Februari de kortste maand hebben we achter de
rug. Twee maanden van dit jaar voorbij het gaat toch
wel weer vliegensvlug.
De winter heeft het laten afweten. Een beetje
vorst, een beetje sneeuw, een beetje ijs. Het natuurgebeuren
van heden, geeft normale waarden moeilijk prijs.
Maart roert nu zijn staart. Ik ben wel
niet bang voor vriezen. Maar voor mij hoeft het niet meer.
Ik zou daardoor erg veel planten verliezen.
jij, die vriend(in) die zover weg is
maar in gedachten heel dichtbij
je weet, hoe ik je bezoekjes mis
een vriend(in) heel dierbaar, dat ben jij
in mijn hart heb jij een plaatsje
dat zal er altijd zijn voor jou
omringd met heel veel knuffels
omdat ik als vriendin van je hou.
Ze zeggen: als je anders bent,
dan hoor je er niet bij,
ze doen alsof je niemand bent,
je bent niet zoals zij.
Ze zeggen: als je anders bent,
dan doe je niet normaal,
ze wijzen naar je kleren,
en lachen om je taal.
Ze zeggen: als je anders bent,
dan kun je beter gaan,
alsof je nooit geboren bent,
dat is toch geen bestaan.
Maar kijk eens naar de regenboog.
Zie jij het soms gebeuren
dat van de zeven kleuren,
bijvoorbeeld rood of groen
er één niet mee mag doen?
Nee, de één staat naast de ander
en ze zijn zoals je ziet,
steeds verbonden met elkander
kunnen mensen dat dan niet?
Soms blijft het schip,
geladen met geluk.
Net voor de haven steken.
Zwem er dan naartoe.
Een sombere dag
vrolijkt op
door een glimlach.
Een droef gezicht
klaart op
door een beetje licht.
Een bang hart
krijgt weer
een nieuwe start.
Op onze aard
is leven
de moeite waard.
Vroeger dacht ik altijd: "Later".
Later doe ik dit of dat.
Later maak ik verre reizen,
schrijf ik een boek,
ik noem maar wat.
Later zullen al mijn dromen,
stuk voor stuk uitkomen.
Later, dat maakt alles "goed".
Maar ik heb ontdekt in het leven
dat ik zo niet denken moet.
Ik zeg niet langer: "Later".
Ik hou niet meer "tegoed".
Ik vervul vandáág mijn dromen,
want ook ik weet niet.
Of "LATER" wel zal komen.
Jouw ogen.
Wanneer ik in jouw ogen kijk,
voel ik mij als een prins zo rijk.
Ik voel de warmte in je blik
en ben daarmee erg in mijn schik.
Je guitige ogen op mij gericht,
toveren een glimlach op mijn gezicht.
Ik kijk je aan, zeg dat 'k van je hou
en dat ik het leven fijn vind met jou.
Zuivere liefde en eeuwige trouw.
Leven met hem, van wie ik hou'.
Ik kijk in je ogen, van heel dichtbij.
'k Voel mij als een vogel, in de maand mei.
De liefde is zo wonderbaar!
Zij brengt de mensen bij elkaar.
Liefde en hoop is van alle tijden
en zal ons daarom nimmer scheiden.
Ooit gevoeld
hoe zacht wind strelen kan
alsof hij bang te breken is.
Ooit gezien
hoe stralend de zon is
dwars door mist heen, schijnt zij.
Ooit gehoord
hoe stil de nacht is
terwijl hij duizend dromen droomt.
en ken je de frisse geur van regen,
die de hele wereld wast.
Ooit geproeft
hoe zoet het leven is,
aan de andere kant van pijn.