een brief van Gert uit Kigali
de radio meldt dat de para's spoedig terug keren
Gert zou weldra thuis zijn
wat was ik gelukkig
die dag
nacht van 28 op 29 oktober 1991
alles is rustig, vredig, iedereen slaapt
droomt zijn eigen fantasierijke dromen
plots rinkelt de telefoon
akelig en kil klinkt het door de holle nacht
ik spring uit bed, ren er heen
een stem klinkt aan de andere kant van de lijn
Gert is dood
één zin
verwoest mijn leven
vernield al mijn dromen
mijn toekomst
het dreunt door mijn hoofd
neen, het kan niet, het mag niet
niet mijn Gertje
lieve God, alsjeblieft niet mijn zoon
luister je nog klinkt het dringend, heb je gehoord wat ik zei
Gert is dood, begrijp je, hij is dood
het is niet waar, nee nee nee, het kan niet
hij komt toch volgende week thuis
als gehypnotiseerd ga ik naar Koen
kijk naar hem
hoor zijn rustige ademhaling
zachtjes raak ik hem aan
Koen, Koenneke, papa heeft gebeld
er is iets gebeurd met Gert
het is erg, heel erg
onze Gert is niet meer
nee nee, godverdomme nee
woede, machteloosheid
mama, nee, niet mijn broer
niet mijn beste vriend
misschien is het een vergissing
is het toch niet onze Gert
daar sta ik, sprakeloos, verloren
mijn eigen Koenneke, ik kan hem niet troosten
omstrengeld in elkaar
samen wachtend, hopend, biddend
laat het niet ons Gertje zijn
Gert, onze mooie, sterke, stoere Gert
dood
jacqueline
24-05-2015 om 10:16
geschreven door jacqueline 
Categorie:Poëzie
|