In het voorjaar van 2000 kreeg ik een brief van Leen. In die brief vroeg ze me of ik een boek wilde schrijven over hetgeen ze had meegemaakt. Nu gebeurt het vaker dat iemand me schrijft of zegt : Ik heb dit of dat meegemaakt, kun je dat niet gebruiken in een boek?
Ik wil echter mijn eigen weg volgen en het is niet mijn bedoeling dat ik steeds weer iemands ervaringen neerschrijf. Natuurlijk kan ik eventueel sommige elementen gebruiken, maar het is echt niet mijn bedoeling om altijd over persoonlijke ervaringen te schrijven.
Maar deze brief was zo smekend, zo aangrijpend dat ik hem niet zomaar naast me neerlegde. Ook al omdat ze schreef dat andere incestslachtoffers zouden beseffen dat ze niet alleen zijn. Ook dacht ik dat het boek misschien sommigen kon aansporen om het misbruik, waarmee ze geconfronteerd worden, openbaar te maken.
De eerste ontmoeting met Leen gebeurde op een wel heel bijzonder plekje. De weide van Werchter. We hadden afgesproken dat we elkaar om zes uur s avonds aan de Humotent zouden ontmoeten. We wandelden toen in de richting van de Marquee-tent en terwijl Eels speelde, zaten we voor de tent in het gras te babbelen.
Om de aanloop tot het werkelijk misbruik te beschrijven, heb ik in het verhaal een aantal flash-backs geschreven. Later werden de cursieve fragmenten niet alleen flash-backs, maar ook bedenkingen. Dit kwam zo.
Toen ik halfweg het verhaal was, belde Leen me op. We praatten wat over het een en ander tot plots
Heb je al wat geschreven? vroeg ze. Ja. Het lukt wel. Alleen
meestal weet ik al hoe een boek zal aflopen voor ik mijn eerste letter op papier heb gezet, maar dit keer weet ik het nog niet. Ik kan het tot een rechtszaak laten komen en de rechter kan Nico tot drie jaar, vijf jaar, zeven jaar veroordelen, maar zon einde is nooit bevredigend. Men zal de straf altijd te licht of te zwaar vinden. Waarom laat je hem geen zelfmoord plegen? reageerde Leen meteen.
En toen ik daarover nadacht, besefte ik dat op die manier het schuldgevoel omgedraaid werd. Terwijl Friedl altijd vond dat haar vader zich schuldig moest voelen, kon hij door die zelfmoord ervoor zorgen dat zij zich schuldig zou voelen. Had ze gezwegen, dan had hij geen zelfmoord gepleegd.
Ook was het me opgevallen dat Leen die zelfmoord zonder een seconde nadenken had voorgesteld. Een week later belde ik haar op.
Haat je je vader zo erg dat je meteen over zelfmoord sprak, Leen? Ja, zei ze. Ken je The Levellers, vroeg ze toen. Ja. Ken je het nummer What a beautiful day? Ja. Wel, als mijn vader dood zou zijn en de kerkdienst is bezig dan zou ik met een grote gettoblaster op mijn schouder door de kerk willen lopen en loeihard dat liedje door de kerk laten galmen. Alle mensen zouden opkijken, maar ze zouden er niks van begrijpen. Ze zweeg even. Waarschijnlijk zou ik het in werkelijkheid niet durven, maar ik denk daar soms aan. Toen besloot ik dat de cursieve gedeelten niet enkel flash-backs zouden worden, maar ook bedenkingen van Friedl.
Voor ik het boek begon te schrijven, had ik een mail gekregen van een meisje dat gepest en zelfs geslagen werd omdat ze rood haar had. Nu wilde ik weergeven hoe erg het misbruik in Friedls leven ingreep. Zo kun je lezen dat Marie wat voelt voor Stef en ook Friedl merkt dat. Hoewel ze dolverliefd is op Stef kan ze zijn intieme aanrakingen niet verdragen omdat die haar steeds aan de aanrakingen van haar vader doen denken. Ze staat dan voor een verschrikkelijke keuze : ze beseft dat ze Stef aan Marie kan verliezen als ze niet lichamelijk van hem kan houden, maar ze is geblokkeerd door haar verleden.
Eigenlijk had ik een andere titel voor het boek. Wuif nog even naar mama was mijn titel. Deze zin komt op de laatste bladzijde van het boek voor. Ik koos voor deze titel omdat die zo kinderlijk, zo onschuldig, zo lief klinkt. Iemand die het boek dan gelezen heeft, weet dat die woorden helemaal niet onschuldig zijn, maar erg cynisch. Maar de mensen van de uitgeverij vonden de titel meer geschikt voor een kinderboek. Of zoals Tom zei : Welke jongen van veertien jaar kiest een boek met zon titel?
Tja
Marijke heeft weer een knappe cover geschilderd. Overwegend groen omdat de auto van Nico een groene kleur heeft. En dan het halve gezicht van Friedl
Je moet het je zo voorstellen : het is zaterdagavond en Friedl ligt in bed. Ze wacht af of Nico die avond zal komen. Het angstige afwachten die dat halve gezicht weergeeft
om kippenvel van te krijgen.
Ik kan nog steeds niet geloven dat het geen foto is die Marijke middendoor heeft geknipt, maar iets dat ze heeft geschilderd
En dan heb ik geprobeerd om Leen zo anoniem mogelijk te houden. Ze woont niet in Gent, maar in een andere Vlaamse stad. En misschien is zelfs Leen niet eens haar eigen naam.
|