De laatste tijd wordt er nogal gefulmineerd tegen het zogenaamde politiekcorrecte denken. Men doet het dan voorkomen alsof men niet mag zeggen wat men wil. Sommigen eisen zelfs het recht op om anderen te beledigen. Hierbij zou ik dan de vraag willen stellen of men vijftig jaar geleden alles mocht zeggen wat men maar wilde. Men zal dan natuurlijk antwoorden dat er toen minder vrijheid was dan nu. Dat is slechts gedeeltelijk juist. Absolute vrijheid is nooit mogelijk, er wordt toch altijd paal en perk gesteld aan de uitlatingen die de burgers zich mogen permitteren, al was het maar uit het oogpunt van het fatsoen en dit heeft niets met politiek te maken. Daarom vind ik de term "politiekcorrect" eigenlijk misleidend, vooral het eerste woord. Wat heeft het met politiek te maken wanneer het verboden is om mensen te beledigen? Niets toch, wel met menselijkheid! Daarom spreek ik liever over correct zonder meer.
Onlangs is niet alleen Ingmar Bergman gestorven maar ook de Italiaanse meester Michelangelo Antonioni. Wat ik in de commentaren in de media over hem miste, is de aandacht die deze regisseur aan de dag legde voor het subtiele detail: een draaiende ventilator, het geruis van bomen, een schaduw op een muur, allemaal zaken waar zijn collega's aan voorbijgaan. Antonioni zag wat anderen niet zagen of waar anderen geen belang aan hechten. Zijn films hebben mij leren kijken. Ik denk hier dan vooral aan "L'eclisse" en "The passenger", ook "Profession: reporter" genoemd. Dit is nu juist het meest karakteristieke van deze grote kunstenaar. Daardoor bezat zijn filmkunst een erg Aziatisch karakter, Aziaten hebben ook altijd oog voor het onooglijke detail. Niet voor niets dus dat de films van Antonioni in Azië een groot succes kenden. Deze kunst van het subtiele werd door de Franse essayist Roland Barthes dan ook bestempeld als in wezen erg anti-autoritair, immers machthebbers zijn niet geïnteresseerd in details (of anders gezegd, individu's) alleen maar in grootse projecten waaraan de burgers dan ondergeschikt zijn. Antonioni was dus niet alleen van groot belang op esthetisch vlak maar ook op politiek gebied ondanks het feit dat hij geen zuiver politieke films (met uitzondering misschien van het visueel betoverende "Zabriskie Point") heeft gemaakt. Tot zover dus deze voetnoot bij de verschenen necrologieën.
Mooi maar karaktervol, geleerd maar verstaanbaar, goedlachs maar vastberaden, gedreven maar niet fanatiek, feministe maar met charme. Ik heb zojuist een onvolledige beschrijving gegeven van Vlaams wetenschapster Christine Van Broeckhoven zoals ik ze gisteren heb gezien in de uitzending "Zomergasten" op Nederland 2. Ondanks mijn vermoeidheid heb ik geboeid dit drie uur durende gesprek gevolgd tussen haar en presentator Joris Luyendijk. Dit had voor mij mogen blijven duren. Twee intelligente mensen die met elkaar op een ontspannen manier praten. Ik meen dat het Orson Welles was die ooit eens heeft gezegd dat het medium televisie daarvoor is uitgevonden. Inderdaad, je leert er iets uit en zo een gesprek komt volledig tot zijn recht op het kleine scherm. In zo een geval zijn er geen excentrieke camerastandpunten of extreme close-ups nodig, iets wat men hier gelukkig achterwege heeft gelaten. Ik wil ook Joris Luyendijk niet vergeten die verstandige vragen stelde en zich een erg aandachtig luisteraar toonde, essentieel in dit soort van programma's. Tot slot ben ik de VPRO dankbaar dat zij het lef heeft en het niveau bezit om zulke uitzendingen te verzorgen. Een tip misschien voor "meerwaardezender" Canvas?!
De film "Ali" werd bij het uitkomen door de meeste filmcritici bestempeld als een "mindere" Michael Mann, een kritiek die ook andere grote cineasten ooit ten deel is gevallen. Hoe zo? Nu ik "Ali" voor de vierde keer heb bekeken, constateer ik dat hij op zuiver filmisch vlak een Mann-film pur sang is. De ongelooflijk knappe montage (zie daarvoor o.a. het begin), de gedurfde, bijna minimalistische beeldcomposities, het virtuoze camerawerk, de prachtige muziek en niet te vergeten de schitterende vertolkingen van alle acteurs, Will Smith in de titelrol op kop, alle zijn het kenmerken van wat men de Mann-stijl zou kunnen noemen. Akkoord, het is geen klassieke biografische film maar is dat een probleem? Michael Mann boetseert eigenlijk vooral een impressionistisch portret van deze legendarische bokser, geen afgerond geheel met een begin, middenstuk en einde. En dan is er nog een tweede punt. Deze film is gemaakt met een grote sympathie voor de hoofdpersoon en de hele gemeenschap rondom hem. In de eerste plaats is er natuurlijk Muhammad Ali zelf, maar ook de excentrieke Bundini, de radicale Malcolm X, de vrouwen van Ali, allen zijn het individu's die met een grote waardigheid worden neergezet. Ook de Afrikaanse kinderen in Kinshasha zijn in de eerste plaats menselijke wezens, zij dienen niet om wat te zorgen voor de couleur locale. Uit deze film blijkt een grote liefde voor de Afro-Amerikaanse gemeenschap en de Afrikanen. Voor een Hollywoodfilm van een toch nog altijd commercieel (en blank!) cineast is dit niet zo evident. Mede daarom vind ik dit de meest aangrijpende prent van Michael Mann. Zou het kunnen dat deze film daarom niet zo een commercieel succes is geweest? Hopelijk vergis ik me.
Na meer dan dertig jaar heb ik dan toch de film "India Song" van Marguerite Duras gezien en dit dank zij die ongelooflijke uitvinding die de DVD-recorder is. In 1975 had een bespreking van die film me al erg geïntrigeerd. Ook de titel sprak me erg aan. Het samenvoegen van de woorden "India" en "song" leek me altijd al een geweldige vondst. En dan was er de hoofdactrice Delphine Seyrig die me volledig had gehypnotiseerd in "L'année dernière à Mariembad" en wiens formidabel talent indruk had gemaakt in "Muriel ou le temps d'un retour", eveneens van Alain Resnais. Ondertussen had ik de boeken van Marguerite Duras ontdekt, boeken die ik het best zou kunnen omschrijven als bedwelmende lektuur. Daardoor keek ik des te meer uit naar de film. Nu ik dan eindelijk de film heb gezien kan ik alleen maar vaststellen dat dit lange wachten niet voor niets is geweest ofschoon mijn verwachtingen wel erg hoog gespannen waren. "India Song" ademt echt de sfeer uit van Duras' boeken: wonderlijk mooi, geheimzinnig, suggestief en (daardoor) hypnotiserend. Het gebruik van de muziek, de stemmen die men hoort, de geluidsband en de fantastische Delphine Seyrig maken van "India Song" echt een "droom"film. Je wordt volledig meegezogen in een onbekende wereld die zo onecht is als maar kan zijn maar terzelfdertijd toch de realiteit weet weer te geven zodat men werkelijk denkt dat alles in India is gefilmd (de opnamen hadden echter plaats in een villa nabij Parijs!). Ik wil hier om te besluiten wel op wijzen dat deze film een heel traag ritme bezit en wel enige inspanning vergt van de kijker. Maar kan dit een bezwaar zijn?
Deze week heeft één van de grootste filmregisseurs onze wereld vaarwel gezegd,nl. Ingmar Bergman. Zeker in de jaren '60 was hij één van de meest toonaangevende cineasten, wiens films men absoluut moest gezien hebben om een beetje mee te kunnen praten over film. Mijn bewondering die in die tijd boven alle twijfel verheven was, is daarna wat afgezwakt zeker in vergelijking met zijn tegenpool, de eveneens deze week overleden, Michelangelo Antonioni, maar over hem heb ik al geschreven. Tussen haakjes, ik heb zo een twintigtal films van Bergman in mijn DVD-collectie zitten, dus mag ik wel zeggen dat ik nog altijd van heel wat van zijn films hou. "Het Zwijgen", "Persona" en "Kreten en gefluister", om er maar enkele te noemen, blijven voor mij klassiekers waar de tijd gewoon geen vat op krijgt. Na deze positieve beoordeling is er wel iets dat me altijd dwars heeft gezeten en dat is de kritiek die Bergman regelmatig leverde op collega's, zoals daar zijn: Orson Welles, Bunuel, Antonioni, Godard, toch niet van de minste. Erg sympathiek kon ik dat moeilijk vinden al moet er direct bij gezegd worden dat hij zijn eigen films ook erg kritisch beoordeelde, zelfs films die door de critici goed ontvangen werden. Daardoor wordt de pil dus wel wat verzacht. Bij het bekijken van zijn filmwerk valt het op dat er zowel geniale dingen tussen zitten als ronduit zaken die niet om aan te zien zijn. Misschien was dat bij de mens Bergman ook zo?
Tijdens één van zijn laatste interviews stelde men aan Serge Gainsbourg vragen over zijn drankmisbruik en zijn voorkeur voor jonge meisjes. Daarop antwoordde hij heel gevat: "Het leven heeft dat van mij gewild". Inderdaad, waarom doet iemand het éne en laat hij het andere? Zowel het karakter (het noodlot is het karakter!) als de omgeving waarin men opgevoed is, als de invloeden die men daarna van mensen, boeken, enz. ondergaat zorgen er samen voor dat men een bepaalde richting is uitgegaan die men daarna niet meer kan stoppen, het is alsof een trein met kapotte remmen over de sporen raast. Is dit een fatalistische visie? Ik weet het niet, maar wanneer ik rondom mij de mensen bezig zie dan merk ik toch dat zij de meeste handelingen stellen (of niet stellen) om de hierboven vermelde redenen. Denken wij bijvoorbeeld maar aan een Bill Clinton. Waarom is hij nog altijd zo populair? En waarom was hij niet in staat om weerstand te bieden aan Monica Lewinsky? Toch door zijn karakter en door allerlei invloeden die hij in zijn leven heeft ondergaan. Allen zouden zij dus kunnen zeggen: "Het leven heeft dat van mij gewild."
Ik heb hier al eens woorden aangehaald van romanschrijfster Maria Rosseels, welnu, ik ga dat vandaag nog eens doen omdat zij zo een scherpzinnig waarneemster was van onze moderne tijd. In de jaren '60 vermeldde zij de volgende kenmerken om het succes van de James Bondfilms te verklaren: "Het geloof in de onbeperkte toekomstmogelijkheden van de techniek, de steeds verder doorgevoerde scheiding tussen liefde en seks, het (onbewuste en collectieve) verweer van de man tegen de vrouw in wie hij een gevaarlijke 'bezits-agressiviteit' vermoedt die zijn vrijheid en superieure positie in de wereld bedreigt, positie die hij meent te kunnen handhaven door de vrouw, NIET LANGER GEBONDEN DOOR TABOES EN WETTEN, TE HERLEIDEN TOT EEN GENOTSOBJECT. Een vrijwillig meewerkend object weliswaar, maar toch niet belangrijker dan een pittig glas cognac, een gekruide schotel, een opkikkerend bad." Bepaalde woorden heb ik zelf in hoofdletters gezet omdat ik ze zo belangrijk vind en omdat ze nog altijd zo aktueel zijn. Ik denk niet dat ik daarvoor voorbeelden moet aanhalen om dat aan te tonen, wie ogen in zijn hoofd heeft zal er in allerlei tijdschriften, affiches, reclamecampagnes, enz. genoeg kunnen vinden. Men zou zich dus de vraag kunnen stellen wie er het meest baat heeft gehad bij de seksuele revolutie, de man of de vrouw?
Meer dan veertig jaar geleden was ik een grote fan van de toenmalige Volksunie. Ik ging zelfs, wat ik tot dan toe nooit had gedaan, naar hun meetings en optochten. Die meetings zijn me vooral bijgebleven door de toespraken van Maurits Coppieters die op een bevlogen manier opkwam voor de rechten van het Vlaamse volk. Hij deed dit stijlvol en met grote waardigheid. Een paar jaar later was het aan Hugo Schiltz om meer op de voorgrond te treden al bleef Coppieters een belangrijke troef van de Volksunie. Beiden echter deden een oproep VOOR meer Vlaamse zelfstandigheid maar trokken niet van leer TEGEN andere bevolkingsgroepen. Hoe anders is de toestand daarna geëvolueerd. Dit heeft er toe geleid dat ik me volledig heb afgekeerd van de Vlaamse zaak die stilaan aan het verzanden is in zelfgenoegzaamheid en dus in het vaarwater van de onverdraagzaamheid is beland. Ik had wel kunnen leven in een onafhankelijk Vlaanderen onder leiding van Coppieters & Schiltz maar ik kijk er zeker niet naar uit om dit te doen in een Vlaanderen dat stemt voor politieke figuren die er een sport van schijnen te maken om anderen te beledigen en te vernederen. Maar misschien heeft dit alles gewoon te maken met de tijdsgeest. Waarden als tact, waardigheid en verdraagzaamheid staan nu eenmaal niet meer hoog aangeschreven. Jammer!
Ik kan niet anders dan het positief te noemen dat men iets wil doen om een proper milieu tot stand te brengen maar ik vraag me af of het niet zal blijken nutteloos te zijn rekening houdend met de constante bewapening die er in heel de wereld aan de gang is. Eén grote oorlog en het milieu is weer drastisch verpest. Men moet zich eens voorstellen hoe het milieu geleden heeft onder de Tweede Wereldoorlog! Hele steden die in brand stonden, uitlaatgassen van tanks en niet te vergeten de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Indien er ons nog ooit zo iets te wachten staat dan is heel die actie van Al Gore een maat voor niets geweest. Daarom zou ik eigenlijk de omgekeerde weg volgen: eerst een onverbiddelijke actie voeren tegen de wapenfabricanten van allerlei slag en dan, wanneer een grote oorlog toch niet mogelijk meer zou zijn bij gebrek aan wapens, de verloedering van het milieu aanpakken. Maar misschien droom ik? De agressie zit waarschijnlijk zo erg in de mensheid ingebakken dat het gewoon hopeloos is om daar iets tegen te ondernemen. Daarom dus richt men zich eerst op het milieu.
Ik heb een tijd geleden eens uiteengezet waarom ik op filmgebied een voorkeur heb voor het genre van de film noir. Dé hoofdreden, naast de expressionistische fotografie, is de aanwezigheid van de bekende "femme fatale", deze onweerstaanbare, uitdagende en gevaarlijke vrouw rond wie het hele verhaal zich dikwijls afspeelt. Zij is de vrouw die de stoere mannenwereld op zijn kop zet gewoon maar door haar uitstraling. Ineens wordt duidelijk dat die macho's misschien wel een paar grijze cellen bezitten maar dat die zich alleszins niet tussen hun oren bevinden. Met open ogen storten zij zich als het ware in de afgrond en dit allemaal om deze vrouw het hof te maken. Meestal weten zij zelfs niet dat zij met een femme fatale te maken hebben. Voor mij wordt de film noir daardoor eigenlijk de illustratie van de superioriteit van de vrouw boven de man. Zij hoeft geen geweld te gebruiken om te domineren, nee, haar hele wezen als vrouw zorgt ervoor dat de man volledig in haar ban geraakt en zijn vroegere overtuigingen overboord gooit. Zij gaat dan meestal wel mee ten onder maar niet zonder de mannelijke held (!) mee te sleuren. Het is dan ook dit type vrouw die ik het meest mis in de hedendaagse films. Zelfs een moderne film noir zoals het knappe "The black Dahlia" van Brian De Palma kon op dat vlak (en alleen op dat vlak) niet volledig overtuigen: Scarlet Johansson stond als femme fatale helemaal in de schaduw van haar vroegere collega's. Ik hoop dus vurig op de comeback van de échte, onvervalste femme fatale!
Aan alle filmliefhebbers wil ik graag de volgende documentaire aanbevelen: "A personal journey with Martin Scorsese through American movies". Deze persoonlijke kijk van Scorsese (regisseur van o.a. "Taxi driver", "Raging bull" en onlangs nog "The departed") is een goed voorbeeld van hoe men de kijker wegwijs kan maken in de filmgeschiedenis en de talrijke filmgenres. Aan de hand van talrijke scènes uit de meest uiteenlopende genres wordt uit de doeken gedaan wat er nu zo bijzonder is aan een bepaalde opname. Zelf ben ik blij dat Scorsese zoveel belang hecht aan de film noir. Daar immers konden regisseurs de meeste risico's nemen en experimenteerden zij met de belichting en andere technische hulpmiddelen omdat die films toch niet veel geld kostten zodat de producers niet al te nauwlettend toekeken. Terwijl ik naar deze documentaire zat te kijken vond ik het eigenaardig dat er geen fragmenten getoond werden uit de films van Hitchcock, Orson Welles, John Huston en andere bekende grootheden. Op het einde verontschuldigt Scorsese zich daarvoor met het argument dat er over die bekende namen al genoeg studies verschenen zijn. Hij wil eerder de aandacht vestigen op de minder bekende namen. Een werkwijze die inderdaad te verdedigen valt. Ook de verbanden die gelegd worden tussen de stijl van een bepaalde film en de tijdsgeest tonen aan dat hier iemand aan het woord is die weet waarover hij het heeft. Ik weet dat Scorsese ook zo een reis door de Italiaanse filmwereld heeft gemaakt. Na wat ik gezien heb over de Amerikaanse films kan ik niet langer wachten om me die DVD ook aan te schaffen.
Ik ben er mij terdege van bewust dat bovenstaande titel nogal hoog (erg hoog!) gegrepen is en dat ik die hier niet kan gaan uitwerken, als ik er al toe in staat zou zijn. Het is alleen maar een gedachte die me de laatste tijd niet los laat en die ik hier eens wil te berde brengen. Het gaat namelijk om het volgende: eeuwen geleden werd er in Europa in de hogere kringen veel Frans gesproken. Denken we maar aan Frederik de Grote die zelfs bevriend was met Voltaire, aan de Russische hoven, aan de talrijke intellectuelen die als tweede taal het Frans vlot beheersten. Na de val van Napoleon is daar langzaam aan verandering in gekomen, deels door eigen schuld. De Engelse taal trad meer en meer op de voorgrond maar tegelijkertijd ook een grotere vulgarisering. Alles werd simpeler en gemakkelijker. Het Franse raffinement werd naar de achtergrond verdreven. Daarom zou ik dus mijn titel willen vervolledigen en schrijven: Opkomst en ondergang van de beschaving aan de hand van de invloed van het Frans. Zei Nietzsche niet dat, wanneer hij aan Europese cultuur dacht, dit voor hem automatisch gelijk stond aan Franse cultuur? En voor zover ik weet was hij een ....Duitser!
"Nosferatu" is een film uit 1922 en toch nog altijd de moeite waard. Ik herinner me dat ik deze film lang geleden op school heb gezien en hoe bepaalde beelden altijd in mijn geheugen zijn blijven hangen. Toen ik hem dan onlangs opnieuw bekeek op DVD herkende ik aanstonds bepaalde scènes, het was alsof ik ze pas een maand geleden had bekeken. Dit maar om te zeggen hoe suggestief regisseur Murnau zijn verhaal wist te vertellen. Aan de DVD is natuurlijk te merken dat het hier om een heel oude film gaat, en doordat het een stomme film betreft, zijn er de onvermijdelijke tussentitels. Maar ondanks deze hinderpalen kan men er nog altijd van genieten. En akelig blijft "Nosferatu" alleszins.
Het is meestal zo dat mensen die fanatiek gelovig zijn nogal huiverig staan tegenover kritisch denkende mensen en tegenover vrouwen. In het eerste geval omdat het hen zou kunnen doen twijfelen aan hun geloof, m.a.w. zij staan dus niet erg sterk in hun schoenen, in het tweede geval omdat zij daardoor in bekoring zouden kunnen gebracht worden, dus ook hier voelen zij zich onzeker. Zij hebben als het ware een panische angst om bezoedeld te geraken, zowel geestelijk als lichamelijk. Hebben deze gelovigen er al eens aan gedacht dat zowel "het denken" als "de vrouwen" geschapen zijn door de God die zij zo vereren? Zij vinden het dus toelaatbaar om een bepaald gedeelte van Zijn schepping te verwerpen! Waar halen zij de onbeschaamdheid vandaan om Hem terecht te wijzen? Godslasterlijk (excusez le mot!) noem ik dat.
Gisteren werd op de TV-zender La Deux (RTBF) het slotconcert van de Kon. Elisabethwedstrijd live uitgezonden. De eerste drie laureaten speelden elk een pianoconcerto. Dat was sowieso prachtig, virtuoos gespeeld en vol muzikaliteit. Na hun optreden volgde echter een bisnummer en dat was nog indrukwekkender. Alle drie speelden zij een Romance van Rachmaninov voor zes handen. Het was een rustig stuk waarbij geen bravoure te pas kwam. Hier kon men deze drie pianovirtuozen ontspannen aan het werk zien en constateren hoe harmonisch zij samen de toetsen op een subtiele wijze beroerden. Zij hadden immers al genoeg getoond dat zij alle knepen van het pianospel onder de knie hadden, dat was hier niet meer nodig. Het optreden van dit trio was echt "un moment plein de tendresse" zoals de presentatrice achteraf gevat opmerkte. Het was ook een voorbeeld van de stelregel: "Eenvoud is het kenmerk van het ware". Een ontroerende avond dus die dank zij de RTBF op een redelijk uur stond geprogrammeerd. Waarvoor dank.
Verleden week is er nog al wat te doen geweest over het briefje van Freya Van den Bossche waarin zij twijfelde of zij wel in staat zou zijn om het fractieleiderschap in de kamer op zich te nemen. Ik ga mij hier niet bezighouden met de vraag of het al dan niet terecht werd gepubliceerd in de pers. Het is nu toch te laat. Gebeurd is gebeurd. Nu we het toch hebben kunnen lezen wil ik er graag het volgende over kwijt. Het siert haar dat zij durft twijfelen, het zijn alleen maar de zelfgenoegzamen die denken dat zij tot alles in staat zijn. Dit voor wat de inhoud van het briefje betreft. Wat mij echter vooral opvalt is haar mooie geschrift ondanks het feit dat het tamelijk vlug zal neergekrabbeld geweest zijn. Haar schrijfwijze weerspiegelt karakter en vrouwelijkheid. En niet onbelangrijk, de spelling is vlekkeloos, maar ik had van haar niet anders verwacht. Over Freya Van den Bossche oordelen mannen nogal erg verdeeld. Het is ook moeilijk om géén oordeel over haar te hebben. Zij steekt haar vrouwelijkheid immers niet onder stoelen of banken zodat men er duidelijk niet naast kan kijken dat het hier om een politicA gaat. Mannen die niet erg oplopen met vrouwen hebben er dan ook plezier in om haar de grond in te boren. Ik poneer hier een tamelijk gewaagde stelling: Zeg me, als man, wat je denkt over Freya Van den Bossche en ik zal zeggen welke ingesteldheid je hebt tegenover vrouwen in het algemeen. Wat men echter ook over haar denke en hoe lang of hoe kort haar politieke carrière nog zal duren, zij is alleszins een vrouw om nooit te vergeten.
Jaren geleden schreef Raymond Van het Groenewoud het lied "Vlaanderen boven". Maar dat was wel ironisch bedoeld, een belangrijke nuance die heel wat Vlamingen vandaag de dag vergeten schijnen te zijn. Voor hen is het écht Vlaanderen boven, punt. In hun zelfgenoegzaamheid (wat we zelf doen, doen we beter!) geloven zij blijkbaar dat Vlaanderen de navel van de wereld is. Interesse voor het buitenland is bijna een zeldzaamheid geworden. Als ik naar de RTBF kijk of naar het Franse Antenne 2 dan constateer ik dat zij daar veel meer buitenlands nieuws geven dan bij ons. Toch raar dat zelfs die chauvinistische Fransen nog meer geïnteresseerd zijn in wat er buiten hun grenzen gebeurt dan wij! Als ik dan bedenk dat men nog maar eens een nieuwe staatshervorming wil om nog meer Vlaanderen te bekomen dan bezorgt me dit stilaan een onbehaaglijk gevoel. Veertig jaar geleden ging ik zelf naar meetings van de toenmalige Volksunie omdat ik van oordeel was dat wij als Vlamingen onheus werden behandeld. Nu constateer ik dat men meer en meer denkt aan een onafhankelijk Vlaanderen (want dat is toch de verborgen agenda?) dat alleszins het mijne niet zal zijn want te egoïstisch, te xenofoob en te provincialistisch. Het fameuze Vlaanderen onder de kerktoren. Al die strijd voor zo een pover resultaat??? Nee, dank u!
"Mogambo" is een niet zo bekende film van John Ford uit de jaren '50, dus zo een halve eeuw oud. Toch is dit nog altijd een zeer onderhoudende prent. Er zit avontuur in, romantiek en humor, een ideale combinatie. En bovenal zijn er de acteurs en vooral actrices. Clark Gable speelt de rol van een stoere bink en Grace Kelly en vooral Ava Gardner zijn de vrouwen die verliefd op hem zijn. De humor zit vooral in de dialogen die Ava Gardner debiteert. Als vrijgevochten en uitdagende vrouw slingert zij iedereen haar waarheden in het gezicht maar dan op zo een manier dat men zich als kijker zit te verkneukelen. Het is werkelijk genieten telkens zij haar stoute mond opent. Daarenboven is zij erg mooi zodat het een plezier is om naar haar te kijken. De eveneens mooie Grace Kelly verbleekt niet weinig naast de flamboyante Gardner. Bij dit alles zijn er dan nog de prachtige opnamen uit Afrika. Kortom, een ideale ontspanningsfilm uit de oude doos.
Ik herinner me een tijd toen de katholieken tegen de socialisten tekeer gingen omdat zij goddelozen waren, verkapte communisten en dus des duivels. Met socialisten omgang hebben was bijna een doodzonde, zo erg werden zij verafschuwd. Als men dit vergelijkt met onze hedendaagse tijd dan is het wel duidelijk dat deze redenen om tegen het socialisme te zijn niet meer geldig zijn. Zij die nu socialisten verafschuwen zijn zelf compleet ongelovig geworden zodat dit religieuze argument volledig vervalt. Het draait hem vandaag de dag om iets anders. Socialisten proberen nog altijd (gelukkig maar!) de meubelen uit de geglobaliseerde brand te redden voor de minder begoede burgers. Als internationaal gerichte ideologie kunnen zij moeilijk anders dan het afzweren van welk racisme en nationalisme dan ook, anders zouden zij NATIONAAL-socialisten zijn! Marokkaanse, Turkse of zwarte arbeiders zijn voor hen in de eerste plaats arbeiders. Wie dus om deze redenen tekeer gaat tegen het socialisme heeft heel wat andere beweegredenen dan vroeger. De afkeer van de katholieken uit het verleden was (achteraf bekeken dan toch) dan wel verkeerd maar hun argumenten waren tenminste eerbaar. Ik zou dit ook willen kunnen zeggen van de huidige tegenstanders van het socialisme maar dat is voor mij een stap te ver. Als voetnoot wil ik er wel aan toevoegen dat ik altijd een voorkeur heb gehad voor losers, winnaars zijn mij te zelfgenoegzaam.
Ik ben Michel Vanderspurt
Ik ben een man en woon in Gent (België) en mijn beroep is fotograaf.
Ik ben geboren op 13/07/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, geschiedenis, muziek,film en reizen.
Een erg belangrijke invloed in mijn leven is priester-dichter Anton van Wilderode geweest van wie ik jaren lang les heb