Ik ben Lorelei Meerling
Ik ben een vrouw en woon in der Zauberberg () en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 01/01/1900 en ben nu dus 125 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: literatuur en poëzie.
Harmonie en aanvaarding van mijn Gedrochten blijven een onbereikbare droom.
Meerlingetjes en andere Gedrochten
uit de catacombes van een Meerling
08-04-2008
de wereld van de Keizer
zelfs het stof op zijn vergulde epauletten was vermoeid. hij steunde even op het netjes gebeeldhouwde mijlpaaltje aan zijn poort. de schildwachten openden net hun gedeukte broodtrommeltjes en hokten voor het kleine zwarte doosje waaruit vreselijke klanken vertrokken. hij kon hen toch niet storen? niet net nu op zo'n heerlijke, eerste zonnige winterdag? hij staarde wat naar de witte ganzen. dit is van mij, dacht hij plots, allemaal van mij.
'wie is die ouwe gek daar op dat mijlpaaltje?' vroeg de schildwachter. de ander haalde zijn schouders op, beet een stuk uit zijn lunchworst en kauwde op het ritme van een onhoorbaar lied.
ik ben keizer, dacht hij en toen werd de wereld leeg
omdat hij twee ogen had, vond hij dat twee brillen wel noodzakelijk waren. Zijn angsten om ook maar het kleinste foutje te maken, vertaalden zich in een derde bril, want je wist maar nooit. hij was omringd door duizend aureooltjes, maar nog vond hij dat er niet genoeg licht in zijn atelier was.
Zijne Keizerlijkheid had gloeilampen laten overkomen uit verre oorden, maar nog was hij niet tevreden. zijn hulpje hoorde hem steeds maar sakkeren over dat verdomde, koppige licht, waarna hij nog een extra kaars ontstak.
het mocht niet baten. De rechterhand van de keizer bleef een ontevreden, nukkige kleermaker.
het verhaal deed de ronde dat elke nieuwe lakei weleens nieuwsgierig door het sleutelgat loerde.
Zij zagen alleen maar een stille, verlegen knaap wat in de tafel knippen met een diamanten schaar en een oude, kromgebogen figuur in het licht van wel miljoenen kaarsen...
en iedereen liep op zijn tenen voorbij de deur en fluisterde naar elkaar: 'hoor je dat? de kleermaker maakt weer een oogverblindend pak voor onze Keizerlijkheid', waarna ze bij het licht van één kaars in de keuken hun schoenen en kousen uittrokken, elkaars eksterogen masseerden en zuchtten bij de idee welk oogverblindend pak de sakkerende kleermaker nu weer uit zijn vingers zou toveren