In dit hoofdstuk gaat Dimmetrie op bezoek bij zijn grootmoeder, die ondertussen dement is en in een beraardentehuis zit. Ze zat daar gewoon als een plant en dus besloot Dimmetrie afscheid van haar te nemen. Later die week belde Potrel om te vragen of Dimmetrie nog enkele van die vunzige liedjes kende die ze zongen wanneer ze dronken waren. Dimmetrie kende alleen nog de eerste zin van het Pruimenlied, dus ze besloten naar het bejaardentehuis te gaan in de hoop dat Potrel en Herman hun moeder zou invallen bij de strofes die ze niet meer kenden. Ze probeerden, ze bezatten zich zelfs een beetje, maar het kwam niet terug. Toen plotseling Dimmetries grootmoeder naar de reftes werd gebracht en de tweede zin van het lied zei, hoe konden ze die nu vergeten?