Al een aantal dagen had ik een sterk vermoeden dat ik achtervolgd werd. Het was een meisje, ik dacht dat ze lid was van de denkpolitie. Toen ik haar tegen kwam op straat viel ze plots op de grond, ik ben haar dan maar gaan helpen. Maar plots gaf ze me een stukje papier. Ik mocht het nu niet lezen het staat daar vol met teleschermen, wie weet wat er allemaal niet opstond. Ik stapte maar rustig verder en deed alsof er niets aan de hand is. Ik kom eindelijk aan op een plek zonden teleschermen, ik keek snel naar het papiertje dat ze me gaf en las wat erop stond: ' Ik hou van jou.'. Ik kon het niet nog eens lezen want het zou te gevaarlijk zijn, ik zou betrapt kunnen worden. Ze is dus toch geen lid van de denkpolitie. Ik moest haar zien terug te vinden, wat niet gemakkelijk was aangezien ik niets over haar weet. Maar ik had geluk, ik ben haar tijdens de middag pauzes nog een aantal keer gezien. We hebben met elkaar afgesproken op een plek zonder teleschermen. Ik ben uiteindelijk haar naam te weten gekomen, ze heet Julia. We zijn nu een koppel, in het geheim anders worden we beiden vermoord.
Ik heb vandaag een dagboek gekocht. Omdat het me niet meer lukt om mijn woede te bedwingen, ik moet mijn frustraties tegen de partij ergens kunnen opschrijven. Het zou anders wel eens kunnen dat ik in mijn slaap iets verkeerds zeg, als ' Ik haat Grote Broer!', dat zou nog al eens verkeerd kunnen aflopen. Ik weet dat ik hier nu iets heel gevaarlijks aan het doen ben, maar ik sta op het punt te ontploffen. Toen ik thuis kwam met het dagboek, heb ik het proberen uit het beeld van de teleschermen te houden. Toen ik het dagboek begon te schrijven kon ik mezelf bijna niet meer stoppen met schrijven, het was een magisch gevoel. In het begin wist ik niet goed hoe ik eraan moest beginnen, ik was zelfs vergeten hoe je je eigen mening moet uiten. Dit was de eerste keer dat ik heb gedaan. Al hoewel ik toen wel besefte dat de denkpolitie op elk moment zou kunnen binnenstormen, maar zelf zonder dat dagboek zal het op een dag toch gebeuren.