37. Zaterdag 19 mei 2007: Thiviers-Chateau-lEvêque. Nog een engel onderweg.
We staanweer op om 6u30, eten ons ontbijt en vullen onze rugzakken zodat we om 7u30 kunnen vertrekken. Langs kleine wegen gaan we naar Sorges waar we inkopen doen en een pauze houden om dan verder te stappen naar Agonac. Aan een dame bij het stationnetje vragen we de weg naar een hotel waar we willen overnachten. Het hotel en ook de bar is dicht en niemand weet waar er ergens een onderkomen te vinden is tot plots de mevrouw waaraan we de weg hadden gevraagd met de auto bij ons stopt. Ze moet nog gaan werken maar ze wil ons eerst naar een vrouw brengen voor Chambre dHôtes, wij zijn dankbaar en stappen in de auto. Enkele kilometers verder zijn we bij die Chambre dHôtes maar de mevrouw vangt nu moeilijk opvoedbare kinderen op zodat haar kamers volzet zijn, we danken de andere vrouw omdat die nog moet werken. We krijgen eten en drinken aangeboden door onze nieuwe weldoenster, ze zal ons daarna naar Chateau LEveque voeren waar ze een verblijf heeft besproken. Nadat we gegeten hebben rijdt ze ons met haar mercedes eerst naar het kerkje in het dorp en daarna naar ons verblijf. De dame is bij een zangkoor en ze hebben gisteren een concert voor Maria gehouden, ze neemt ook het kleinste kind dat ze opvangt met ons mee in de auto. Weer hebben we zo een goede ziel van een mens ontmoet, waaraan hebben we dat toch te danken. Ze voert ons tot bij de mensen die een verblijf verhuren en brengt ons dan ook tot bij ons verblijf, een heel mooi volledig huis praktisch nieuw( 25). We kunnen hier koken zodat we ons na een douche haasten naar een winkeltje voor een snelle maaltijd, soep, brood en drinken. We hebben genoten van ons eenvoudige maaltijd want voor een pelgrim is dat een feestmaal. We zien nog tv naar de weersvooruitzichten en duiken dan tussen de zuivere lakens in onze slaapkamer.
Om 6u30 is het weer werkdag en rond 7u30 stappen we langs een nationale weg richting Perigeux, we verlaten de drukke weg voor kleine wegen maar besluiten terug de nationale weg te nemen en verdwalen dan een tijdje in de stad. Het is ook beginnen regenen en af en toe lopen we met de capes tot in Gavelle waar we in een bar een koffie en een cola drinken. Aan een huis vragen we de weg maar we kunnen beter onze kaart volgen want die mensen kennen die kleine wegen niet. Uiteindelijk komen we in Montrem terecht waar we boven op een berg op een bankje enkele boterhammen met chocolade eten vooraleer we verder stappen. We hadden gisteren een hotel besproken omdat het zondag is en dan is hier alles dicht, met de eigenaar van een hotel maken we de afspraak om de kamerdeur open te laten zodat we er terecht kunnen. De eigenaar is een Belg waarmee we maandagmorgen kunnen afrekenen, prijskaartje 55. In Montrem zien we een plaatje camping en gaan er aan omdat we moe zijn en ook omdat de prijs voor dat hotel toch een beetje boven ons budget is. We zijn de enige gasten van de camping en kunnen terecht in een caravan voor 15, de uitbater verkoopt ons nog een brood, een paar biertjes, wat oploskoffie en een fles water. We hebben het naar onze zin in die caravan, alles is voorhanden zelfs een toilet en een douche in de caravan en er is een gasfornuis om eten en koffie te maken alsook een ruime zitplaats en een behoorlijke slaapplaats. We wassen er onze vieze kleren en krijgen die droog buiten op een draad, we bezoeken de uitbater nog even en zeggen dat we vroeg willen vertrekken en de sleutel op de deur van de caravan zullen laten. Daarna kruipen we in onze slaapzakken en luisteren naar de geluiden van de natuur maar niet lang want klaas vaak is snel daar.
39. Maandag 21 mei 2007: Montrem-Bergerac. Een uitzonderlijke vrouw, de zoveelste engel.
Na een heerlijke nacht in de caravan gaan we via kleine mooie wegen richting Bergerac. We passeren Grignols, waar we die kamer hadden besproken voor gisteren, Jaure en Villamblard. Hier doen we inkopen bij de bakker, bij de kruidenier en op de markt die hier juist plaats vindt. In een cafeetje eten we dat lekkers van bij de bakker met een cola en een koffie om daarna weer verder te stappen naar Maurens dat we speciaal aandoen omdat er een restaurant zou zijn. Bij aankomst is het restaurant echter gesloten en zetten we ons noodgedwongen op een muurtje om onze boterhammen met salami van de markt op te eten. Nadat het inwendige is versterkt en de benen wat hebben gerust stappen we verder en na 500 m komen we aan een restaurant dat wel geopend is, dat is dan jammer. Nu gaat het via kleine wegen tot ongeveer 6 km van Bergerac waar we op een zeer drukke gevaarlijke baan komen en net als we aan het bord Bergerac komen stopt er een auto aan de overkant waaruit een dame stapt die ons aanspreekt. Ze vraagt of we naar Compostela gaan en of we dan alstublieft bij haar willen overnachten en eten, ze zal ons morgenvroeg op dezelfde plaats afzetten om de tocht verder te zetten. Wij kunnen dat aanbod niet weigeren en stappen in de renault espace voor een ritje van enkele kilometers naar haar landhuis. Het is een groot gerenoveerd landhuis met een stuk grond van 7.5 ha, een zwemvijver, een zonnedouche en enkele mooie zithoekjes en zelfs een plaatsje om buiten te slapen als de weersomstandigheden goed zijn. De dame is reeds 18 jaar weduwe, ze heeft het huis gekocht samen met haar man zaliger die er niet van heeft kunnen genieten, en heeft toen besloten om hier te blijven want ze is Zwitserse van geboorte. Het huis is een pracht ook binnen en overal zie je de expressie van die speciale vrouw, boeken en andere attributen tonen dat deze dame weet wat leven is. Op de deur van onze kamer staat een bordje Chambre damis,we nemen er onze intrek en douchen ons in haar badkamer om nadien nog een rondgang te doenen ook de vakantiewoning die ze zomers verhuurt te bezien. Ze heet Irène Heer en leeft hier in dat grote huis samen met haar hond Lea en lijken hier beiden zeer gelukkig. S Avonds eten we aan een tafel buiten aspergesoep, spaghetti, salade en een yoghurt als nagerecht met een rosé wijntje van de streek want Bergerac is een gekend wijngebied. We keuvelen nog een beetje in het Duits en ik mag iets in haar vriendenboek inschrijven en dat doe ik in mijn moedertaal het Nederlands dat ze wel kan ontcijferen als ze wil. Daarna is het tijd om te gaan slapen want na een warme dag en 40 km wandelen is men aan rusten toe.
40. Dinsdag 22 mei 2007: Bergerac-Castillonnes. Een armzalig pelgrimsverblijf.
Onze lieve gastvrouw serveert ons een ontbijt met koffie en fruitsap, zelf is ze niet goed uitgeslapen en zegt dat dit voor haar midden in de nacht is maar voor ons pelgrims is het al laat. Ze brengt ons terug tot de plaats waar ze ons heeft opgepakt en we nemen afscheid met een goed gevoel aan beide kanten denken we. We verdwijnen in de anonimiteit van de stad en doorkruisen die stad richting Montbassillac. Dan komen we in een wijngebied met af en toe ook een kersenboom, waarvan we moeilijk kunnen afblijven want die kersen zijn rijp en lachen ons toe. In Issigeac houden we een pauze, we eten er een pizza en drinken een pintje en een cola want het is vandaag voor het eerst weer broeiend heet. Na onze pauze trekken we verder naar Castillonnes waar we om 17 uur aankomen. Op het infobureau krijgen we een stempel en men verwijst ons naar het gemeentehuis voor een verblijfplaats. Op het gemeentehuis krijgen we de sleutel van ons verblijf, het is een klein kot tegen de kerk gebouwd met 2 bedden, een tafel,een vuurtje met 2 pitten en een lavabo. Alles heel vies zodat we eerst de bedden aftrekken en de matras, gelukkig met plastiek overtrek, afschrobben en ook de tafel en vloer krijgen een schrobbeurt. Een nonnetje van ernaast kwam reeds met beddengoed maar zag dan dat we zelf een slaapzak mee hadden, we vragen haar wel of we onze was bij hen op de waslijn mogen drogen wat uiteraard geen probleem is. De toiletten van ons verblijf vandaag bevinden zich achter de kerk, type Frans en vies. We doen onze inkopen in het stadje, we eten aan de pas gepoetste tafel en daarna is het bedtijd na weer een uitputtende dag.
41. Woensdag 23 mei 2007: Castillonnes-St. Pastour. Na een pelgrimsverblijf gisteren nu weer alle luxe.
Vanaf onze slaapplaats haasten we ons naar de franse wcs achter de kerk, er is toch niemand die ons hier ziet. We eten een beetje en pakken onze rugzakken in zodat we om 7 uur weer op pad zijn. We stappen via Montauriol naar Moulinet, dan naar Beauges en Saint Pastour waar we eten in een restaurant. Aan de dienster in het restaurant vragen we of er hier slaapplaatsen zijn en even later blijkt er een meneer te zijn die ons gaat meenemen naar een camping á la ferme voor een verblijf in een luxe appartement voor 15. We hadden gedacht te stappen tot Monclar maar daar blijkt er geen mogelijkheid om te overnachten te zijn en met ons verblijfop die camping zijn we erg blij. We beschikken over een keuken, badkamer, verschillende slaapkamers, buitenterras en vijver met kikkers en vissen en een entourage met een grote vijver waar we naartoe kunnen wandelen maar daarvoor bedanken we want we hebben genoeg gewandeld. Er staan ook kersenbomen waar ik ons dessert voor vanavond heb geplukt, de baas heeft me zien plukken denk ik want s avonds als ik bij hem langs ga zegt hij dat er kersenbomen staan waar we van mogen plukken, hij schenkt me ook een vol glas aperitief in en doet zijn verhaal van restauratie van de boerderij tot camping en zegt ook dat hij bij het Franse leger in dienst is geweest. De camping bestaat uit de woning van hen met ook een vijver, de woning die wij betrekken, verschillende stacaravans, een zwembad met een ligweide en een wandelgebied met een grote vijver. We gaan nog inkopen doen in het stadje dat niet zo ver ligt en maken het ons gezellig in ons huisje want het is prachtig weer en na ons eten genieten we van ons vijvertje met een pintje en een cola. Aan deze heerlijke avond maken we een einde omdat we morgen weer vroeg willen vertrekken en nestelen ons in ons bed.
42. Donderdag 24 mei 2007: Saint Pastour-Port Sainte Marie. De zoveelste engel, Frankrijk lijkt wel de hemel.
Deze nacht heeft een onweer voor verfrissing gezorgd met gevolg dat zowat onze hele kamer onder water staat, het venster stond enkel tegen en is opengegaan. We ruimen zo goed als mogelijk dat water op eer we aan ons dagelijks ritueel beginnen en kunnen toch nog om 6u55 opstappen. Eerst gaan we naar Monclar waar we bij een bakker een paar croissantjes kopen, die we uit de hand opeten,daarna stappen we naar Laparade, waar we een koffie en een cola nuttigen, en dan gaat het naar Aiguillon. In Aiguillon denken we een verblijf te vinden maar bij het infobureau zegt men dat hier niets is voor pelgrims en dan komt er toch weer zo een engel uit het niets, een dame zegt ons dat in het volgende dorpje wel een onderkomen is en dat ze ons wel zal voeren tot daar. De dame moet eerst nog haar dochter en een buurjongen van school halen en komt ons dan oppikken voor een verblijf in Port Saint Marie. Voor 20 kunnen we hier slapen, er zijn vele bedden maar geen zuivere matrassen, we zoeken ons het beste eruit en na een welverdiende douche gaan we inkopen doen. Later op de dag komt er nog een pelgrim die een bed boven neemt en waar we voor de rest niets mee te maken krijgen. We verkennen na het eten nog even de weg die we morgen moeten nemen en kunnen dan met een gerust gemoed gaan slapen.
We staan op om 6 uur, na een wasje en een plasje eten we onze boterhammen zodat we om 6u55 kunnen opstappen. We gaan vandaag weer langs de weg stappen maar die is niet erg druk, we komen achtereenvolgens in Vianne, Lavardac, Andiran waar we om 12 uur onze boterhammen eten en bereiken daarna rond 13u30 Mézin. Het toeristisch bureau is open en ze raden ons aan om een kamer te nemen in Hotel-restaurant Les Sept Princes. We bespreken er een kamer ( 19.60) en eten er ook de dagmenu ( 22.10) waarna we een douche nemen en nadien gaan we nog wat inkopen in de stad. De weg vandaag was vrij vlak tussen akkers en fruitbomen, voor de middag was het vrij fris maar de namiddag is drukkend warm en voor de volgende dagen verwacht men fris weer met regen. Rond 19 uur gaan we nog een sandwich eten zodat we met gevulde maag in ons bed kunnen kruipen.
44. Zaterdag 26 mei 2007: Mézin-Eauze. Op het pad vanuit Le Puy.
Het is 8u10 vooraleer de regen een beetje menselijker wordt om te kunnen vertrekken, het wordt zelfs even droog, maar daarna worden we de ganse dag drijfnat. We komen vandaag in Montreal de Gers op het pelgrimspad vanuit Le Puy en nu zijn er veel meer pelgrims. Onderweg ontmoeten we een Franse pelgrim met een hond, hij en de hond zijn ook drijfnat en in de slaapplaatsen voor pelgrims kunnen ze niet terecht, ze moeten dus kamperen in de regen. Nat tot op ons lijf komen we om 13u30 in Eauze aan, we gaan nog snel eten in een restaurant en gaan daarna naar het info de tourisme waar men ons de code geeft voor de deur van een verblijf. In de gîte zit een Zwitsers koppel met een kindje van 20 maanden dat ze dragen bovenop de rugzak, het kindje is in goede doen en krijgt natuurlijk alle aandacht. De Zwitsers vertellen dat ze vertrokken zijn van thuis met een paard maar dat was iets te omslachtig. Naast ons zijn er nog enkele Fransen, een Duitse en een Nederlander, die allemaal trachten om hun kleren droog te krijgen op een droogrek op de gang. Wegens het slechte weer is er niemand die nog het GR-pad volgt, wij hebben daarom op een stratenplan een pad over kleine wegen uitgezocht voor morgen en ook gebeld naar een slaapplaats inLanne Soubiran want op dit pad reserveren ze wel allemaal hun slaapplaatsen. De prijs van de gîtebedraagt 18. we hebben in de stad nog inkopen gedaan en kunnen hier in de keuken ons avondmaal gebruiken en dan maar slapen zodat we de regen niet meer zien.
45. Zondag 27 mei 2007: Eauze-Lanne Soubiran. Gastvrije joviale Nederlanders op ons pad.
Om 6 uur ontwaakt de gîte en dan moet iedereen zich wassen, kakken en eten, een heel gedoe maar we zijn toch op pad om 6u55. Als we vertrekken is het droog maar na 500 meter begint het toch weer te regenen zodat we weer in onze regencape moeten kruipen. Even later klaart de lucht weer uit en wordt zelfs helder blauw zodat we in onze fleece kunnen stappen en nog wat later zelfs in ons hemdje alhoewel toch vrij fris. Het stappen gaat vrij vlot, we komen door wijngaarden en overstroomde velden want het heeft hier serieus geregend. In Sauboires zien we een gîte waar drie personen zich klaar maken om te vertrekken, ze zeggen goede morgen en zullen deze avond ook in Lanne Soubiran zijn vertellen ze ons. Dan gaat het naar Manciet en Nogaro, onderweg ontmoeten we een Nederlandse pelgrim Frans uit Eindhoven die samen met een Fransman stapt. Een bevriend koppel van deze Frans volgt hem enkele dagen met de caravan en op een keer staat die naast de weg, ze schenken ons koffie en koekjes en zorgen voor een afwisselend gesprek. Daarna stappen we samen met Frans en zijn vriend naar Nogaro waar zij blijven terwijl wij verder gaan. We kopen hier twee sandwiches en ook een paar chocolade koeken en eten die even verder in een bar op met een koffie en een cola om daarna onze weg te vervolgen naar Lanne Soubiran. We komen aan in de gîte en zijn helemaal alleen, de dame die ons ontvangt verkoopt ook levensnoodzakelijke dingen zodat we niet gaan verhongeren want het is zondag. Het verblijf is een oude boerderijvan vakwerk en oogt zeer mooi met een prijskaartje van 2*13= 26. Een hele poos later komen ook de drie fransen, die we deze morgen zagen, aangestrompeld en die nemen hier ook hun intrek. Het zijn twee broers en een zus die samen deze tocht doen, het betreft eigelijk een tweeling en hun oudere broer. De hemelsluizen zijn weer geopend en we gaan dan ook maar weer vroeg naar bed.
46. Maandag 28 mei 2007: Lanne Soubiran-Miramont-Sensacq. In de streek van de foie gras.
De ganse nacht heeft het geregend want van slapen is er niet veel in huis gekomen wegens een uitgebreid Frans snurkconcert. We staan zoals iedere dag op om 6 uur, we eten beneden onze boterhammetjes met koffie en besluiten op te stappen alhoewel het serieus regent. We lopen ook nog verkeerd maar corrigeren langs een andere weg, verder worden we op een keer begroet door een man die ons naar binnen roept. Hij heeft Nederlandstalige op bezoek die hier bij een sprookjesevenement betrokken zijn. We krijgen lekkere koeken en brood,fruitsap en koffie, wat een gastvrijheid. We nemen even later afscheid want we moeten verder en gaan op pad naar Aire sur lAdour waar we de dagmenu eten in een restaurant. Terwijl we zitten te eten is er een stortbui en we achten ons gelukkig dat we daar niet in zijn. Na het eten stappen we verder en worden getrakteerd op hagel en wind zelfs zo hevig dat we achter een boom met het gezicht tegen elkaar moeten schuilen. De wegaanduiding is ook zoek zodat we aan een huis moeten aanbellen, deze mensen weten dadelijk wat we zoeken. Ze wijzen ons de weg en zeggen dat dit dagelijks voorkomt. Nog enkele pittige buien zorgen voor afwisseling tot in Miramont waar we onze slaapplaats hebben besproken maar in het dorpje aangekomen is het nog drie kilometer eer we ter plaatse zijn. We bellen de eigenaar en vragen of die weg geen omweg is voor morgen maar hij stelt ons gerust en wil ons zelfs komen halen maar dat achten wij overbodig. Bijna aan ons verblijf begint het weer te stortregenen en dan stopt er een wagen, het is de eigenaar die dacht dat we nog verder van huis waren, we stappen in voor de laatste paar honderd meter. We beschikken hier beneden over een tweepersoonskamer met een keuken en een badkamer, er zijn ook kamers boven. We liggen hier samen met een Duits koppel dat zowat op vakantie is in plaats van op pelgrimstocht want ze doen maar kleine afstanden en genieten in luxueuse verblijven. Bij de boer kopen we foie gras en ganzenborst in bonen dat we opwarmen en eten met noedels, heel lekker hoewel ik niet ben voor dat dierenonheil. We kunnen hier eens lekker genieten van al die luxe maar het heeft natuurlijk zijn prijs 55. Weer zitten we vroeg tussen de veren, het zullen hier wel ganzenveren zijn, en hopelijk hebben we een goede nacht.
47. Dinsdag 29 mei 2007: Miramont-Sensacq-Arthez de Béarn.
Om 6 uur zijn we weer uit die (ganzen)veren, we ontbijten op ons gemak en zijn tegen 7u20 op pad. We volgen eerst de GR maar ploeteren er alweer door de modder zodat we besluiten terug te keren en via kleine wegjes te stappen. Het eerste dorp dat we tegenkomen is Pimpo en daar aan de kerk raadt een vrouw ons aan om toch weer de GR te nemen het zou allemaal verharde weg zijn wat later ook blijkt. In Aviaziguet pauzeren we in een bar en gebruiken er een paar croissantjes met een koffie en een cola en stappen dan verder tot Morlanne waar we onze boterhammen opeten op een speelpleintje. Van hieruit stappen we naar Arthéz de Béarn waar er een gîte is, we gaan eerst naar de gîte maar besluiten toch om op de mairie ons verblijf te bevestigen. De gîte loopt goed vol en wij betwijfelen of dat allemaal pelgrims zijn. We doen inkopen, douchen ons en maken in de keuken een warme maaltijd vooraleer al die anderen aan het knoeien gaan, gehaktballen in tomatensaus en soep. Nog even de weg voor morgen gaan verkennen en daarna komt ook een dame die de inschrijving bevestigt en casseert 16 zodat we stilaan weer ons bed kunnen opzoeken. Er kwam deze namiddag ook een oudere vrouw die deed alsof zij hospitalera was maar daarvoor had men ons op het gemeentehuis gewaarschuwd.
48. Woensdag 30 mei 2007: Arthéz de Béarn-Naverrenx.
We staan vroeg op, pakken onze spullen stil in het donker in om onze snurkcollega niet te storen. Als we pas onder zijnkomt ook dat snurkwonder en zegt doodleuk goede morgen. Wij zijn in alle staten: laat hij ons in het donker sukkelen en doet of hij slaapt om daarna als wij weg zijn het licht aan te doen en zelf op te staan. We eten er een paar boterhammen met chocolade of smeerkaas en zijn rond 6u 50 aan het stappen. Achtereenvolgens komen we door Lacq, Lagor, Mourenx tot Vielleségure waar we op het dorpsplein op een stenen bank onze boterhammen eten en dan op zoek gaan naar een toilet. Een vrouw die ons opmerkt nodigt ons uit om bij haar het tuintoilet te gebruiken en dat nemen we dankbaar aan, ze vraagt of we nog drinken moeten hebben maar dat hebben we in overvloed. Nadat we afscheid hebben genomen van de dame stappen we naar Navarrenx waar we om 13u30 aankomen. We kunnen een gîte nemen of op de camping logeren, we kiezen de laatste oplossing, zetten ons tentje op en gaan winkelen in grootwarenhuis Chopi. In het info de tourisme zegt men ons dat er een pelgrimsviering is in de kerk om 18 uur waar we aanwezig willen zijn.Na de viering in de kerk worden we rondgeleid door het kleine stadje en uitgenodigd op een drink, het is er gezellig en er is zelfs een Belgische dame aanwezig. Daarna keren we terug naar de camping en leggen ons te slapen in ons tentje.
49. Donderdag 31 mei 2007: Navarrenx-Ostabat. Baskisch met een stijve tong.
Als we om 5u45 opstaan regent het weer daarom maken we ons langzaam klaar, ruimen ons tentje op en besluiten om 7 uur om toch maar te stappen. We gaan via Nabas naar Aroue waar we een eetpauze houden en de Duitser Tilo, die we kennen van het avondgebed van gisteren, ontmoeten. We stappen samen verder nadat ik op de mairie de weg ben gaan vragen naar Olhaiby waar we een kerkje bezoeken en iets drinken. Dan stappen we verder tot Uhart-Mixe via het escargotspad, dit pad is aangegeven door plaatjes met slakken en is voor ons een kortere weg. In het dorpje aan de grote baan ligt een bar die ook dienst doet als gîte want er staat een caravan en enkele tenten, wij drinken er een cola terwijl er voor Tilo een boodschap is van twee dames en hij blijft iets langer. Via het GR-pad komen we in de stromende regen aan in Ostabat en zoeken er een slaapplaats. De eerste slaapplaats die we tegenkomen is natuurlijk volzet en ook de volgende gîte zit vol daarom gaan we naar de gîte á la ferme waar we voor 50 kunnen slapen en eten. We gaan nadien nog inkopen in het dorpje en keren terug voor ons avondmaal. Het eten bestaat uit een schotel met hesp en paté gevolgd door soep van vermicelli en dan worst met bonen en als afsluiter een schijf kaas met jam en koffie. Het eten wordt geanimeerd door een Bask die allerhande liedjes in de Baskische taal zingt. De gasten doen meer en meer mee navenant de wijn vloeit die rijkelijk wordt ingeschonken. Om 22 uur stop de animatie en haast iedereen zich naar bed.
Om 6 uur staan we op en in de eetruimte maken we een koffie en smeren er onze boterhammen, we hoeven ons niet te haasten want het regent nog maar eens. We verhuizen naar de uitgang en wachten tot 7u10 alvorens de omstandigheden beter zijn om te stappen. We volgen de GR en zitten alras in de modder daarom nemen we verder de route nationale die een brede vluchtstrook heeft en waar het eigenlijk ongevaarlijk stappen is. Om 10u30 houden we een pauze in een bar samen met een Nederlands koppel, we drinken ieder 3 kopjes koffie want buiten is er weer een zondvloed. Als de regen wat minder is stappen we verder naar Saint Jean, we bezoeken het Jacobshuis waar we zeer goed ontvangen worden en waar we documentatie krijgen over de Camino Francés ingedeeld in etappes met slaapplaatsen, afstanden en hoogteverschillen. Ze wegen hier ook de rugzakken, die van ons wegen respectievelijk 12 en 15 kilogram. Nu zoeken we een plaats waar we iets kunnen gebruiken, we eten er een omelet en ontmoeten nog eens het Nederlands koppel dat hier de trein naar huis gaat nemen. Nadat we gegeten hebben stappen we nog 8 km verder naar Orisson. We hebben daar deze morgen een slaapplaats gereserveerd in een tentje. Het is maar 8 km tot aan de refugio en die zijn serieus bergop maar ook met mooie uitzichten, om 15u30 komen we daar toe. Ze tonen ons de tent die is opgesteld op houten paletten met binnenin matrassen en dekens zodat we wel goed zullen slapen. Nadat we ons hebben gedoucht en ons tentje hebben ingericht gaan we zien wat de pot schaft want hier is avondeten en morgenbrood inbegrepen, prijskaartje 46.
Al voor 7 uur zijn we klaar voor het morgenbrood, we wachten buiten tot de deuren van het gebouw open gaan en kunnen dan genieten van ons ontbijt. Het morgenbrood bestaat uit stokbrood, jam, koffie en fruitsap. We doen ons te goed aan dat lekkers want we moeten hard gaan werken vandaag en beginnen daar om 7u20 aan. Buiten praten we even met twee Japanners, een is 76 jaar maar hij heeft in zijn leven de mount Everest en de mont Blanc reeds beklommen en is dus wel wat gewend. Bij het vertrek is het nog droog maar het ziet zwart van de regenwolken zodat we nog wat kunnen verwachten. Onderweg ontmoeten we een Bask die via een geitenpaadje op onze weg uitkomt, hij is hier geboren en kent er ieder pad en elke herder en we gaan ook samen aan die herders goede dag zeggen. Verder weet hij alles tot in detail wat hier te zien is. Het is ook gaan regenen zodat we in de capes moeten stappen en als het pad onbegaanbaar wordt leidt de Bask ons langs kleine paadjes tot aan de fontein op Spaans grondgebied. De afdaling naar Roncevailles is zeer modderig en zelfs gevaarlijk om een uitschuiver te maken, gelukkig hebben we een stuk asfalt kunnen nemen in plaats van de afzink door het bos. In Roncevailles aan het klooster worden we overrompeld door massas Spanjaarden die hier op visite zijn met ontelbare bussen. We wurmen ons door de menigte en geraken zo toch aan een stempel voor onze credential. Het is feestdag in Navarra vandaar die drukte. In een bar nemen we een pauze met een koffie en een magdalenaatje en besluiten verder te stappen eerst tot Burguette maar daar zijn ook feestelijkheden. We geraken er toch aan een bocadillo en een drankje waarna we verder gaan tot Espinal. Hier zoeken we een onderkomen, het eerste is completo en men stuurt ons naar de supermercado om de hoek waar we een appartementje krijgen voor 35. We nemen onze intrek in het luxe appartement, doen er onze was en plas en kunnen er ook koken. We kopen in de supermercado een snelle maaltijd, wat brood, toespijs en ook drinken zodat we ons energieniveau terug op niveau krijgen na zo een zware regendag in de bergen. In het gebouw hier komen ook nog twee Franse vrouwen en een Antwerps koppel logeren. De tocht door de Pyreneeën is misschien wel de mooiste etappe op weg naar Santiago maar door de regen en de mist hebben we niets gezien en zijn nat en verkleumd toegekomen. Alvorens te gaan slapen hangen we onze tent in de badkamer want die zit reeds een paar dagen nat in mijn rugzak. Daarna leggen we ons te rusten want morgen is het weer werken geblazen.
We staan op om 5u45 omdat we onze tent nog moeten opruimen en genieten nog van een koffie en een paar boterhammetjes tot we vertrekken om zeven uur. Het pelgrimpad is eerst zeer vettig en glibberig van de regen van vorige dagen maar een tijd later komt zelfs de zon onze dag verblijden. Na zoveel regen nog eens zonneschijn met dragelijke temperaturen van zowat 22 graden, in Zubiri in een bar eten we geroosterd brood met confituur en honing en drinken er een koffie en een cola. Na onze braspartij vervolgen we naar Larrasoaña waar we in 2001 hadden overnacht, we dachten er een winkeltje te vinden maar helaas, daarom besluiten we om verder te gaan naar Pamplona. Het is een mooi pad langs een kabbelend beekje in de schaduw van de bomen langs de oever. In Arre op 5 km van Pamplona gaan we een stempel vragen bij de broeders in de refugio en stappen daarna naar Pamplona waar we de kamer in een refugio delen met een Italiaan, een Deen, Spanjaarden en wie weet wat nog allemaal. We douchen er ons en gaan in de stad nog wat eten en kopen het noodzakelijke in die kleine dure winkeltjes. De jonge Italiaan van op onze kamer die aan de keukentafel zit te tekenen terwijl ik wat notities neem maakt daar ook een tekening voor mij, wat ik wel waardeer. We gaan weer vroeg naar bed zoals dat een pelgrim past.
Om 6 uur staan we op in de stampvolle albergue met welgeteld 3 WCs, ik vraag op de kamer aan de mensen die nog niet opgestaan zijn of we het licht kunnen aandoen en jawel het lukt en even later zijn in alle kamers de lampen aan. We kunnen hier voor 2 ontbijten bij de zusters, het ontbijt bestaat uit twee zoete koekjes met koffie. We vertrekken door de stad in gezelschap van een Braziliaan maar die laat ons verder gaan eens hij buiten de stad is, voor hem gaan we te snel. Al snel komen we voorbij de windmolens op Alto del Perdón, hier staat een kunstwerk om te duiden dat de sterrenweg en de windweg zich hier kruisen en we komen ook voorbij een aandenken voor de Belgische pelgrim Koks Frans die hier het leven liet. Op de berg is er veel wind en het is er koud zoals gewoonlijk, we haasten ons naar beneden door een mooi natuurpark maar overeen moeilijk pad met allemaal losse stenen. Er zijn wel mooie vergezichten die geaccentueerd worden door strepen zonlicht. We komen in Puenta La Reina aan om 12 uur en vragen in de albergue een stempel want om hier halt te houden is het nog te vroeg daarom eten we in een restaurant het pelgrimmenu waarna we verder stappen naar Cirauqui. Onderweg ligt er toch nog een verraderlijke heuvel maar we worden ter plaatse beloond met een mooie albergue, van de mensen van gisteren heeft enkel de Deen Jens hetzelfde traject als ons afgelegd.
54. Dinsdag 5 juni 2007: Cirauqui-Los Arcos. Niet alles is wat het lijkt.
De albergue ontwaakt om 6 uur en om 6u40 zetten we onze eerste passen naar Los Arcos, de Belgische albergue. We komen voorbij Lorca en Vilatuerta, waar we een hapje kopen bij een bakker en dat al stappend verorberen. In Estella de volgende stad herkennen we de refugio waar we vorige keer logeerden en drinken in de bar naast die refugio een koffie en een cola waarna we verder stappen naar Villamayor de Montjardin. Hier eten we een bocadillo en kunnen er dan tegen tot in Los Arcos. We zien er uit naar de Vlaamse mensen die daar als hospitaleros zijn maar dat valt tegen want als we vragen om ons tentje mee naar België te nemen zeggen ze dat ze nooit thuis zijn. We verstaan dat ze ons niet willen helpen, ze verwijzen naar de post maar dat willen we juist vermijden. Ik vraag of er geen Limburgse hospitaleros komen en in eerste instantie vindt hij er geen. Wij willen hen niet meer lastig vallen en besluiten om de tent dan maar mee te nemen tot in Compostela. Later die dag komen er enkele fietsers langs om goede dag te zeggen en een stempel te halen, het zijn Belgen en ik ken er eentje, Theo Peeters, wat een toeval, ik moet mijn broer de groeten doen want zij zaten vroeger samen in de klas. Als de fietsers vertrokken zijn wil de hospitalero toch nog eens zien of we ons tentje aan iemand anders kunnen meegeven en nu blijkt dat er een koppel uit Tessenderlo komt als toezicht in juli. Ik krijg de telefoonnummer en bel de man, hij is heel vriendelijk en wil heel graag dat tentje mee naar Belgie brengen zodat ik het bij hem thuis kan oppikken, wat een verschil met de mensen die nu daar zijn. We gaan daarna eten in een restaurant en nadien gaan we naar de pelgrimmis in de wondermooie kerk. Na de mis roept de pastoor de pelgrims samen en geeft ieder een gebedsprentje in zijn eigen taal, hij begroet ook ieder pelgrim in zijn taal. Na de zegen trekken we naar de albergue en praten nog een beetje met een Vlaamse pelgrim uit Mol en drinken een glaasje wijn alvorens we het bewuste voor het onbewuste ruilen.
Verlost van ons tentje en een gidsje goed voor meer dan 2.6 kg stappen we om 6u35 richting Viana waar we in een bar een koffie en een cola bestellen en ons oud stokbrood opeten. Daarna gaat het naar Logroño waar we s middags de menu del dia eten, onderweg lopen we door de wijnstokken van de Rioja en ook het stempelvrouwtje van 2001 is er nog net voor we de stad binnen komen. Na ons middagmaal trekken we verder naar Navarrete maar de albergue is net vol, de dame voor ons kan nog terecht. De Spaanse hospitalero stelt ons gerust en zorgt voor een plaats in een wijnkelder in Sotés drie kilometer hier vandaan. We moeten wachten op de man van de wijnkelder die ons komt halen en ondertussen drinken we een pintje in de bar naast de albergue want het is vandaag terug mooi zonnig weer. In een BMW voert de wijnboer ons naar zijn bodega, een oude wijnkelder met grote vaten die hier liggen te rijpen en waarvan we later nog mogen proeven. Het is een mooie slaapplaats met morgenbrood inbegrepen voor de prijs van 24. In het dorpje, op 100m van de slaapplaats gaan we een bocadillo eten en even later leggen we ons te slapen in de buurt van de wijnvaten, een heel koele slaapplaats. We zijn er samen met twee Duitsers en vier Italiaanse fietsers.
56. Donderdag 7 juni 2007: Sotés-Santo Domingo De La Calzada.
We kunnen om 6u30 ontbijten in de wijnkelder zodat we rond 6u50 op pad zijn. Het is mooi weer en we stappen eerst twee kilometer over asfalt vooraleer we terug op de camino zijn. Achtereenvolgens komen we in Najera en Azofrawaar we twee Belgische vrouwen tegenkomen, eentje uit Achel en de ander van Lommel. In een bar bestellen we een cola en onderhouden ons met die dames. Het zijn luxe pelgrims zeggen ze zelf, ze stappen zonder rugzak en hebben hun verblijf vooraf besproken, zo doenze ieder jaar een deel van de camino. Daarna stappen we naar Cirueña waar we in een bar een middagmaal gebruiken 19, gelukkig geen kip want die kan hier wel eens terug beginnen kakelen. Nu nog zes kilometer stappen tot in Santo Domingo waar we in de albergue een kamertje voor drie bekomen. In een winkel kopen we ons avondmaal, fruit en drinken. We zitten nog altijd in de Rioja dat ziet men onderweg aan de vele wijngaarden maar stilaan komen er weer korenvelden met bevloeiingskanalen. Het weer is voor het eerst zeer warm en dat is een mogelijke trend voor de volgende dagen. In de alberge in de eetzaal gebruiken we ons avondeten en daarna is het weer bedtijd voor de pelgrims.