MASTERSRIDGE
Inhoud blog
  • Fotogallerij
  • week 7
  • week 6
  • week 4
  • week 3

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Foto

    HAICO
    27-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dermoid Sinus bij Rhodesian Ridgeback
    Dermoid Sinus

    De Dermoid Sinus (Dermoid = huid, Sinus =opening/tunneltje) is een aangeboren, erfelijke afwijking bij de Rhodesian Ridgeback. Het is een zogenaamd "neuraalbuisdefect", vergelijkbaar met een "open-ruggetje" bij baby's.

    Tijdens de embryonale fase treedt er een scheiding op tussen de cellen die het ruggemerg gaan vormen en de cellendie later de huid vormen. Bij pups met een DS gaat er tijdens die scheiding iets mis, waardoor er een opening blijft bestaan in de huid, die als het ware een tunneltje vormt naar beneden, soms tot aan het ruggemerg. Niet altijd lopen ze zo diep door, soms zit er alleen een "dipje" in de huid en soms zit de DS vast op een spier onder de huid.

    De DS komt vrijwel uitsluitend voor op de middenlijn, de denkbeeldige lijn tussen neuspunt en staartpunt. Een enkele keer wordt er wel een DS gezien op een andere plek, meestal op de kop of aan de basis van het oor. De DS zit meestal vóór of achter de ridge, zelden er op. Ook ridgeloze pups kunnen een DS hebben. Vlak na de geboorte kan een DS soms al gevoeld worden.

    Laat voor de controle van een jonge pup iemand de pup voor u vasthouden, in buikligging. Zorg voor goed licht op de pup. Vervolgens pakt u met duim en middelvinger van de linkerhand het "nekvelletje" vlak achter de schedel vast en tilt dit iets omhoog. Met duim en middelvinger van de rechterhand gaat u vanaf dit punt de hele huid over de ruglijn naar beneden voelen. Als er een DS zit, zult u een dun draadje voelen, wat vanaf de huid naar beneden loopt. Dit kan zo dun zijn als een garendraadje. De DS komt vrijwel niet voor óp de ridge, maar vaker ervoor, in het halsgebied, of erachter, op het kruis of de staart. Omdat op de staart de huid niet opgetild kan worden, is een DS in dit gebied heel moeilijk te ontdekken. Kijk of er misschien haartjes een iets andere kleur hebben, of iets stugger aanvoelen. Als u twijfelt kunt u het verdachte plekje scheren, de DS is dan duidelijk zichtbaar als een klein stipje op de huid. (zie foto).

    Het is voor een leek erg moeilijk om een DS te ontdekken, het is dus verstandig om een nestje pups altijd te laten controleren door een ervaren fokker. Controleer de pups iedere week en in ieder geval nog een keer voordat de pup naar de nieuwe eigenaar gaat. Op de leeftijd van 8 weken is een DS meestal veel makkelijker te voelen (en soms te zien).

    [klik op de foto's voor een vergroting!]

    Dermoid Sinus (01)
    Een 7 weken oude pup met een DS in het nekgebied.
    Op het eerste gezicht valt eigenlijk niets op.
    Dermoid Sinus (02) Dezelfde pup, nu met beter licht, vanuit een andere hoek. Nu is te zien dat er een plekje is waar de haartjes iets anders van kleur en structuur zijn. Er is bovendien een heel klein "bobbeltje" te voelen. Dit was overigens een vrij dikke DS; er is niet altijd zo duidelijk iets te zien van buitenaf!
    Dermoid Sinus (03) Als het nekvel opgetild wordt, is duidelijk een flinke DS te zien. Er zit een "dip" in de huid (omdat de DS vastzit op een nekwervel)
    en er loopt een strengetje vanaf de huid naar beneden.
    Dermoid Sinus (04) Als het verdachte plekje geschoren is, zie je duidelijk de uitgangen van de DS, als kleine stipjes. Deze DS heeft dus 2 kleine uitgangetjes.
    Dermoid Sinus (05) Een andere pup, met een DS met 1 uitgang. Deze DS was absoluut niet te zien van buitenaf!

    Het aantal pups dat met DS geboren wordt is niet helemaal duidelijk, omdat niet iedere fokker eerlijk is over het voorkomen van DS in zijn of haar nesten. Bovendien worden DS pups meestal al snel geeuthanaseerd. Schattingen lopen uiteen van 2 tot 15 %, maar uit een Australisch onderzoek naar de werking van foliumzuur bij de preventie van DS, bleek dat zelfs 16 % van de pups (zonder foliumzuur toevoeging) met DS geboren werd. In mijn ervaring (uit verhalen van collega fokkers) ligt het percentage inderdaad wel dicht bij dat getal.

    We mogen dus wel stellen dat DS een groot probleem is binnen ons ras. Helaas komt er vanuit fokkers en verenigingen weinig informatie over de DS naar buiten. Blijkbaar schaamt men zich nog steeds voor pups met DS.

    Het euthanaseren van pups met DS is een onderwerp waar vaak heftig over gediscussieerd wordt. Zeker is in ieder geval dat het euthanaseren van pups en dit vervolgens niet vermelden aan pup-kopers zeer schadelijk is voor het ras. Immers, als er met de nestgenootjes gefokt wordt zonder er rekening mee te houden dat er een verhoogde kans bestaat op doorgifte van de DS, wordt het probleem steeds wijder verspreid!

    Operatie van pups met DS is tegenwoordig zeer goed mogelijk. De in greep is niet bijzonder zwaar en het herstel verloopt, met de juiste nazorg, meestal voorspoedig. Het is meestal goed mogelijk om de gehele DS te verwijderen, waardoor de pup volkomen "genezen" is na de operatie en de herstelperiode. Het is wel belangrijk dat de DS operatie uitgevoerd wordt door een specialist op dit gebied.

    Uiteraard mag er met geopereerde honden nooit gefokt worden! Zij dragen immers zeker het defect in hun genen en hebben een grote kans om dit door te geven aan hun nageslacht! Castreren zorgt ervoor dat er geen "ongelukjes" kunnen gebeuren en is dus zeer aan te raden voor geopereerde honden.

    Informatie en voorlichting is essentieel bij het beperken van erfelijke aandoeningen binnen een ras. Zolang we honden met ridges fokken, zullen er helaas honden met DS geboren worden, maar als we eerlijk en open zijn over fokresultaten en onze verantwoording voor iedere individuele pup serieus nemen, kunnen we de gevolgen van deze afwijking hopelijk zoveel mogelijk beperken, voor het gehele ras én voor aangedane pups.

     

    27-03-2008, 21:20 geschreven door christophewatteyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opvoeding van Haico
    De opvoeding van uw pup

    Belangrijk om te weten is dat niet iedereen geschikt is voor een Rhodesian Ridgeback. Een gehoorzaamheidscursus bij een kynologenclub is beslist geen overbodige luxe. Let er bij het uitzoeken van de cursus op dat de nadruk tijdens de lessen ligt op de aandacht relatie baas-hond en op het begeleiden van het hondje, zeker ten aanzien van contact met andere honden. U zult veel moeten spelen met uw hond, zowel binnen als buiten. Spelen met andere honden mag, maar dan uitsluitend als u dat goed vindt.

    Na de puppycursus houdt de training van uw hond niet op, verstandig is het zeker om een vervolgcursus te gaan volgen. Een Rhodesian Ridgeback blijft ongeveer 3 jaar puberaal, dus gedurende die tijd blijft het opvoeden een pure noodzaak. Als het even kan, moet u direct starten met een puppycursus als u het hondje heeft opgehaald. Als dat niet mogelijk is, moet u zelf vast beginnen met een aantal zaken, zoals uitlaten, 's nachts alleen zijn, zindelijkheidstraining. Het leerprincipe van de Rhodesian Ridgebacks is voornamelijk gebaseerd op belonen! De hond is geen mens dus schrijf hem dan ook geen menselijke gevoelens toe.

    Het socialiseren van een pup is erg belangrijk. De socialisatieperiode is van 3 tot 12 weken. Dit is een beslissende periode in het leven van de hond, wil de hond zich ontwikkelen tot een geslaagd huisdier. De verantwoordelijkheid om te zorgen dat de pups gedurende 3de tot 6de week goed worden verzorgd en gesocialiseerd rust bij de fokker. Van uw kant moet u de fokker van uw pup zorgvuldig kiezen. Als u een pup koopt welke geen goede start heeft gehad, dan moet u de verloren tijd inhalen, door heel hard te werken aan de socialisatie. Vanaf het moment dat de pup met u mee naar huis komt, bent u verantwoordelijk voor de socialisatie, welke overigens niet ophoud na 12 weken, dit proces moet eigelijk doorgaan tot de volwassen leeftijd is bereikt. Socialisatie wordt steeds moeilijker als naarmate de hond ouder wordt, dus gebruik in ieder geval deze periode goed. Hoe meer u deze periode de hand aan ervaringen laat opdoen, hoe beter uw hond zal uitgroeien tot een aangepaste hond die elke situatie aan kan zonder angstig te worden. Indrukken opgedaan gedurende deze periode maken een diepe en blijvende indruk, welke uw hond zich het hele leven zal blijven herinneren, de goede en de slechte indrukken. Hoeveel u aan socialisatie doet of nalaat heeft directe weerslag in hoe uw hond zich ontwikkelt tot een evenwichtig, vriendelijk dier. U bent het aan uw hond verplicht om hier genoeg tijd voor vrij te maken. Het is niet moeilijk, maar het kost u tijd. Neem uw pup van jongs af aan zoveel mogelijk overal mee naar toe (autoritjes, kinderspeelplaats, enz). Leer uw hond alles, waarvan u denkt dat hij dat is zijn leven zal tegen komen of moet kennen. Alles wat de pup niet heeft leren kennen, zal hij later wantrouwen. Voor geen enkele hond is het goed om in een geïsoleerde omgeving of in kennels op te groeien. Of hele dagen alleen thuis te zijn omdat de baasjes werken of buitenaf op een flink stuk grond waar ze nooit vreemde mensen ontmoeten. Woont u in de stad, bezoek dan het platteland zodat hij koeien, schapen en eenden e.d. zal leren kennen. Reis met auto en openbaar vervoer. Er bestaan leuke puppenboeken die u hier meer over kunnen vertellen.

    Wanneer uw pup nog niet volledig ingeënt is, wees dan voorzichtig met het in contact komen met uitlaatplaatsen, plekken waar veel ontlasting ligt van andere honden. Hierdoor bestaat een verhoogde kans op besmetting van ziekten. U kunt dus het beste de hondentoiletten ontwijken. Wen uzelf er aan vanaf het begin alle ontlasting van uw hond direct op te ruimen. Veel honden zien is alleen maar goed en moet zelfs aangemoedigd worden. Alleen moet te allen tijde de nadruk liggen op het contact met de baas. De hond moet echter wel leren dat er veel andere honden rondlopen en dat de baas alles regelt, ook de contacten met andere honden. De pup moet ook geleerd worden dat dit geen roedels zijn, waar hij deel van uit maakt, waardoor een situatie kan ontstaan dat hij/ zij denkt de dienst uit te mogen maken tussen al die honden. U als Baas bepaalt altijd wanneer er met een andere hond gespeeld mag worden. Zorg ervoor dat dit spelen alleen maar plaats vindt als de hond bekend is en een goed gedrag vertoont t.o.v. een pup. De baas heeft de zorg, dat de contacten rustig en goed verlopen en dat het hondje zich in eerste instantie op de baas richt. Dit heeft later o.a. grote voordelen bij het los-aan-de-lijn lopen. De fokker kan u behulp zijn met een aantal opvoedingspunten die van belang zijn en u uitleggen hoe u o.a. de volgende aspecten dient aan te pakken.

    • Hoe krijg ik mijn pup zindelijk
    • Hoe pak ik de training aan met andere honden
    • Hoe train ik mijn hond om alleen te zijn
    • Hoe vang ik een onzeker hondje op
    • Hoe ga ik verder met de socialisatie van mijn pup, zijn er nog aspecten waar ik extra bij deze pup op moet letten.
    • Wat kan ik wel of moet ik niet doen met deze pup.

      De Rhodesian Ridgeback is een hond die veel beweging nodig heeft, iedere dag een flinke wandeling van minimaal 2 uur zeer op prijs stelt. Normaal gesproken is een hond eerlijk en zal u niet om de tuin leiden. Wanneer het opvolgen van een bevel door de hond als prettig wordt ervaren (bijv. d.m.v. een beloning), dan zal de hond het bevel steeds sneller gaan opvolgen. Gebeurt het opvolgen van een bevel maar vaak genoeg, dan zal er gewoontevorming ontstaan. Wat de hond prettig vindt, zal hij gemakkelijk leren en wat hij niet prettig (bijv. geen beloning) vindt zal hij nalaten. De cursussen zijn er niet om uw hond alles perfect te leren. Tijdens de lessen leert u hoe u met uw hond om moet gaan. U leert als het ware hoe u op een verantwoorde "hondse" manier met elkaar om kunt gaan. U zult daar ook leren dat een hond het prettig vindt om een leider te hebben, en hoe u die taak op u behoort te nemen.

      Kinderen
      De vraag of de Rhodesian Ridgeback geschikt is om bij jonge kinderen in huis te nemen kan bevestigend worden beantwoord, hoewel veel afhangt van hoe u de kinderen opvoedt. Er zijn wel een aantal spelregels waar u op zou moeten letten. Bedenk ook dat niet alle honden even makkelijk met kinderen omgaan en niet alle kinderen zo voorbeeldig met honden omgaan. Bedenk ook, dat als er wat mis gaat dit niet aan kind of hond ligt maar aan U als ouder. U bent er verantwoordelijk voor dat het kind respect wordt bijgebracht voor de hond, en dat er geen confronterende situaties kunnen ontstaan. Besef dat een kind de lichaamstaal van een hond (nog) niet zal begrijpen en dus de waarschuwingen gegeven door de hond voorafgaande aan een verdedigende beet, niet (kunnen) herkennen.

      Een aantal tips welke u aan kinderen kunt leren die oud genoeg zijn om dit te kunnen begrijpen.
      Leer de kinderen (ook b.v. buurtkinderen) dat ze:

      • de hond altijd naar zich toe roepen, nooit er zelf op afgaan (rang lagere gaat altijd naar hang hoger toe)
      • niet hard gillen, ruziën of wegrennen waar de hond bij is.
      • de hond is zijn waarde laten (respect tonen voor), dus niet: aan een slapende hond te komen, niet te wild met hem te spelen, geen vingers in oren, ogen of neus te stoppen, niet proberen hem op te tillen, plagen / pesten, wakker schudden, uit mand trekken, aankleden, aan voerbak of kluif komen en ga zo maar door.
      • honden hebben behoefte aan rust en een "veilige slaapplaats"
      • geen onnodige of tegenstrijdige commando's geven: 1x zeggen is genoeg, anders leert u de hond dat u het toch nog wel eens zegt, dus hoeft hij niet direct te luisteren.
      • nooit een hond aanstaren
      • niet op de grond naast de hond gaan liggen (of in de mand naast de hond), altijd hun gezicht hoger houden dan de kop van de hond.
      • gezicht nooit te dichtbij de hond houden.
      • hun speelgoed opruimen, dus geen kleine dingen rondlaten slingeren, waar de pup bij kan, hij zou zich lelijk kunnen verslikken.
      Heeft u zulke jonge kinderen dat u ze dit nog niet duidelijk kunt maken, zorg dan dat u kind en hond nooit alleen laat. Voorkomen is beter dan genezen.

      Heeft u zelf geen kinderen, maar weet u dat uw hond in de toekomst (veel) in kontact komt met kinderen, leer uw hond dan vanaf pups aan, wat kinderen zijn. Ga eens een blokje rond langs de lagere school tijdens het schoolkwartier e.d. Laat een buurjongen of meisje de pup eens een brokje geven, zo leert uw hond dat kinderen leuk zijn, in plaats van iets engs. Ook hier geldt weer jong geleerd is oud gedaan.

      Voor alle rassen geldt: Laat uw hond en kind nooit samen alleen.

      bron: kinga

      27-03-2008, 21:21 geschreven door christophewatteyn  

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Rhodesian Ridgeback
      De Rhodesian Ridgeback
      Jan Coppens, Hondenwereld, juni 2000.

      Ruim honderd jaar geleden jaagde een befaamde jager op grootwild in Rhodesië (nu Zimbabwe) met zijn meute honden. Zijn naam was Cornelis van Rooijen en zijn meute jachthonden bestond uit zeer uiteenlopende kruisingsproducten van de destijds algemeen voorkomende populaire Europese rassen. In de meute waren exemplaren die in grootte en exterieur varieerden van kleinere doggen tot terriërs. Een grote diversiteit in kleur was aanwezig, doch eenkleurig geel en rood, als ook gestroomde honden zag je het meest. Van Rooijen wist door strenge selectie een jachthond te verkrijgen die bijzonder geschikt was voor het jagen onder de barre omstandigheden. Een hond die weinig gevoelig is voor de in ruime mate aanwezige parasieten, een hond die om weinig verzorging vraagt, een die niet overmatig veel voedsel nodig heeft, een die lang zonder water kan, een die zowel op zicht als ook met de neus jaagt, een die het kamp of de boerderij kan bewaken, een die behoorlijk snel kan lopen, wendbaar is en over de nodige spierkracht beschikt, een die over een groot uithoudingsvermogen beschikt …

      Cornelis kreeg het voor elkaar om een dergelijke hond te fokken en hij werd door andere jagers zeer gerespecteerd. Velen kochten bij hem hun honden of combineerden ze met de zijne. Op zijn boerderijtje in Plumtree waren er altijd wel belangstellenden die zeer onder de indruk waren van de band die Cornelis met zijn honden had.

      Cornelis keek verder dan de Europese rassen die de Boeren en Engelsen meebrachten naar Afrika, hij kruiste ook met Afrikaanse honden en bastaarden. Sommige ervan waren voorzien van een dorsale kam of ridge, welke deze mutatie doorgaven aan het nageslacht. Er bestaan diverse versies van even zovele auteurs en onderzoekers waar deze mutatie zich het eerst heeft voorgedaan. Aanvankelijk werd gesproken over de hond van de Hottentotten welke leek op een jakhals en voorzien was van een rugkam. Later is dit weerlegd, deze honden zouden met Bantu's uit Oost Afrika meegekomen zijn. Niet de hottentot hond doch de Afrikaanse jachthond "Nguni" zou verantwoordelijk zijn voor het doorgeven van de ridge in de populatie jachthonden van Van Rooijen.

      Van Rooijen's honden stonden in die tijd bekend als: Leeuwhond, Boerhond, Van Rooijenhond, Rifrug, Kamrug en Steekbaard. Gezegd mag worden dat Cornelis van Rooijen bijzonder veel inspanningen heeft gedaan om die voor het Afrikaanse klimaat geschikte gebruikshond te fokken die we nu kennen als Rhodesian Ridgeback. Een hond die op geen enkel terrein uitblinkt doch op alle kan functioneren. Hij is snel maar niet de snelste, hij is sterk maar er zijn sterkere rassen en zo kan je nog wel een aantal eigenschappen belichten. Een ding is zeker het is een normale hond zonder overdrevenheid, geen toeters en bellen, gewoon "sound".

      DE RIDGE
      Hieraan dankt het ras zijn naam. De ridge wordt gevormd door een streep in tegengestelde richting groeiend haar, midden over de rug. Aan de voorzijde bevindt zich de "box" die net achter de schoudertoppen begint en symmetrisch van vorm is. De box kan rond, hartvormig, recht, vierkant of rechthoekig zijn en dient twee symmetrisch geplaatste kruinen of "crowns" te bevatten. De ideale rugstreep is direct achter de box ongeveer 5 centimeter breed en verloopt taps tot in een punt doorlopend ter hoogte van de heupen. De lengte van de box mag niet meer dan een derde van de totale lengte zijn.
      Deze ridge heeft geen enkele functie en voornoemde jager op grootwild zal hieraan geen enkele waarde gehecht hebben. Bij het opstellen van raspunten door een aantal liefhebbers is de ridge als bijzonder kenmerk genoteerd. Dit gebeurde op initiatief van de families Peard, Dickson en Barnes. Reden hiervoor was het gegeven dat omstreeks 1920 de interesse voor safari's beduidend verminderde. De leeuwenjagers namen snel in aantal af en ook werden hun honden minder gefokt. F. Barnes belegde een bijeenkomst in Bulawayo in het jaar 1922 en er werden, naar voorbeeld van de standaard voor de Dalmatische hond, richtlijnen vastgesteld voor het fokken van één type hond met een ridge. Barnes richtte bij deze gelegenheid tevens de eerste club voor het ras op, die we nu nog steeds kennen als de Parent-club. Door zijn inspanningen werd deze club alsmede de rasstandaard in 1924 erkend door de Kennel Union of South Africa (KUSA). De ridge is hierdoor het specifieke kenmerk van het ras geworden. Hij is hierdoor toch bijzonder belangrijk in de fokkerij en bij het showgebeuren.

      Inmiddels zijn er naast de Rhodesian Ridgeback andere rassen bekend waarbij een vergelijkbare rugstreep aanwezig is. Onder andere de Thai Ridgeback welke in 1993 erkend is door het F.C.I. Ook in diverse Afrikaanse landen zijn populaties te vinden met deze eigenaardigheid. In Namibië de "Kaokaland jachthond", bij Zulustammen de "Isiqha" als ook de Bantu's en Hottentotten met hun "Nguni" jachthonden.

      Ook op een eiland in de golf van Siam, genaamd Phu Quoc is er de "Phu Quoc windhond". Laatstgenoemde is omstreeks 1890 naar Frankrijk meegebracht en in Antwerpen op een tentoonstelling gekeurd. In het boek "Hondenrassen" van de hand van H.A. Graaf van Bylandt, daterend 1904, is van dit ras een beschrijving opgenomen voorzien van een tekening uit 1895.

      Let er wel op dat bij een pup zonder ridge deze er NOOIT één zal krijgen! Ook het aantal kronen zal nooit in aantal toe- of afnemen.

      bron : kinga  

      27-03-2008, 21:34 geschreven door christophewatteyn  

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
      Archief per week
    • 22/02-28/02 2010
    • 21/04-27/04 2008
    • 07/04-13/04 2008
    • 31/03-06/04 2008
    • 24/03-30/03 2008
    • 17/03-23/03 2008
    • 26/09-02/10 2005

      E-mail mij

      Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


      Gastenboek

      Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


      links
    • rozelridge
    • rhodesian ridgeback club nederland
    • rhodesian ridgeback club of great britain



    • Blog tegen de wet? Klik hier.
      Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs