de keuken en bracht je middagmaal op een plateau naar je toe. Je nam dit plateau (met soep,middagmaal en bestek), dat de vorm had van een driehoek, en ging ermee naar een vrije plaats aan een tafel voor vier personen. Door de vorm van die plateau kon je perfect met vier aan één tafel zitten.
Na het eten moest je de plateau, samen borden, tassen en bestek terug op een andere lopende band plaatsen, die het hele zootje terug naar de keuken voerde.
Ik herinner me dat ik op een zeker moment iemand na de lunch zijn plateau met een hand naar de lopende band bracht. "Dat kan ik ook" dacht ik. Zo gezegd, zo gedaan. Ik vrong me tussen de nog aanwezige personen, maar plots schoof iemand zijn stoel naar achter en daar ging mijn plateau. De plateau vloog op een bijna lege tafel. Aan die tafel zat juist een persoon soep te eten, op mijn bord lag nog een niet verorberde aardappel, die vloog recht in de soep van die persoon. Persoon hing vol!!
Mijn entree in het restaurant was gemaakt. Sinds die dag bekeek het slachtoffer me steeds héél vies!
Wat me de volgende dagen opviel is dat alle dienstoversten een rode telefoon hadden. Alle andere bedienden hadden een grijs toestel. In die dagen haalden we volgende grap uit met die toestellen.
Je kon uit het mondstuk de speaker verwijderen en als het slachtoffer dan telefoneerde kon de persoon aan de andere kant van de lijn hem niet horen. Ik heb ooit eens de horen van het toestel van G.T. in een rood stempelkussen gevreven. G.T. ging toen die dag met rode oortjes naar huis. G.T. hadden we toen ook liggen met volgende grap. Het noodnummer was toen "66". We belden G.T. op en stelden ons voor als iemand van de brandveiligheid. We vroegen: "kent u het noodnummer bij brand?" G.T. antwoorde dat hij het nummer kende. We vroegen vervolgens: "kent u net noodsignaal". Hij bevestigde. "Kunt u het signaal eens nadoen?" vroeg ik. "Toeotoetoetoe" zij hij. Toen schoot ik in een lach. Alé, we konnen er weer tegen voor die dag.
Na een harde treinreis (toen zaten we nog op houten banken) kwam ik aan op linkeroever. Na een voettochtje van 30 minuten kwam ik aan den Bell voor mijn tweede werkdag. Toen ik gisteren thuis kwam vroeg moeder waar ik gezeten had (ik stonk naar de rook). Mijn antwoord: "gewoon op den Bell". Achter mij zat namelijk M.v.d.B. die een pijp rookte. De tabak die hij rookte moet van een goedkope soort geweest zijn want het stonk verschrikkelijk. Als nieuwe snotter moet je natuurlijk beleefd blijven maar een van de latere weken kon ik het niet laten en vroeg beleefd om zijn pijp te doven. Er was geen sprake van, zij hij. Op een bepaald moment kon ik het niet laten en trok die pijp uit zijn mond en smeet ze in de vuilbak. Gevolg: hij heeft nooit meer een pijp gerookt!
Gedurende volgende weken, naast F.M., kreeg ik meer en meer inzicht in de te verrichte taken. Ik kreeg ook met meer en meer diensten en mensen te maken. Nu ik eraan terugdenk: er zaten toen veel oudere heren en dames dan nu het geval is. In den Bell werkte toen +/- 15.000 mensen. Alles gebeurde toen ook manueel. De pen was toen het hulpmiddel bij uitstek. Je kreeg toen ook op je donder als je geen schoon schrift had!
Twee maal daags kregen we koffie op elke verdieping (10:00 u en 15:00u). De deur, achterin de zaal, zwaaide open en den Tom (de liftboy) kwam binnen en riep "koffie". Na een uur kwam hij telkens de kar terug halen.
Mijn éérste werkdag begon op 3 augustus 1969. Ik moest mij om 8:00u aanmelden in den toren en vragen naar J. H. van de industriële boekhouding. Via een van de twee liften begaf ik me naar de 8ste verdieping. Toen bediende een liftboy "den Tom" de lift. Daar aangekomen had ik kort gesprek met hem (in't Antwerps) over mijn vrijetijdsbestedingen en over de afdeling waar ik zou tewerk gesteld worden. Na dit gesprek mocht ik naar mijn werkplek gaan onder begeleiding van A.L. Iedereen zat toen netjes op 3 rijen naast elkaar. Voor ons zat een groep meisjes en enkele dames die rekenwerk verrichten. In die tijd werdt alles nog manueel gedaan. Enkel onder ons hadden een rekenmachine. De grote hoeveelheid aan rekenwerk werdt gedaan door die meisjes. Dit deden ze op een comptometer (zie foto).
Ik zat dus helemaal vooraan naast F.M. die me de komende dagen wegwijs moest maken in de dagelijkse taken en de werkwijze op den Bell. Ik kreeg het nodige schrijfgerief (stylo, potlood, gom, enz.) Vervolgens werd ik aan iedereen van de 8ste verdieping voorgesteld (+/- 50 personen). Rond 12:00u kon ik gaan eten in het restaurant. Er was toen meer één menu. Via een lopende band vanuit de keuken kwam uw maaltijd aangerold en kon je naar een vrij tafeltje voor 4 personen uw maaltijd nuttigen. Een middagpauze duurde toen 90 min.
Om 13:30 starte dan mijn éérste echte activiteit. Het behandelen van de 6 cijferorders in België. Ik werd verantwoordelijk voor het prijzen van de verpakkingslijsten in België. Deze documenten, die een opsomming waren van de goederen, vergezelden deze goederen in België. Mijn taak bestond erin de kostprijs te vermelden naast elk artikel en zo een totale kost te berekenen van de verzonden goederen. Na het prijzen mochten de comptometrises deze verpakkingslijst berekenen.
Om 17:30 zat mijn eerste dagtaak erop en ging ik tevoet naar linkeroever. In 1969 reeds de stoomtrein nog niet door de tunnel onder de Schelde. Het was een hélé reis toen van Antwerpen naar Sint-Niklaas.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.