Why? ? ?
100km ten westen van Parijs ligt Gravigny. Voor mij staat dat gelijk met mijn twaalfde 100km. Grote ambitie heb ik niet. Tussen 6u50 en 7u? Als je verhuist, is er een hoop werk, dat weet je wel. En als de vermoeidheid dan gepaard gaat met trainen is het nooit gemakkelijk.
Ik vertrek sereen samen met een luxebegeleider, Thierry Guichard, die in de geburen daar woont en die toch vicewereldkampioen 1999 is. Ik heb dit weekend bij hem mogen logeren!
2u50 op de marathon. Snel is het niet en toch voel ik me zo moe. Das niet normaal. Tot km 60 loopt Jan Vandendriessche mee. Sympathiek! Maar tussen de 40 en 60km sukkel ik vooruit. Opgeven of niet? Driemaal heb ik al opgegeven in een 100km. Telkens gaf het me een paar weken lang een enorme kater. Net als een leerling die moet dubbelen. Die overweging doet me kiezen voor het voortzetten, ook al kom ik maar aan 60%. En foert. Laat ze maar praten. Het laat me koud. Ik weet wat ik kan. Ik weet wat ik wil. En dat is arriveren! Ik ben gekomen om 100km te lopen, geen 58, geen 72. Mensen, wat heb ik afgezien, vooral moreel. Na elke ronde van 14km ging ik aan t rekenen. Eerst 7u10, dan 7u20. Uiteindelijk is het 7u31 geworden. OK, het ging niet goed in mijn kop, meer nog dan dat heeft de vermoeidheid me parten gespeeld. Maar ik heb gewonnen. Tegen mezelf. Ik voel nu aan wat zovele marathonlopers voelen. Niet alleen de eerste plaats is van belang. Deze 100km, die me mijn eigen ik heeft doen overwinnen, heeft me veel geleerd. Ik ben er zeker van dat ik in een andere koers, als ik aan kop lig na 60km en geplaagd word door krampen en pijn, me hieraan zal kunnen optrekken. Als ik deze heb kunnen beëindigen, zal ik ze allemaal aankunnen! Slechter kan het niet. Nergens is het warmer dan in de hel en ik ben er toch maar uit de vlammen uitgeraakt!
Na een warme douche en een goede maaltijd beleef ik opnieuw mijn kruisweg. En die eindigt steeds met de vraag: Waarom toch? Waarom moet je toch het einde halen? Waarom lopen al die anonieme deelnemers en voelen zij zich overwinnaars, hoewel ze nog nooit een podium bestegen? Waarom kom je terug na een kwetsuur of een ziekte? Waarom al die trainingen, in regen en wind? Soms zelfs in de sneeuw, als we ons niet goed voelen, als het niet gaat terwijl binnen de zetel zo knus is? Het is de wezenlijke vraag naar wat is een kampioen? Lange tijd heb ik gedacht: Het is de beste, de eerste, degene boven op het podium. Nu weet ik dat ik er naast was.
Mijn definitie is nu: Kampioen is degene die de karaktersterkte heeft de hindernis te overwinnen. Kampioen is degene die zelfs op een slechte dag het lot tart en het falen verwerpt. En ik schrijf dit niet alleen voor mij. Voor ons allen is dat zo. En laat ik eerlijk zijn: het is de ultra die me dat geleerd heeft. Alle ultralopers zijn kampioenen. Hun titel is moed en wilskracht. De ervaring die ik enkele maanden voordien in La Rochelle kende, toen een 15uren-loper tijdens de prijsuitreiking binnenliep, post vatte op het podium en luid toegejuicht werd, begrijp ik nu nog beter. Waarom al dat lijden? Zijn wij masochisten? Of is t voor t geld? Voor de roem? Jullie weten wel beter
Why?
Pourquoi?
Waarom?
Gewoon omdat wij sportief zijn, omdat wij houden van wat we doen, omdat we ons vrij voelen. Afzien is een dwang, sport is vrijheid.
Wel, kampioenen, tot te naaste keer!
Marc Vanderlinden http://www.bloggen.be/menucupportretten/archief.php?ID=264226
Dit artikel werd overgenomen uit het tijdschrift Ultra, nummer 36, najaar 1999
Begin mei 1995, 48 uren van Surgères
Kouros, mens of machine?
In een zeer emotioneel artikel vlak na de 48 uren van Surgères (Fr.) waarin hijzelf goed 200km ver geraakte, beschreef veteraan Dan Coffey het wereldvreemde tafereel waarvan hij getuige was geweest op het 300m kleine pistje van Surgères. Het beeld dat hij ophangt is inderdaad van een andere tijd, alsof iemand in de middeleeuwen getuige zou zijn van onze vliegtuigen, onze televisie en onze computers. "Stop de wereld! Ik doe niet meer mee", titelt hij nadat hij het buitenaards wezen aan het werk gezien heeft. Dat miraculeus wezen is niemand minder dan de Australische Griek Yannis Kouros. Inderdaad, dezelfde persoon die een goede twaalf jaar geleden een mytje deed herleven door de Spartathlon met UREN voorsprong te winnen. Die Kouros die nadien alle ultralooprecords boven de 100 mijl binnenrijfde. Die Kouros die een jaar of drie geleden met de atletiek kapte om zich aan de muze van de muziek over te leveren.
Als tegenstanders had hij in Surgères het kruim van de wereldtop in de megaloop, te beginnen met de Tsjech Rusek, winnaar in de 48 uren van Keulen (402km), de Rus Valeri Goubar (427km) en meervoudig winnaar Jean Gilles Boussiquet (424km). De uitdaging was voor Kouros vooral zijn eigen wereldrecord van 452km.
Nu laten we Dan Coffey zelf aan het woord:
"Het was ondragelijk warm en normale stervelingen als wij, wij zochten wat koelte om te overleven. Kouros daarentegen, nauw in het oog gehouden door Rusek, draaide maar rond, ronde na ronde aan een gelijkmatig tempo. Maar wat voor een tempo!? Het 100km-punt kwam hij door onder de 7u30' en na 12 uren was 155km afgelegd. Rusek totaliseerde op dat ogenblik 125km. Plots, 10 minuten voor de 24 uren, stokte de machine. Technisch defect? Wij hadden echter niet de tijd om te zeggen: 'Zie je wel, het was te ambitieus, zelfs voor Kouros.' Daar stond hij alweer op de piste. Na 24 uren klokte hij af op 285,304km, met andere woorden, hij had zijn eigen pisterecord 24 uren verbeterd. Als splittijd voor de 48 uren nog wel! Rusek, die ook sterk liep, had na 24 uren 247,303km afgelegd. De derde, Goubar, volgde met 223,176km.
Er wachtte ons nog meer suspens, toen Kouros beslist had dat ook het 48 uren record er aan moest. Het lukte met 470,781km, hetgeen neerkomt op een uurgemiddelde van 9,808km. Ver achter hem volgde de bewonderenswaardige Rusek, die in die 48 uren geen noemenswaardige inzinking doormaakte en op een meer dan respectabele 433,384km uitkwam.
Nog steeds ben ik mijn verrassing niet te boven. Van één ding ben ik nu overtuigd: als Kouros nog sneller gaat lopen, is het zeker dat hij zichzelf aan de andere kant van de piste zal tegenkomen. De wetten der natuur zullen dan niet langer gelden. Ik weet niet of ik dat nog wil meemaken..."
Een artikel van Jos Cleemput, oprichter van de M&U Cup, overgenomen uit het tijdschrift ULTRA
Wil je meer weten over Yannis Kouros: http://www.yianniskouros.com/
Marathon- en Ultracup 1996
De zes uren van Stein (Wedstrijdverslag van Jos Cleemput, overgenomen uit het tijdschrift Ultra nr.20)
Met brio is intussen de Cup '96 van start gegaan. En zoals de Ronde van Frankrijk wel eens de grens overwaait om zijn internationaal imago wat te onderstrepen ging de Cup '96 ook de grens over. Al was het maar een paar honderden meters, kort bij het drielandenpunt, namelijk in Stein. Dit is dan wel centraal in Limburg en voortgaand op de belangstelling is dit een promotie voor de ultraloop in Limburg. Misschien een stap in de goede richting, als we de peetvader van de Belgische ultraloop Jozef Gemers volgen in zijn betrachting om de Belgische ultraloop uit de honkvaste Westhoek los te weken.
Stein had een zeer gepersonaliseerde promotiecampagne gevoerd onder leiding van organisator-ultraloper Han Frenken, die voor weinig ultragetrouwen een onbekende is, hoewel hij nu precies niet het "m'as-tu-vu"-type is. Hoewel hij verre van een slechte loper is, is hij steeds discreet gebleven.
De campagne bracht een uitstekend deelnemersveld bijeen, zowel kwalitatief als kwantitatief. Kwalitatief moest Lucien Taelman met kwetsuur in laatste instantie verstek laten gaan en ook de Nederlandse topper Akkermans bleef om een mij onbekende reden afwezig. Maar dat België het vertrek van Praet duchtig aan het opvangen is, moge blijken uit de grotendeels Belgische strijd aan de top in de 6 uren van Stein. Alleen een verrassend sterke Wim Epskamp kon dit geweld echt partij geven. Wim liet trouwens lange tijd vermoeden dat hij van de achtervolgende groep op de ongenaakbare Marc Vanderlinden aan het langste eind zou trekken. Het feit dat hij als veteraan het Nederlandse zesurenrecord neerhaalde was een oververdiende beloning voor deze steeds vriendelijke en optimistische atleet.
Marc Vanderlinden was dus out-standing. Dit belette niet dat hij het eerste uur zijn chauffeur-stadsgenoot Alain Bourdon bij zijn ultradebuut een uur de eer liet een eind voor de rest uit te draven. Zelf hield hij de koers onder controle. Hij vertelde vooraf dat hij een snelle eerste marathon wou lopen om eens te ondervinden wat dat zou geven. Naargelang hoe hij zich voelde zou hij na vier uren stoppen of doorlopen tot het eind. Hij speelde het klaar - en dat spreekt boekdelen - het hele deelnemersveld te dubbelen. D.w.z. een 'Coopertest' van 2400m achter zich te houden. Op dat ogenblik liep Wim Epskamp in tweede stelling, maar het werkte als een rode lap op André Beneens, die waarschijnlijk in zijn carrière nog niet vaak beleefde dat hij in een wegwedstrijd op een ronde gelopen werd. Hij klampte aan bij de leider en - prachtig! - loste hem zelfs ietwat verder zodat hij zichzelf "ontdubbelde" en de tweede plaats inpalmde, die hij niet meer zou afgeven. Met een majestatische tred deed hij dat, die mij bijwijlen deed denken aan Juantorena en die ik zeker niet mogelijk geacht had in een ultraloop. Zijn beloning was net niet de 90km, maar wel een nieuw internationaal veteranenrecord [dat ook in 2010 nog altijd staat!!!]. Als je weet dat dat op naam van het Franse fenomeen Vuillemenot stond, gelopen in het Franse Cébazat tegen mannen als Praet en de Russen, moet je dit wel ernstig nemen. Dat wereldrecord van Praet hield ook maar nipt stand tegen de ontketende Vanderlinden, die op nauwelijks 200m strandde.
Vierde werd Paul Beckers voor een uitdovende Alain Bourdon. Paul, die nochtans de week voordien met een verkoudheid had gesukkeld, liep de hele tijd bijzonder snedig in wat het koppeloton achter Vanderlinden heette. Naast Beneens, Epskamp en Beckers maakte ook debutant Frank Buytaert deel uit van deze groep. Drie uren lang was de situatie zodat alleen om te plassen de een of ander werd "gelost". Met een bijzondere aandacht volgde ik deze jonge belofte. Paul had me immers al lang met veel lof over hem gesproken. "Op piste loopt hij me verloren," zegt hij bescheiden, "en nu hij zijn zinnen op de ultra gezet heeft, mag deze 24-jarige student in de medische wetenschappen als een hoop voor onze ultraloop doorgaan." Zijn score zou uiteindelijk vrij bescheiden blijven. Na drie uren viel zijn kaars uit, in de tweede wedstrijdhelft zag ik hem zelfs stappen. Toch blijft er een lichtpunt, net als voor Alain Bourdon trouwens, dat is dat zij doorzetten tot het einde, ondanks de diepe ellende. Die doorzettingskracht is immers kenmerkend voor de ultraloop. De vermoeidheid kan zo vreselijk wegen dat alleen ijzersterke motivatie gecombineerd met een behoorlijke dosis nederigheid je tot het einde kan brengen. Wie zei ook weer: "Somewhere on your way the ultrarun will humiliate you"?
Die ervaring hebben de meer geroutineerde ultralopers die volgen al meegemaakt en zij hebben er al leren mee leven. Mannen als Klement, Tielemans, Tijskens, Druwé, Roosen, Offergeld en andere Heemskerken moet je in dit verband geen smoelen leren trekken. Al viel een mij onbekende Rudy Claes wel even in het oog. Achteraf bleek dat deze rijzige atleet een triatleet is die voor '96 een dubbele triatlon gepland heeft.
Net voor Luc Maes, die na een snelle eerste koershelft weer water en bloed zweette, eindigde de eerste vrouw die een vrij evenwichtige koers liep. Het leverde Ria Buiten [die in Antibes 2010 de beste Nederlandse prestatie ooit op een zesdaagse neerzette!]een behoorlijk nieuw Nederlands record op, dat zij mijn inziens nog kan verbeteren. Zij bleef voor het vinnige Duitse loopstertje Spellerberg hetgeen onze nieuwe ultradame Katia Nolens niet lukte. Maar ook voor Katia zit er nog beterschap in, want hoewel zij intussen wel de 45 bereikt heeft, is Katia in de ultra een beginnelinge, sinds vorig jaar.
Het ultraloopseizoen is dus goed van start. Meer dan 100 inschrijvingen en 90 deelnemers aan de start zijn een hoopgevend aantal voor de toekomst van de ultra. Opvallend is de groei van de Nederlandse ultra in de breedte. De diepte volgt dan wel. Een heerlijke omloop en de centrale ligging staan borg voor de toekomst van de ultra in Stein. De spijtige beginfouten bij de tijdopneming, die een serene informatie tijdens de wedstrijd verstoorden en de wachttijd op de prijsuitreiking verlengden, kunnen overwonnen worden. De duidelijke, gedetailleerde uitslag, die binnen de week werd toegestuurd, maakt veel goed. Een opsteker!
Jos Cleemput (Overgenomen uit het tijdschrift Ultra)
31-01-2010 om 00:00
geschreven door Bestuur M&U Cup 
|