MG (Morris Garage) werd in 1924 opgericht door Cecil Kimber.MG bouwde in het begin voornamelijk sportwagens op basis van Morris onderdelen. Aan het eind van de jaren dertig kwam er zelfs een gewone personenwagen beschikbaar.

Het grote succes kwam, vlak na de tweede wereldoorlog in 1945, door de sportieve MG TB en TC waaraan Amerikaanse soldaten hun hart verpand hadden. Vele MGs werden meegenomen naar Amerika waar dit lichte, sportieve, autotype geheel onbekend was op dat ogenblik.

Al snel kwam er een grote vraag naar MG sportautos vanuit Amerika en in de jaren die volgden werd meer dan 80% van de geproduceerde MGs aan de andere zijde van de Atlantische oceaan verkocht. De MGs waren eenvoudig en goed gebouwd, betaalbaar en eenvoudig te onderhouden. In 1952 fuseerde Austin Motor Corporation met Morris Motors; British Motor Corporation (BMC) werd gevormd.

De vooroorlogse TB en de naoorlogse typen TC, TD en TF met hun vooroorlogse vormgeving werden in 1955 opgevolgd door de MG A roadster die vanaf 1956 ook als coupé leverbaar werd.

De succesvolle MG A werd in 1962 opgevolgd door de nog succesvollere, strak en sierlijk gelijnde MG B. Ook dit model vond zijn weg wederom grotendeels naar Amerika. De MG B was leverbaar als roadster, en als 2+2 coupé "GT" 

Doordat BMC de Austin Healey in 1967 uit productie had genomen was er wederom behoefte aan een zescilinder sportwagen uit de BMC stal waardoor eind 1967 de MG C het levenslicht zag.

Dit was een MG B met een 145 pk. leverende Austin zescilindermotor. De auto kon deze opvolging echter niet waarmaken doordat de wegligging minder lichtvoetig was dan die van een gewone vier cilinder MG B, en de uitstraling niet van Austin Healey kaliber was. De motor was eigenlijk te zwaar voor de compacte en lichte MG. De Austin Healey opvolger zou uiteindelijk toch uit, de nieuw gefuseerde, British Leyland* stal komen en de naam Triumph TR6 dragen vanaf 1968.
In 1973 kwam er een V8 variant van de MG B op de markt; de MGB V8. Deze was voorzien van de krachtige, volledig van aluminium vervaardigde, Rover (ook British Leyland) 3.5 liter V8 motor. Deze V8 motor woog nagenoeg hetzelfde als de gietijzeren MG B viercilinder motor!
De MG B roadster en GT werden verkocht tot 1980 en werden in de laatste vijf productie jaren, onder druk van Amerikaanse regelgeving, aangepast met veiligheid verhogende en emissie verlagende ingrepen. Dit resulteerde in dikke kunststof bumpers en minder krachtige motoren wat de autos veel minder aantrekkelijk maakte. Vanuit Japan kwam ondertussen de Datsun 240 Z die een snel einde maakte aan de Britse sportwagen hegemonie in Amerika
In 1980 viel het doek voor de MG B. In de daarop volgende jaren verschenen er enkele Austins die als MG "verkleed" waren en die we beter snel kunnen vergeten. Uiteindelijk kwam er in de jaren negentig een waardige opvolger in de vorm van de MG F die op dit ogenblik nog steeds wordt verkocht. In het jaar 2001 besloot BMW (dat een aantal jaren eigenaar was van Rover) Rover van de hand te doen. De Britse pond stond jarenlang hoog waardoor productie te duur werd in Engeland. Een groep Britse investeerders nam Rover over. Overtuigend zetten zij de Rover 75 Tourer op de markt die nog niet klaar was in de BMW tijd. Volgend plan was ook sportieve auto's te gaan bouwen naast de luxe Rover middenklassers; men besloot de naam MG in ere te herstellen. Verschillende Rover modellen werden onder handen genomen om er echte sportieve rijders auto's van te maken. Het nieuwe Rover/ MG schuwde grote aanpassingen aan motoren, onderstel interieur en exterieur niet teneinde aansprekende MG modellen neer te zetten. Wat wij zo lezen in de pers is deze opzet goed geslaagd en zien wij met veel vertrouwen uit naar het eerste geheel nieuw ontwikkelde Rover/ MG model. |