Tijdens mijn wandeling vandaag heb ik speciaal op de planten met katjes gelet.
De hazelaar is reeds uitgebloeid. Hij draagt meeldraadkatjes( lange gele) en stamperkatjes of bloempjes ( enkele kleine rode stekeltjes) . Het stuifmeel moet door de wind op het bloempje terecht komen opdat er een hazelnoot zou groeien. Hij behoort tot de windbloeiers. Hij behoort eveneens bij de eenhuizige planten omdat mannalijke en vrouwelijke katjes op één struik groeien.
De els begint nog maar pas te bloeien. Hij draagt eveneens meeldraadkatjes en bloempjes. De bloempjes hebben wel veel meer stampertjes dan bij de hazelaar. Je kan de struik ook herkennen aan de elzenproppen(zaden) van het vorig jaar die er nog met massa's aanhangen. Hij is eveneens een windbloeier en een eenhuizige plant.
Om de wilg te vinden heb ik goed moeten kijken want die staat nog niet in bloei. Op de ene struik groeien de meeldraadkatjes( precies gele watten) en op een andere struik groeien de stamperkatjes (precies witte watten). Deze worden wel eens geplukt om in een vaas te zetten. Omdat de mannelijke katjes en de vrouwelijke katjes op twee verschillende struiken groeien behoort hij tot de tweehuizige planten. Hij heeft ook de insecten nodig voor de bestuiving en is dus een insectenbloeier. Insecten komen pas bij warmte uit daarom bloeit hij ook later.
Zo zie je maar weer hoe wonderbaarlijk die natuur in elkaar zit !