MARIANNE POSMAN brengt de gemeenteverkiezingen en de politieke
partijen in Groot-Maldegem vanaf 1830 tot heden.
Terugblik
op de gemeenteverkiezingen vanaf 1830. Deel III b
Kieswetgeving gemeenteraadsverkiezingen.
Bron: Archivaris Erik Blomme, Historicus Etienne Dhont.
Zie bibliografie.

Periode algemeen meervoudig stemrecht voor
mannen (1893 - 1919)
a.
Aantal
stemmen per kiezer was afhankelijk van een aantal vereisten:
- 1
stem: alle mannelijke kiezers van ten minste 25 jaar oud
- 2
stemmen: huisvaders en weduwnaars van minstens 35 jaar oud, die minstens 10 fr.
(ca. 125) belasting betalen
-
3
stemmen: mannen van ten minste 25 jaar oud, eigenaar van een eigendom met een
waarde van minimum 2.000 fr. (ca. 25
000) of met een spaarboekje met minstens 100 fr. (ca. 1 250) rente per jaar of BEKWAAMHEIDSKIEZERS (MITS HET
AFLEGGEN VAN EEN EXAMEN)
-
4
stemmen: grondeigenaars met minimum 150 fr. (ca.
1.875) als kadastraal inkomen of bezitters diploma Hoger Onderwijs.
b.
De
stemplicht wordt ingevoerd.
c.
Om
de 4 jaar verkiezing van de helft van de gemeenteraadsleden (mandaat bedraagt 8
jaar).
Op die manier vertienvoudigde het
aantal kiezers naar ca. 20 % van de bevolking die voldeden aan die voorwaarden.
Vanaf 1893, dus 63 jaar later,
waren er 20 % kiesgerechtigden wat nog
niet ideaal was eigenlijk.
Bijna elke stem was nog verbonden aan eigendom of
belastingen, dus bezit.
Op 30 april
1909 waren er verkiezingen in Maldegem:
1185 kiezers met één stem,
-
398 kiezers met 2 stemmen (dus 796 stemmen)
-
170 kiezers met 3 stemmen, dus 510 stemmen
125 kiezers met 4 stemmen, dus 500 stemmen.
In het totaal
waren er 1878 kiezers met samen 2991
stemmen.
Vergeleken met de periode (1830 1893) van
het cijnskiesrecht toch al een hele verbetering.
Dokter Désiré Van Mullem en Charles Rotsart de Hertaing hadden vier
stemmen.
Onze grootvader Jozef Posman (1840 1926), Moerhuizestraat, 15 had drie stemmen wat toch wel wat wou zeggen.
Hij had een mooie eigendom ter waarde van 3000 frank, equivalent van 3
jaarlonen verworven in 1879 via Antonia Van Damme, eigenares van Het Godshuis
Sint-Laureins. Hoe dit in zijn werk ging staat allemaal te lezen in mijn boek Jozef
Posman p. 69 e.v. (Kiesboek 1 mei 1909 Rik Van de Rostyne)
Er was reeds lang avond- en privéonderwijs,
gemeentelijk, rijks- en katholiek
onderwijs maar in de meeste scholen werd schoolgeld gevraagd en als je tien of
meer kinderen had was dat allicht wel moeilijk.
Een rechtvaardiger maatschappij kwam in zicht met de bekwaamheidskiezers.
Mits het afleggen van een examen verkreeg men stemrecht en daar sprong E.H. Henricus Bouckaert op.
Na het overlijden van Pastoor
Emmanuel Verstraete op 8 juni 1888 werd de 54-jarige dynamische en welgestelde
priester Henricus Bouckaert (Waarschoot 01 01 1834 16 11 1911) als pastoor
ingehuldigd op 12 juli 1888 in Maldegem.
Hij was de broer van notaris Armand Bouckaert, echtgenoot van Alice Van Mullem,
dochter van de oer katholieke oud-burgemeester Désiré Van Mullem, eigenaar van
het terrein rond het vroegere jeugdhuis in de Noordstraat. Henricus Bouckaert
was een gefortuneerd man met een duidelijk plan om zijn fortuin ten dienste te
stellen van de Maldegemse bevolking. Pastoor Bouckaert had zijn strepen al
verdiend in Gentbrugge waar de Henri Bouckaertstraat nog bestaat als aandenken
aan zijn verwezenlijkingen.
E.H.
Henricus Bouckaert stortte zich onmiddellijk op het katholiek onderwijs voor
klein en groot in het centrum en op het platteland in Maldegem. Hij liet de Broederschool
en Het Broederhuis optrekken voor de broeders-onderwijzers. Hij liet In 1890
een Patronage of Gildehuis voor jongens bouwen in de tuin van de broederschool,
de jongens van vooral het centrum konden zich amuseren op zondag, sport
beoefenen, toneeltjes opvoeren en ze kregen tussendoor godsdienstlessen. Bovendien liet hij in 1890 een weeshuis bouwen
naast het bestaande klooster op de markt dat dateerde van 1874. De kapel in de
39e Linielaan naast de Broederschool dateert van 1900. In 1894 richtte hij een school op in het Vossenhol met een
huisje voor de lesgevende religieuze(n) en een kapelletje, hij liet een kant-
en borduurschool voor de meisjes bouwen in de Noordstraat. Hij bracht dus meer katholiek
onderwijs op het platteland en in het centrum van Maldegem. Laten wij het zo
stellen, de kinderen van de vaak grote gezinnen kregen de kans scholing te
volgen ter plaatse. Pastoor Bouckaert raakte de achillespees van de
volwassenen, misschien konden de kinderen via onderwijs ontsnappen aan de
slavernij en kinderarbeid die toen nog volop heersten, voor de jongens koewachter of
stalknecht tot t eind van hun leven,
voor de meisjes, dienstbode bij het
rijke volk, dat niet gekend stond om uitkering van hoge lonen en waar
misbruik schering en inslag was. In 1892 richtte Pastoor Bouckaert een
vereniging op, de Burgersgilde.
Het was zijn
bedoeling om deskundige t.t.z. katholieke kiezers te vormen en hen scholing,
amusement, activiteiten en feesten te bezorgen. Om te mogen kiezen moest je
niet alleen geld en eigendom hebben, maar moest je ook kunnen lezen en
schrijven. In 1896 bouwde Pastoor H. Bouckaert De Gilde voor o.a. de
vereniging de Burgersgilde om geletterde
kiezers te vormen. Het gemeentelijk beleid was
katholiek dus Pastoor Bouckaert werd ten volle gesteund bij zijn initiatieven.
Pastoor Henricus Bouckaert
zorgde voor een heel patrimonium op korte tijd ten volle gesteund door de
katholieke burgemeesters Hippoliet Cuelenaere (1890 -1903) en Charles Rotsart
de Hertaing (1904-1925) die toch ook wel hun best deden om de belastingen van
het volk goed te besteden. (Zie boek 100 Jaar Maldegem, Adegem en Middelburg,
Ambacht Maldegem 1986. In de periode van 1893-1919, was er dan nog de harde
strijd om een nieuwe kerktoren met pastoor Van Loo, het optrekken van een
nieuw gemeentehuis en laten we dit niet vergeten, de Duitse bezetting van 1914
tot 1918 en de Spaanse griep, dus heel veel kommer en kwel voor veel mensen in
Maldegem.
De
bevolking was grotendeels katholiek, niet stemmen voor de katholieken was
zowaar een doodzonde en niemand zelfs de ongelovigen niet, wilden in de hel
belanden.
Andersdenkenden maakten voorlopig weinig of geen kans tegen dit bolwerk. Alhoewel, geletterd of niet, de mensen
waren daarom niet dom: Wiens brood
men eet, diens woord men spreekt, is al een eeuwenoud spreekwoord en is
altijd van toepassing geweest maar de mensen konden stemmen voor wie ze wilden
in het stemhokje. Mijn grootvader Jozef trok te voet van Moerhuize naar de kerk
met zijn resem kinderen, naar de vroegmis, naar t lof en naar de vespers, twee
of drie keer elke zondag, al biddend, zo werd ons verteld. Zijn 16 kinderen
hebben er geen last van gehad. Hij werd vereerd in elk gezin.
Voor wie hij
stemde kunnen we raden maar zeker weten wij dat niet.
Wie het boek van Rik Van de Rostyne leest Het K.A., Een
brok geschiedenis van Maldegem (1974) weet dat er een harde strijd gevoerd
werd tussen de staatsscholen enerzijds en de katholieke scholen anderzijds. Beide
scholen bieden algemeen, technisch en beroepsopleiding aan, waarom elkaar niet
aanvullen? De enige les die we daar uit kunnen leren is dat verdraagzaamheid
hoog in het vaandel gevoerd moet worden, vrijheid, gelijkheid, broeder- en
zusterlijkheid. Oud-leerlingen van de Maricolen geven les in het K.A., nu
Courtmanschool en omgekeerd moet dit ook kunnen.
Elkaar aanvullen is altijd beter dan elkaar bestrijden.
Dank
zij een grondige studie van diverse publicaties kon historicus ETIENNE DHONT
een prachtige serie over de politieke geschiedenis in Maldegem brengen tijdens
ERFGOEDDAG die becommentarieerd wordt in Vrij Maldegem door M. Posman. Foto Oud
Stadhuis en Schepenhuis Els Stevens en info Liber Memorialis. (wordt vervolgd).
Dank zij een grondige studie van diverse publicaties kon historicus ETIENNE DHONT een prachtige serie over de politieke geschiedenis in Maldegem brengen tijdens ERFGOEDDAG die becommentarieerd wordt in Vrij Maldegem door M. Posman. Foto Oud Stadhuis en Schepenhuis Els Stevens en info Liber Men Bauwensmorialis. (wordt vervolgd).
|