Er rijdt een zwart busje naar binnen, glanzend als lakleer.
"Peck Mortuary Services" is gearriveerd om de drenkeling, het veertienjarige meisje dat per ongeluk is verdronken, op te halen. Even denk ik aan de kinderen die bij haar waren, en ik vraag me af hoe de rest van hun leven eruit zal zien. Vroeger werd ik kwaad als mensen op een domme manier aan hun einde kwamen. Ik had altijd mijn oordeel al klaar over dronkaards, drugsverslaafden, mensen die onder invloed van drank of drugs tijdens het rijden in de laadbak van een pick-up gingen staan of in meren en zwembaden sprongen zonder te kunnen zwemmen. Meestal word ik verdrietig van dit soort gevallen, omdat deze mensen zoveel moeten missen. Niemand begint aan zijn leven met het idee dat hij bij mij op een stalen tafel terecht zal komen. Mensen houden geen rekening met zo'n einde als ze dromen over wat ze willen worden en wie ze zullen liefhebben.
Door het grote vierkant van de geopende deur zie ik de parkeerplaats. In die paar minuten dat ik hier ben, zijn er nog meer auto's verdwenen van werknemers waarvan hun werkdag erop zit. De personeelsleden nemen zelden deze uitgang naar de parkeerplaats. Het verbaast me telkens weer als forensische wetenschappers niets willen weten van de mensen aan wier zaken ze werken. Ze willen zelf niet in de buurt komen van dode lichamen, of zelfs naar de details horen over de sterfgevallen...
|