Het was de bedoeling om dit berichtje nog net voor we naar Griekenland vertrokken te bloggen. Maar aangezien mijn vooropgestelde doel, namelijk het boek 'In ongenade' van J.M. Coetzee voor onze Griekenlandreis uitgelezen hebben, mislukt is, is dit berichtje dan ook met een beetje vertraging op de blog terecht gekomen. Mijn excuses hiervoor.
Nu over het boek... 'In ongenade' is het dunste boek dat op mijn stapel te lezen boeken in het laatste jaar humaniora lag, met uitzondering van 'Het dwaallicht' weliswaar, en telt 189 pagina's. Coetzee heeft een zeer vloeiende manier van schrijven, wat maakt dat het boek wel vlot leest. Het is een goed boek, met soms wel intrigrerende hoofdstukken maar ergens lijkt het mij persoonlijk iets te kort te schieten. Ik weet niet goed wat, maar net zo dat tikkeltje extra, waardoor je echt een voldaan gevoel krijgt na het lezen van een boek, ontbrak er voor mij.
Vandaag is de jeugdboekenweek van start gegaan. Het is de bedoeling om kinderen aan te zetten tot lezen. Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege is het goeie voorbeeld gaan geven in de bibliotheek van Evergem.
Wanneer ik dit artikeltje las, deed het me dadelijk terugdenken aan het zesde leerjaar. Ondertussen al weer zes jaar geleden mochten bij ons in de lagere school, de kinderen van het zesde leerjaar verhaaltjes gaan voorlezen in de kleuterklassen. Ik vond dit echt een leuke belevenis, al die onschuldige kinderoogjes die dan zo aandachtig en vol verwondering naar jou kijken en luisteren. Zalig gewoon!
Nog 40 uur voordat mijn zus in de auto stapt en begint aan haar reis naar het veertig graden Celsius warme Mali. Het zal wennen worden zowel voor haar als voor ons. Negen weken zonder mijn zus. Om de twee à drie weken hoopvol wachtend op nieuws uit Mali via een e-mailtje of wanneer ze na lang zoeken de juiste boom heeft gevonden van waaronder het haar hopelijk toch een paar keer lukt om een berichtje te sturen naar ons Belgenlandje. Het gaat een geweldige ervaring voor haar worden, daar ben ik zeker van. Een reis die ze nooit van haar leven meer gaat vergeten. Gedurende deze reis gaat ze een plaatsje nemen in een rollercoaster van gevoelens. Ze gaat er momenten kennen van blijdschap maar ook gaan er traantjes vloeien wanneer ze met de neus op de feiten wordt gedrukt, wanneer ze met haar eigen ogen gaat zien in welke omstandigheden men daar leeft en hoe goed men het hier wel niet heeft. Het liefst van al zou ik met haar meegaan om samen deze once-in-a-lifetimeopportunity mee te maken maar spijtig genoeg bestaat er in België zo iets als leerplicht. Dus zit er voor mij niets anders op dan voldoening te nemen met hun blog waarop ik zoveel mogelijk nieuws kan vernemen en ik kijk al uit naar de verhalen van mijn zus wanneer ze terugkomt.
Dit weekend heb ik mij, ik zou kunnen zeggen op uiterst vrijwillige basis, verdiept in het boek 'Luc Tuymans I don't get it' van Gerrit Vermeiren. Maar de meesten onder jullie zullen dan wel door hebben dat het echter niet zó vrijwillig was, aangezien we allemaal een eindwerk met presentatie voor het vak esthetica in het vooruitzicht hebben. Dus uit dit boek komt de onderstaande tekst, een aanrader voor de rokers onder ons, maar daarom niet minder interessant voor de niet-rokers onder ons.
Als tijd datgene is wat ons meedogenloos opjaagt tot de dood ons in de armen sluit, en als roken zoals zo vaak is verondersteld een manier is om de tijd te doden, dan lijken we tot de paradoxale conclusie te worden gedwongen dat de sigaret ons juist tegen de dood in bescherming neemt.
Iedere roker, zelfs de meest nonchalante gelegenheidsroker, begrijpt intuïtief en impliciet dat een sigaret niet zomaar een sigaret het is tegelijk ook een klok, een instrument waarmee we de tijd meten. Maar in tegenstelling tot de meeste andere uurwerken beperkt de magie van de sigaret zich niet enkel tot de loutere meting van de tijd ze (de sigaret is zonder enige twijfel, en dit in tegenstelling tot zowel pijp als sigaar, het fallische instrument van de psychoanalyse, vrouwelijk) helpt de tijd ook stil te zetten ofte doden: chronometrie is gelijk aan chronocide. De roker steekt een sigaret op in de aanmatigende waan dat hij/zij zich daarmee voor heel even (zes minuten en zesentwintig seconden) buiten de tijd begeeft; hij/zij weeft een cocon van rookslierten waarin men zich even op een eiland buiten de tijd kan wanen de sigaret schept een afstand, en verhoogt daarmee tegelijk ook het zelfbewustzijn als besef van tijdelijkheid en tijdgebondenheid.
Tegelijk is het spektakel van de zichzelf onomkeerbaar opbrandende sigaret, waarvan iedere roker de bevoorrechte getuige is niemand kan eerlijk beweren dat hij of zij ooit begon te roken vanwege de goede smaak die sigaretten afscheiden; het subtiele geluid van brandend papier een de steeds dichterbij komende kleine brandhaard garanderen wél weer esthetische genoegens een verraderlijk middel waarmee we de tijd, paradoxaal genoeg, ook sneller willen laten verlopen. Waar de tijd naar ons gevoel net iets te tergend traag wegtikt, biedt de sigaret altijd opnieuw soelaas:
In de ambivalente verhouding tot de tijd twijfelend tussen afremmen en aanwakkeren staat roken bijna letterlijk gelijk met wachten; Luc Tuymans museale rookruimte is tegelijk ook een wachtkamer waarvan in dit geval alleenniet meteen duidelijk is waarop de roker juist wacht: op het moment dat het beeld zich in een onvermoede staat vanopheldering aan ons openbaart misschien? En als we onmogelijk met zekerheid kunnen achterhalen waar dit wachten wel toe moet leiden, wat is dit wachten zelf dan? Wat betekent wachten juist anders dan tijd die men rokend doorbrengt, en al doende doodt?
Heb je er al eens ooit bij stil gestaan wat een duizeling precies inhoud? Wel ik ook niet... Totdat ik ongeveer een maand of twee geleden op pagina 77 van het boek 'De ondragelijke lichtheid van het bestaan' van Milan Kundera terecht kwam. Op deze pagina bleef Kundera even stil staan bij de betekenis van het woord 'duizeling'. Zijn gedachte lees je op de volgende regels.
'Degene die steeds hoger wil, moet erop rekenen dat hij op een dag duizelig wordt. Wat is een duizeling? Angst om te vallen? Maar waarom worden we ook duizelig op een uitkijktoren met een veiligheidshek? Een duizeling is iets anders dan angst om te vallen. Een duizeling betekent dat de diepte ons trekt, lokt, het verlangen om te vallen in ons wekt, waartegen we ons dan geschrokken verzetten.'
'Zonder het te weten componeert men zijn leven volgens de wetten van de schoonheid, ook in tijden van de diepste wanhoop.
Je kunt dus niet een roman verwijten dat die gefascineerd is door het mysterieuze samenkomen van toevalligheden ( ), maar je kunt de mens terecht verwijten dat hij in zijn leven van alledag blind is voor dergelijke toevalligheden, waardoor zijn leven de dimensie van de schoonheid verliest.'
Dit fragment komt uit het boek De ondraaglijke lichtheid van het bestaan van Milan Kundera.
Wanneer je dit fragment leest en het helemaal tot je laat doordringen even wacht en dan beseft dat het de waarheid is en niets anders dan de waarheid. Je voelt de vragen vanuit het binnenste van je lichaam oprakelen en je stelt je de vraag Waarom?. Waarom laten we dit gebeuren? Vinden we de alledaagse dingen maar niet meer dan normaal? Zijn we zo verwend? Hebben we het te goed. Hoe komt het dat we niet doorhadden dat in die 67 woorden, geschreven door Milan Kundera, niet alleen 412 tekens staan maar ook een boodschap. Een boodschap voor ons allen in deze drukke wereld waar de wijzers van de klok de overhand nemen. We doen wat van ons verwacht wordt, we gaan naar school of naar het werk, kloppen daar iedere dag onze uren, en keren terug naar huis. Maar we vergeten de schoonheid van het leven! Terecht wordt ons dan ook verweten dat we in ons eigen leven van alledag blind zijn voor dergelijke toevalligheden waardoor ons leven de dimensie van de schoonheid verliest. Want hoe mooi zou ons leven niet zijn, moesten we even stilstaan bij het samenkomen van toevalligheden. Hoe mooi zou ons leven niet kunnen zijn, als we al deze toevalligheden zouden beseffen.
Wanneer ik een blik werp op mijn eigen leven en eens goed tel, merk ik dat datgene wat mij zo gelukkig maakt en wat voor mij, ik zou bijna durven zeggen, de definitie van schoonheid is, berust op meer dan één toevalligheid.
Het toeval wilt dat ik op een bepaalde dag naar school ben moeten gaan, het die daggoed weer was waardoor ik met de fiets naar school was geweest. De al net iets oudere man uit mijn straat niets beter te doen heeft dan juist die dag buiten in zijn zeteltje te zitten op het moment dat ik met mijn fiets voorbijrijd, ik hem zie en hij mij ziet waardoor ik een goedendag tegen hem zeg, en dan dan komt het een moment waarbij ik kan spreken van opperst geluk een moment dat berust op de opeenvolging van een reeks toevalligheden , de man steekt zijn hand op en tegelijkertijd verschijnt er een brede glimlach op zijn gelaat, waardoor ik weet dat het niet alleen mij deugd deed, maar ook (en ik denk zelfs nog meer dan mij) die man uit mijn straat deugd deed.
Wanneer ik in mijn leven van alledag eens niet blind ben voor dergelijke toevalligheden, verliest mijn leven de dimensie van de schoonheid niet!
De mythe van de eeuwige terugkeer zegt per negatie dat een voor altijd verdwenen nooit meer terugkerend leven op een schaduw lijkt, gewichtloos is, bij voorbaat dood is, en al was het huiveringwekkend, prachtig of verheven, de huiver, de pracht of die verhevenheid zijn van geen betekenis.
De bovenstaande zin staat in het boek De ondraaglijke lichtheid van het bestaan van Milan Kundera.
Het is zon zin die je kan blijven lezen. Telkens opnieuw en opnieuw. Een zin die je zou moeten lezen met je ogen dicht. (Spijtig genoeg is dit onmogelijk, tenzij je braille kan natuurlijk.) Een zin waarin je helemaal kan opgaan. Een zin waarvan je wilt dat hij helemaal tot je doordringt en zo lang mogelijk op je netvlies gebrand blijft. Een zin. Geen gewone alledaagse zin maar een zin geschreven om oneindig veel keer gelezen te worden. Zo'n zin die nog een tijdje blijft nazinderen in je gedachten.
20/10 Jef Nys, de geestelijke vader van Jommeke, is overleden. Hij werd 82 jaar. Jef Nys maakte in totaal meer dan 300 Jommekes. Na meer dan 50 jaar was hij nog steeds nauw betrokken bij het maken van de strips. Het manneke met het strooien dakske is een van de populairste stripfiguren van België.
Deze vraag heb ik mij deze week meer dan eens gesteld.
Vol goede moed nam ik vorige woensdag plaats achter mijn computer om, na een bezoekje aan de bibliotheek, eindelijk mijn eerste berichtje te plaatsen op mijn blogje. Zolang zal dat wel niet duren dacht ik, maar hierin had ik mij duidelijk vergist. Toen ik na anderhalf uur nog steeds geen berichtje op mijn blog had kunnen plaatsen besloot ik dat het wel genoeg was geweest voor die dag. Na een week proberen, ontdekte ik dat mijn computer blijkbaar zelf een fout maakte en om deze reden werd mij aangeraden de browsegeschiedenis te wissen. Maar hoe lang dit duurt hangt af van de snelheid van de computer. In mijn geval duurde dit dus lang, heel lang. Met het laatste beetje moed dat mij nog restte, sleepte ik mij vandaag achter mijn computer in de hoop dat het vandaag eindelijk eens zou lukken. En wonder boven wonder, het lukte!
Bedankt aan diegene die vond dat het tijd was om ons terug te trekken uit de middeleeuwen en het noodzakelijk vond om op de eenentwintigste-eeuwse manier les te geven. Dank u wel!