"Er is niets geheimzinnigs aan levensgeluk. Alle ongelukkige mensen zijn hetzelfde. Een lang geleden opgelopen trauma, een onvervulde wens, gekrenkte trots, een prille liefdesvonk gedoofd door minachting (of, erger nog, door koude onverschilligheid) houdt hen in de ban, of wordt door hen krampachtig vastgehouden. Zo leven ze elke dag onder het juk van het verleden. De gelukkige mens zal nooit terugblikken en hij bekommert zich niet om de toekomst. Hij leeft in het nu. Daar ligt ook de moeilijkheid, want het heden kan één ding nooit verschaffen: een bestaansreden. Om gelukkig te zijn hoeft een mens alleen maar in het heden te leven., alleen maar voor het heden te leven. Maar als hij behoefte heeft aan een bestaansreden (de zin van zijn dromen, zijn geheimen, zijn leven) zal hij zijn verleden, al is het nog zo duister, moeten herbeleven, en tegelijkertijd moeten leven voor de toekomst, al is die nog zo ongewis. Het leven houdt ons zowel geluk als een bestaansreden voor, maar dwingt ons tussen die twee te kiezen."
Zo begint het boek "Moordduiding" van Jeb Rubenfeld. De man heeft oa filosofie gestudeerd ( ook literatuur en psychologie - in Harvard en Princeton - en hij promoveerde op Freud ) en het is er aan te lezen ... Een veelbelovend begin... Maar is het ook waar wat hij schrijft? Gedeeltelijk wel, maar gedeeltelijk ook niet. Helpen vroegere ervaringen van gemis en ongeluk niet mee om gelukkige momenten te smaken en te appreciëren? Is niet zo eenvoudig minder positieve ervaringen een plaats te geven zonder dat ze je volledig platdrukken en angstig maken voor de toekomst...
27-12-2007, 10:51 geschreven door limelight
|