Er is een spoorweglijn in de vorm van een negen (zie figuur 1 hiernaast). U ziet een Tunnel - locomotief 'L' - wagon 'A' - wagon 'B' - wagon 'C'. Enkel de locomotief kan door de tunnel. De locomotief kan duwen en trekken.
Hoe slaagt de locomotief er in wagon B en wagon C op de kortst mogelijke wijze van plaats te verwisselen en terug te keren naar zijn beginpositie?