|
Fuerteventura is één van de eilanden van de Canarische Eilanden, een archipel in de Atlantische Oceaan die hoort bij Spanje en ongeveer honderd kilometer voor de noordwestkust van Afrika ligt. Het eiland behoort tot de provincie Las Palmas (provincie).
Het langwerpige eiland heeft een oppervlakte van 1660 km², waarmee het na Tenerife het tweede grootste eiland van de Canarische Eilanden is. Het hoogste punt is de Pico de la Zarza (807 m).
Fuerteventura betekent in het Spaans "sterke of grote voorspoed". Het eiland heeft een zeer droog klimaat, is van vulkanische oorsprong en het landschap geeft op het eerste gezicht een onherbergzame indruk. Fuerteventura is zo droog dat kraanwater wordt gewonnen met behulp van ontziltingsinstallaties. De smaak van dit water is dusdanig dat, zoals in vrijwel geheel Spanje, bronwater uit flessen als drinkwater gebruikt wordt. Fuerteventura is een vakantiebestemming bij uitstek voor liefhebbers van zon, zee en strand. Door de vrijwel constante passaatwind is Fuerteventura ook populair bij windsurfers en kitesurfers
Zoals op alle Canarische Eilanden is de economie op Fuerteventura sinds de ontwikkeling van het massa-toerisme (1950) radicaal gewijzigd. Het toerisme is nog steeds in ontwikkeling, met name omdat op de meeste andere eilanden van de archipel de bouw van accommodaties aan banden is gelegd. Op Fuerteventura wordt nog druk gebouwd, vooral in de sector "All inclusive". Hierdoor dreigen prachtige oorspronkelijke gebieden verloren te gaan ten behoeve van toeristen die het eiland slechts leren kennen vanuit de bus tussen het vliegveld en de accommodatie. Het toerisme is dus veruit de belangrijkste economische factor.
Ooit was Fuerteventura een maatschappij van boeren en vissers. Was Fuerteventura "de graanschuur" van de Canarische Eilanden, tegenwoordig liggen de akkers verlaten en verwaarloosd in het landschap. Slechts hier en daar getuigen restanten ALOE VERA en vele cactussen van een grootschalige productie van grondstoffen voor de cosmetica-industrie. Specifieke cactusvelden dienden voor de kweek van de grijze cactusbladluis cochenille, waarvan de uitgeperste lichaamssappen werden gebruikt als diep scharlakenrode kleurstof karmijn voor kleding, lippenstift en zelfs drank. (Campari!)
De enige agrarische activiteit van betekenis op dit moment is de geitenhouderij. Ca. 40.000 geiten bevolken het eiland en produceren de melk voor de beroemde geitenkaas van Fuerteventura, een belangrijk exportproduct. De eens zo bekende teelt van aardappelen, tomaten, uien en knoflook is teruggedrongen tot kleine "Fincas", ter grootte van volkstuintjes.
Vanaf de periode waarin ontbossing, druk op de marktprijzen door concurrentie vanuit het vasteland, introductie van kunstmest en ontluikend toerisme de traditionele land- en tuinbouw ontwrichtten, hebben golven van emigratie, voornamelijk naar Cuba en Venezuela, de bevolking gedecimeerd. Toen uiteindelijk, circa 25 jaar geleden, werken in het toerisme meer en makkelijker geld ging opleveren, werden de terrassenbouw op de vulkaanhellingen en de irrigatiesystemen verwaarloosd. Dit maakte een eind aan een unieke vorm van agrarische productie, waarbij de in oktober voor de regens ingezaaide en geplante akkers werden bedekt onder een laag van ca. 10 cm "Picon", zwarte vulkanische gravel die de eigenschap bezit om de nachtelijke dauw vast te houden, en aldus een minimaal noodzakelijke vochtvoorziening te verzorgen.
Helaas een dorre kale boel, waarin alleen nog granen worden ingezaaid als voer te velde voor de konijnen, zodat hogere jacht-pachtprijzen kunnen worden bedongen.
De visserij tot slot heeft zich op een aantrekkelijk niveau kunnen handhaven dankzij het feit dat de rotsige zeebodem rond het eiland netten-visvangst vrijwel onmogelijk maakt. Vis van hoge kwaliteit en smaak wordt uitsluitend met hengel en haak gevangen. Voorts is de beroepsvisserij aan vergunningen gebonden en worden in de praktijk geen nieuwe vergunningen verstrekt. Kleine bootjes varen, als de rustige zee dat toestaat, uit om de heerlijke "Vieja", spreek uit bjecha" (Papagaaivis), te vangen, die als een lekkernij op tafel komt in de vele visrestaurantjes.
|
