Vandaag dook Agnete weer op nadat ze een tiental jaar verdwenen was. Agnete en ik hadden elkaar al veel gezien, maar telkens opnieuw verdween ze en kwam later weer te voorschijn. Toen ik haar lang geleden op een avond zag spelen in de schouwburg, besefte ik dat het onmogelijk was voor me om niet van haar te houden. Vanavond zag ik haar zitten in Café Opera en dit was dus het opportuun moment om naar haar toe te stappen. Ik feliciteerde haar met haar filmrol in Italië maar het viel me eerst met geen mogelijkheid te zeggen of ze me herkende of niet. Ik ging bij haar aan tafel zitten en bracht haar die avond naar huis. Toen ze uitstapte, vertelde ze mij dat ze een vriend in Italië heeft. Ik weet eerlijk gezegd niet hoe ik mij momenteel moet voelen.
Ik sta op met mijn vader om zes uur terwijl we eigenlijk al een halfuurtje wakker waren voor de wekker afging. We trekken onze werkkleren aan, nemen samen een kopje koffie en steken een sigaret op. Vervolgens fiets ik naar de fabriek en stap elke ochtend met dezelfde angst binnen. Om twaalf uur worden de machines stopgezet en loopt iedereen naar zijn vaste plaats in de kantine. Ik ga op de buitenplaats onder het afdak zitten omdat ik niet weet waar ik moet gaan zitten. Als de werkdag erop zit, ga ik mijn gezicht wassen die is geruïneerd, verpest door de olie en paraffine. Erna fiets ik altijd naar het huis van mijn vriendin. Ik onderga wekenlang diezelfde routine en werk voor het geld die ik verdien. Maar later wil ik niet werken, dat weet ik nu al zeker.