WK wielrennen journalisten in Italië (Gabicce Mare) van 9 tot 11 september 2011
Een verslag vanuit de buik van het peloton.
Van vrijdag 9 tot en met zondag 11 september werd het WK wielrennen voor journalisten betwist in Italië, meer bepaald in Gabicce Mare aan de Adriatische kust. Een mooie locatie en vooral een schitterend weertje, geen wolkje aan de lucht en temperaturen tot 31 graden. Eigenlijk meer strandweer dan koersweer. We waren trouwens goed gelogeerd in Hotel Napoleon (***) vlak aan het strand met een kamer met zeezicht. Maar goed, we waren gekomen om te koersen en dit in naam van De Beiaard. Reeds vanaf het voorjaar was mijn doel dit WK. Alles stond dan ook in het teken van de 2de week van september. De trainingen en de wedstrijden die ik vooraf deed waren allemaal gericht op deze wedstrijd. De laatste 2 weken ging ik telkens naar de Ardennen om daar klimritme op te doen, want volgens de wedstrijdschemas die we kregen moest er stevig geklommen worden. Het was dan wel aan de kust, maar eens je een km van de kust wegreed kwam je de eerste helling al tegen vergelijkbaar met de Berendries. Verder naar het binnenland toe had je klimmetjes van een 6-tal km. Eén daarvan moesten we in de wegwedstrijd beklimmen. Tijdens men eerste verkenning op donderdag wist ik al dat de koers op deze plaats zou ontploffen en dat wie hier mee was ging strijden voor de overwinning. Op donderdag was er een mooie openingsceremonie waarbij de plaatselijke kinderen van verschillende sportclubs de vlaggen droegen, gevolgd door optredens van allerlei groepen. Maar op vrijdag was het menens, met de sprint van 300 meter langs de haven van Gabicce als opener. Goed opwarmen en dan meteen exploderen was de opdracht. De start was dus van kapitaal belang. De man die ons moest vasthouden was precies nog een nieuweling. Ik stond half schuin toen ik moest vertrekken. Ik gaf nog teken om me wat rechter te houden maar dat verstond hij blijkbaar niet. Tre, due, uno and go, alles geven met enkel de aankomstlijn als doel. 24.37 was mijn tijd, op dat moment de 2de besttijd. Maar spijtig genoeg reed er nog een Sloveen en Italiaan iets vlugger. Ik werd vierde en kwam 5 honderdste van een seconde tekort om op het podium te staan. Italië, Slovenië en Nederland gingen me vooraf. De schuine starthouding heeft me waarschijnlijk genekt. Al bij al was ik toch tevreden. s Avonds stond er een diner op het programma en gezellig samenzijn met alle renners op een prachtig wijndomein. De tijdrit van de dag erna werd druk besproken. Die was niet van de poes. Het traject was geen meter vlak, tweemaal een gevaarlijke afdaling en tweemaal een klim die we nog net op buitenblad konden oprijden. De Italiaanse bond wist de dag ervoor nog niet wanneer we moesten starten. Iedereen wou natuurlijk weten wanneer hij moest aantreden en daarom hadden ze uiteindelijk beslist om de dames en oudere heren (W en M4) te laten starten vanaf 10 uur, de M3 vanaf 11 uur en mijn reeks, de M2 vanaf 12 uur. Op zaterdag om kwart voor twaalf kwam ik al eens piepen aan de startlijn om toch zeker op tijd te zijn. Wat bleek: de bond had er een soepje van gemaakt en ik moest zogezegd al om 11.43 uur starten. Ik was dus te laat. Zonder degelijke opwarming en zonder een goede mentale focus ben ik toch nog mogen starten. Ik reed uiteindelijk voor mezelf de 8ste tijd, maar de 6 minuten die ik te laat was werden vol doorgerekend, in de uitslag sta ik dus allerlaatste. Andere jongens die iets vroeger aan de startlijn een kijkje kwamen nemen hoorden plots hun naam afroepen en moesten eveneens in zeven haasten het startpodium op en meteen vertrekken. Dit was voor mij een grote ontgoocheling. Enkele tijd later heb ik deze zaak echter geklasseerd en me gefocust op de wegrit van zondag. Dezelfde avond werden we uitgenodigd op het galadiner om samen met de sponsors te proeven van de verschillende streekspecialiteiten. Het was een avond om duimen en vingers van af te likken. Op dit gebied moet je de Italianen niet veel leren. Tijdens deze avond konden de belgen de taktiek voor de volgende dag al eens bespreken. De avond werd afgesloten met een vuurwerk dat we nog nooit eerder hadden gezien. Zondag was dan d-day. Om 9.00 uur zat ik mijn pasta naar binnen te vullen, met dank aan het personeel van hotel Napoleon. De eerste reeks moest reeds vroeg starten en daarin behaalde onze landgenoot Rik Lintermans een knappe vijfde plaats op een twintigtal seconden van de ongenaakbare Duitser Hack. Iets na het middaguur was het de beurt aan de M1 en M2 die een gezamenlijke wedstrijd reden over een afstand van 60 km. In een verschroeiende hitte, 31 graden, ontsnapte na 5 km de Belg Vanderbrugge. Hij nam meteen meer dan 1 minuut voorsprong en wij belgen zaten in een zetel. Het was aan de Italianen en anderen om het gat te dichten. Kort voor we aan de 6 km lange klim begonnen werd onze landgenoot gegrepen. Het spel zat nu volledig op de wagen. De ene demarage volgde de andere en het tempo viel niet meer stil. Ik kon dankzij de gerichtte trainingen goed volgen op souplesse. De Italianen en een Australiër probeerden meerdere keren weg te glippen, maar telkens kwam er reactie. Op de top van de klim met percentages tot 8% had zich een kopgroep van 11 renners gevormd waarin maar liefst 7 landen waren vertegenwoordigd. De rest mocht het vergeten. Op naar de plaatselijke ronde waarin ons nog een stevig klimmetje te wachten stond. Ik had mezelf voorgenomen om alles op die laatste klim te zetten op 4 km van de aankomstlijn. We begonnen er aan met de gezamenlijke kopgroep. Het tempo werd strak gehouden door Frederik Backelandt (hoofdredacteur van het wielertijdschrift GRINTA), maar op de uitloper van de klim plaatste ik een snedige uitval waar niemand onmiddellijk op reageerde. Ik begon aan de afdaling en keek niet meer om. Als een valk liet ik me naar beneden vallen aan meer dan 70 km/uur. Nu kwam er nog een lange brede weg, lichtjes dalend, met de wind tegen. Ik gaf alles wat nog in me zat en mijn kilometerteller kwam niet meer onder de 50. Ik probeerde zoals ik op televisie al had gezien van moto naar moto te rijden, maar de Italiaanse motards gaven me niet de gelegenheid. Onder de rode vod keek ik een eerste keer achterom en zag 2 renners heel dicht op me afkomen. Ik dacht bij mezelf: als ze ook maar even twijfelen pakken ze niet meer. Maar op 300 meter voor de finish kwamen beiden me voorbijgesneld, de Franse wereldkampioen van vorig jaar, Moëc en de Iitaliaan Calovi. Ik zat volledig à bloc en kon net niet aanpikken. Calovi klopte uiteindelijk Moëc in een millimeterspurt, ikzelf werd derde op enkele meters van het duo. Een bronzen medaille meebrengen naar huis was meer dan ik verhoopt had en daar ben ik toch wel fier op. De aankomstlijn lag net iets te ver om goud mee te brengen. Maar ook dat is koers. Zondagavond kwamen we met de Belgische delegatie nog eens samen in hotel Alexander waar we gans de avond mochten drinken op kosten van de patron en waar we over de verschillende wedstrijden nog eens konden napraten. Na de 3 koersdagen had ik nog 2 dagen om samen met mijn vrouwtje Connie te genieten van zon, zee en strand. Volgend jaar wordt naar alle waarschijnlijkheid Oostenrijk the place to be, maar dit is nog niet zeker. Arrivederci, Erwin De Clercq.
De uitslag van de wegrit (top 15)
- 1) Calovi Graziano (I)
- 2) Moëc Christophe (Fr)
- 3) De Clercq Erwin (B)
- 4) Giacovazzo Piergiorgio (I)
- 5) Koghee Marc (NL)
- 6) Grunefeld Jorg (Ger)
- 7) Backelandt Frederik (B)
- 8) Cvjeticanin Miroslav (Slo)
- 9) Makinen Jari (Fin)
- 10) Schittecatte Bram (B)
- 11) Giancarli Enrico (I)
- 12)
.. (Australië)
- 13) Pizzorni Geoffrey (I)
- 14) Kublik Andreas (Ger)
- 15) Gunnar Kristian (Ger)


Categorie:Wedstrijduitslagen
|