Ik vond het boek beter als de film omdat het duidelijker was. Het was wel grappig om te lezen hoe marginaal die mensen waren en om te weten dat er echt mensen bestaan die elke dag op café zitten en zich bezatten. Ik zat wel in met de moeder van Pierre, Potrel, Zwaren en Herman, want zij was zo'n goed mens en haar zonen deden niets voor haar. Uiteindelijk heeft Dimmetrie het wel gemaakt in zijn leven, in tegenstelling tot zijn vader en nonkels. Dimitri verteld zijn verhaal wel op een eigenaardige manier, maar het was wel nog tof om het te lezen.
In dit hoofdstuk is joeri, de zoon van Dimmetrie bij hem en ze vervelen zich. Na een tijdje stappen ze samen in de auto en gaan ze naar Reetveerdegem. Dimmetrie ging naar café in de hoop zijn nonkels tegen te komen en zo zijn Keine voor te stellen. Joerie wilde op de bingokast spelen maar hij wist dat hij dat niet mocht van zijn vader, toch deed hij nog een poging om het nog eens te vragen. Herman gaf hem een centje en Joeri ging op de bingokast spelen. En hij won 15000 euro. Terwijl had nonkel Potrel deelgenomen aan een radio-wedstrijd en hij won een bon t.w.v. 25euro om in een dvd winkel een film te kopen, hij kocht Bambi voor Joeri. Toen ze op de terugweg waren, want Joeri moest terug naar zijn moeder, zei hij dat hij moest zeiken.