Een kruidenier heeft een weegschaal waarvan de beide balansarmen niet precies gelijk zijn. De kruidenier is hiervan niet op de hoogte en benadeelt daardoor nu eens zijn klante, dan weer zichzelf.
Een klant vraagt 450 gram suiker. De kruidenier plaatst 450 gram aan gewichten op de linkse schaal en legt suiker op de rechtse schaal tot de balans in evenwicht is. De klant vraagt om de weging opnieuw te doen maar met de suiker in de linkse schaal. Nu moet op de rechtse schaal 512 gram tegengewicht geplaatst worden om een evenwicht te bekomen; dit alles tot grote verbazing van de winkelier.
Er is een spoorweglijn in de vorm van een negen (zie figuur 1 hiernaast). U ziet een Tunnel - locomotief 'L' - wagon 'A' - wagon 'B' - wagon 'C'. Enkel de locomotief kan door de tunnel. De locomotief kan duwen en trekken.
Hoe slaagt de locomotief er in wagon B en wagon C op de kortst mogelijke wijze van plaats te verwisselen en terug te keren naar zijn beginpositie?