De lakennijverheid was de belangrijkste factor van de plotselinge en snelle groei van de stad in de 12de eeuw. Rond de 10de eeuw situeerde deze nijverheid zich in het gebied van de Somme. Er was een grote afname van laken, waardoor het aantal productiecentra snel aangroeide. Deze verplaatsing gebeurde noorwaarts, zodat ook Ieper in deze nijverheidskring werd betrokken.