We zijn de 29de week van 2025
Vraagje ? E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

Foto
Zoeken in blog

Vlaamse Sagen, Mythen en Legenden

Als belleman kom je vaak in contact met bepaalde groepen mensen en dan hoor je al eens een eigenaardig verhaal : spookverhalen, reuzenlegendes, waarom heet een Kuurnenaar een 'ezel' en noemen ze de inwoners van Moen 'messentrekkers'..? Ik heb het even opgezocht en in dit blog samengebundeld. Veel leesgenot.
03-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Heren van Zichem

Ten tijde van Maria-Theresia zond het gemeentebestuur van Sichem een verzoekschrift naar de Generale Staten van Brabant, dat aldus aanhief:

 

"Wij, Heeren van Sichem, vragen aan U lieden van Brussel
de toelating om eene markt te mogen oprichten."

 

Waarop geantwoord werd:


"Als gij sijt Heeren en wij lieden,
Dan sal de merkt van Sichem nooit geschieden."

03-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wieze loopt vol 'zotten'

De inwoners van Herdersem en Wieze spotten graag met elkaar en de ene maakt de andere voor zot uit. Dat Wieze zogezegd vol zotten zit en Herdersem er volstrekt geen heeft, wordt uitgelegd als volgt.

 

Honderden jaren geleden was Herdersem al tamelijk bevolkt, maar Wieze bestond nog niet. Men zag daar niets anders dan weiden, waar Herdersem zijn vee heen stuurde. Zodra er in Herdersem een zot werd gevonden, werd hij naar die weiden gestuurd die hij niet meer verlaten mocht en waar hij overigens als veehoeder kon dienst doen.
Zo vond men op de duur op de plaats, waar nu Wieze ligt, een soort van gekkenkolonie, die zich weldra door huwelijken vermenigvuldigde en waaruit de tegenwoordige bevolking van Wieze is gesproten.

03-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kraaien en Lijkenpikkers in Tisselt

Vroeger werden de inwoners van Tisselt begraven op grondgebied van Willebroek. Toen zij eindelijk bekomen hadden dat hun overleden parochianen rond hun eigen kapel mochten begraven worden, bleek bij de eerstvolgende begrafenis echter dat de grond van het kerkhof nog niet gewijd was.
Een inwoner van Tisselt (ene De Maeyer) kwam op het idee om op het kerkhof van Willebroek een beetje gewijde grond te gaan halen. Hij gooide dit in de open put, zodat de dode toch op gewijde grond zou liggen. Vervolgens groeven ze een lijk boven te Willebroek en brachten het naar hun eigen (nieuw) kerkhof.



Sindsdien worden ze door de Willebroekenaars
- die hierover enorm ontstemd waren -
verweten voor "Kraaien" of "Lijkenpikkers".

Opmerkelijk: in het wapenschild van Tisselt staat - naast de distel waaraan de dorpsnaam ontleend is - ook een kraai afgebeeld.



Tot slot: het Groot Synoniemen-woordenboek van Van Dale vermeld als synoniem voor kraai : begrafenisondernemer.

03-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tiense Kweikers, Verkensblussers en Boterpotten

De Tienenaars zijn het meest bekend als de Tiense kweikers, uitgesproken als 'kwèkers'. Over de oorsprong van deze spotnaam bestaan verscheidene versies.

- Zo zou de naam komen van de eenden die zwommen op de poel naast de Lieve-Vrouwkerk. Na veel getwist tussen de burgers en het stadsbestuur werd deze poel tussen 1725 en 1730 gedempt.

 -
Naar aloude gewoonte werd de nederdaling van de Heilige Geest op Pinksterdag uitgebeeld door een witte duif. Bij het zingen van het Veni Creator Spiritus liet de koster de duif aan een touw zweven, boven de hoofden van de priester en de 12 apostelen. Bij gebrek aan een witte duif bracht de koster een jonge witte eend mee. Geschrokken bengelde de eend aan het lange touw en hief toen een lachwekkend gekwaak aan. Dit voorval gaf de Tienenaars de bijnaam "kwèèkers".
 
Een variant hierop vinden we bij de geschiedschrijver Schayes.
Deze gelooft eerder aan een gans dan aan een eend.
 
- In het nummer van L'étoile belge van 31 mei 1885 lezen we dan weer dat de vrouw van de koster brandende stukjes touw vanuit het gewelf liet neerkomen. Deze touwtjes stelden de vurige tongen uit het Bijbelse verhaal voor. Gelijktijdig liet de koster dan de eend vliegen. Bij het neerkomen van de "vurige tongen" vatten de albjes van de eerste kommuniekantjes vuur.
Uiteraard zorgde dit incident voor de nodige heibel.
.
 -
Volgens Molanus ligt de oorsprong van de bijnaam in de eeuwige twist tussen de Brabantse steden Leuven en Tienen. Rond 1380 waren de twisten andermaal hoog opgelaaid. De Tienenaars legden voor de Leuvenaars een hinderlaag in Kessel-Lo. Toen ze van dit werk honger kregen, roofden ze voor hun avondmaal enkele eenden in de nabijgelegen hoeven. Toen ze echter de eenden wilden slachten, maakten de vogels zoveel lawaai dat de Leuvenaars de hinderlaag tijdig ontdekten.
Ze sloegen de Tienenaars tot de laatste man dood. Boven op de Sint-Michielskerk staken ze nagemaakte eenden, die aldus zorgden voor de Tiense bijnaam. Dit verhaal lijkt sterk op dat van de waakzame ganzen op het Romeinse kapitool die door hun gekrijs de Romeinen waarschuwden voor de nakende aanval.



 Verkensblussers

 

In Tienen werden het verkensblussers, omdat hier het afbranden van geslachte varkens als de oorzaak van de schijnbrand werd aangezien.

 

 Boterpotten

 

In 1830 verdedigden de Tienenaars hun veste met boterpotten.

03-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tergnée : Vampieren

Op een paar kilometers van Charleroi ligt het kasteel van Tergnée-Farciennes. Sedert begin van de vorige eeuw was dit kasteel en de bijhorende kapel reeds een ruïne.





In 1851 liet de eigenaar de bouwvallige slotkapel afbreken, zodat de graven van de vroegere kasteelheren werden blootgelegd. Vijf kisten werden bovengehaald waarin in totaal vijf volwassenen en drie kinderen werden gevonden.

 

Deze geraamtes waren echter vastgespiesd aan de bodem van de kisten met spiesen die ter hoogte van het hart tussen de ribben stak en door de kisten heen ging. Veel later werd ontdekt, aan de hand van genealogische onderzoeken, dat de vampieren bloedverwant waren met Vlad Drakul, beter bekend als
Dracula.



03-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.StAgatha-Berchem vol lastigaards

De inwoners van Sint-Agatha-Berchem worden de "lastigen" of "lastigaards" genoemd. De spotnaam ontstond doordat bij de splitsing van Sint-Agatha-Berchem en Koekelberg in 1831 (tot dan toe één gemeente) een jarenlang gerechtelijk dispuut ontstond over de gemeentegrenzen. De hardnekkigheid van Sint-Agatha-Berchem gaf in de omliggende gemeenten aanleiding tot het ontstaan van de spotnaam.

Volgens den dikken VanDale is een 'lastigaard' :

persoon met vervelend, irritant gedrag,
ttz : klagend, zagend… tot doelbewust pesten
Personen met de ziekte van Korsakov zijn veelal grote lastigaards.


03-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verbrande Puttenaars

In de 18de eeuw kwam er eens een schaapherder terug uit Brussel, waar hij zijn kudde schapen had verkocht. De schaapherder droeg een zware beurs met zilvergeld bij zich: de verkoopprijs van zijn schapen. Het was omstreeks tien uur in de avond. Reeds was de eenzame reiziger de herberg "Het Hoefijzer" voorbij gestapt, daar waar toen nog een groot en donker bos langs de weg was gelegen.
Plots springen er twee rovers tevoorschijn, zij houden de man staande en eisen zijn geld of zijn leven. Onthutst gooit de schaapherder zijn beurs geld voor de voeten van de twee baanrovers. Maar als de twee mannen de beurs willen oprapen, zet de schaapherder hen vast en ze kunnen zich niet meer bewegen (de herder heeft ongetwijfeld een toverformule gebruikt). Terwijl de rovers daar roerloos staan, neemt de herder zijn beurs met zilvergeld weer op, stapt naar de herberg "Het Hoefijzer", klopt er aan en bestelt bij de waard een kamer met vuur en licht.
De hele nacht door wandelt de moedige schaapherder biddend op en neer in de kamer. Want als hij zou inslapen, terwijl de twee rovers buiten op de weg vaststonden, dan zou zijn ziel ten prooi vallen aan de duivel. Ononderbroken blijft de herder die nacht waken. Zodra het morgen geworden is, gaat hij de meier van Putte opzoeken en deelt hem de toedracht van de zaak mee. De Veldwachter komt met de herder mee naar de plaats van de overval. Nu worden de rovers door de schaapherder verlost, ze kunnen weer bewegen. Terstond worden zij echter door de mannen van de wet gevangen genomen en opgesloten.

 

Het bleek weldra dat de booswichten niet aan hun proefstuk waren, een hele reeks misdaden kwam aan het licht: diefstallen en moorden. Het toenmalige gerecht was zeer streng; de twee bandieten werden veroordeeld tot de galg. Te Putte zouden de twee schelmen aan de galg worden opgeknoopt. De terechtstelling bracht, zoals steeds het geval was, veel volk op de been. Overal rondom de galg dromden de mensen samen, ze kropen in de bomen om het schouwspel beter te kunnen zien, als de twee kerels hun rechtvaardige straf zouden ondergaan. Opeens brak er een tak die te zwaar was beladen, en een tiental mannen vielen naar beneden. De rovers schepten er genoegen in, onder de galg staande riepen zij:
"Die boeren zullen eerder dood zijn dan wij".
De Woorden verbitterden de Puttenaars zo zeer, dat zij nadat de twee booswichten dood waren, een brandstapel oprichten en ze verbranden.
Het verontwaardigde volk had zijn gerechtigheid.

Van dan af aan hebben mensen van Putte de spotnaam "Verbrande Puttenaars" behouden.
------------------------------------



Het carnaval in Putte wordt sinds 1976 georganiseerd door de Gilde der Verbrande Puttenaars, de enige carnavalsvereniging van Putte.
Elk jaar tijdens het weekend van palmzondag wordt er uitbundig feest gevierd. Het carnaval gaat van start met een kroegentocht op vrijdagavond, op zaterdag is er een heus Prinsenbal, en op zondag is er de carnavalsstoet (17 april 2011). De stoet telt een 60tal wagens, er zijn ook delegaties uit het buitenland (Duitsland) aanwezig.

Andere activiteiten van de vereniging
Deze carnavalsvereniging trekt ook naar andere caranavalsstoeten in binnen- en buitenland.

Contactgegevens van de vereniging
Jules Vervloesem (Penningmeester)
Telefoon: 015 75 70 90


03-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (4 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In Poppel wonen de Krombenders

"De toren boog beleefd naar Weelde om goedendag te zeggen".
Daarenboven is er een mooie legende:

 

De legende wil dat toen Keizer Karel eens door Poppel kwam dat iedereen boog uit onderdanigheid. Op de kerktoren waren echter 4 boeren aan het klaverjassen.
Ze hadden geen tijd en waren te trots om hulde te komen betuigen aan hun keizer. De toren schaamde zich zodanig voor hen dat hij toen zelf maar boog.
Maar later kon hij niet meer rechtkomen en daarom bleef de Poppelse toren krom staan.

 

Aan dit alles danken de bewoners wellicht de spotnaam: "Krombenders".
Toch blijft het eigenaardig dat het "buigen" (to bend) in het Engels wordt weergegeven. We vragen ons dan ook af dat de verklaring niet moet gezocht worden in de betekenis van "binden".

 

In dat geval wilde men hen wellicht aanwrijven dat ze bij de oogst van de graangewassen, niet in staat waren om rechte schoven of garven te binden.
We troffen de benaming niet aan in een of andere publicatie maar personen uit Weelde en Poppel herkenden de benaming. Tussen Weelde en Poppel heeft het vroeger nooit goed geboterd. Voor een groot deel lag dit in het feit dat beide dorpen de geboorteplaats betwistten van Claes Janssen, alias Nicolaus Janssen Poppelius, één van de martelaren van Gorcum (9 juli 1572), die in 1867 heilig werd verklaard. In 1902 verdedigde E.H. August Van Eyndhoven de Weeldse versie in een jaargang van Taxandria. In 1906 repliceerde de Poppelse geestelijke E.H.C. Ruts te Diest met een brochure. Volgens Willem Paulussen veroorzaakte het bekvechten heel wat heibel en deining in de beide parochies.

03-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Iedereen Slappe Benen in Peutie

'Hij heeft Peutie in zijn benen' betekent "hij is dronken".
Hetzelfde zegt men van Wemmel, een drukke bedevaartplaats waar St. Servaes aangeroepen wordt voor de genezing der zwijnen. Van zulk zwijn zegt men "'t heeft van Wemmel", een zegswijze die soms ook tot dronkaards wordt uitgebreid.
Die "van de been" zijn, dit is: die niet meer kunnen lopen.

Men vereert in Peutie de H. Leonardus en de moeders komen er bidden met hun kinderen die aan rachitis lijden.
Rachitis of 'Engelse ziekte' is een botaandoening die ontstaat door een tekort aan vitamine D en calcium. De ziekte komt speciaal voor bij kinderen in de prille jeugd. Zonnen kan rachitis helpen voorkomen door aanmaak van vitamine D in de huid.

Kromme benen tgv Rachitis

De benaming 'Engelse ziekte' is ontleend aan het gegeven dat de ziekte in de achttiende en negentiende eeuw veelvuldig voorkwam in de geïndustrialiseerde wijken van Londen. Deze wijken werden volgebouwd met hoge huurkazernes. De straten waren nagenoeg onbereikbaar voor het zonlicht, maar dit was niet het enige. Vele kinderen moesten werken van drie uur 's morgens tot zeven uur 's avonds en zagen nooit licht. Het lichaam heeft zonlicht nodig om vitamine D aan te maken. Dit is een vitamine die ons lichaam zelf aan kan maken. Vitamine D is onder meer nodig voor de botgroei. Bij veel kinderen groeiden door het gebrek aan zonlicht de benen krom. Door de kromme benen liepen de getroffen kinderen moeilijk. Aangezien rachitis voor het eerst in de Engelse grote steden werd waargenomen en vandaaruit in de medische vakbladen werd gepubliceerd, heeft het in de volksmond de naam 'Engelse ziekte' gekregen.

In Oost-Groningen is een daarvan afgeleide uitdrukking 'Engelse benen'. Als iemand onhandig loopt of strompelt, kan diegene te horen krijgen: "Ga toch weg met je Engelse benen!".

03-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
02-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Ik ben echt niet chauvinistisch, neen, helemaal niet...
Maar ik begin toch maar met mijn eigen stad/dorp.



Izegem is een plaats en stad in de provincie West-Vlaanderen in België. De stad telt iets meer dan 27.000 inwoners en wordt ook wel pekkerstad, borstelstad of schoenenstad genoemd. Doorheen de stad stroomt de Mandel en het kanaal Roeselare-Leie
.

Naast Izegem zelf bestaat de gemeente nog uit de deelgemeenten Emelgem en Kachtem. Emelgem werd reeds in 1965 bij Izegem gevoegd, Kachtem in 1977. Izegem zelf ligt op de zuidelijke oever van de Mandel, Emelgem en Kachtem op de noordelijke. Langs de oevers van het kanaal is een grote nijverheidszone ontstaan, die van de drie kernen één verstedelijkt gebied maakt. Het stadscentrum telt met de Kasteelwijk en de Bosmolens enkele wijken die een eigen parochie hebben.

Izegem was ooit het belangrijkste centrum van de Belgische schoenen- en borstelnijverheid.
Daar ligt deels de bijnaam van de inwoners van Izegem : de pekkers.
Vroeger werden de zolen aan de schoenen gelijmd en vastgesnoerd met door pek doordrongen rijgkoorden.



Ook de borstelharen werden in de gaatjes in het houten blokje vastgezet met hete pek.



En in de Izegemse volksmond is 'pekken' ook nog eens 'blijven plakken' (aan de toog)...

Dit beeld – dat ondertussen zowat het symbool van Izegem geworden is- is van de hand van Marc Claerhout en werd op de Grote Markt geplaatst in september 1989.



Het is in brons, en de benaming "pekker" verwijst enerzijds naar de schoeisel- en borstelnijverheid (de goede schoenen werden vroeger met pekdraad genaaid, en kwaliteitsborstels werden eveneens "gepekt", d.w.z. de grondstof werd met pek in de houder bevestigd), en daarmee naar de vlijt en werklust van de Izegemnaar, anderzijds naar het typische Izegemse woord "plakken", "aan de toog blijven hangen", en daarmee dus naar de levenslust van de Izegemnaar..

Dit alles wordt in het beeld geconcretiseerd door de borstels en de schoenen die bovenaan de "zetel" van de Pekker hangen, door de fles die hij in de hand houdt, en door het narrengezicht achteraan de zetel.

In 1990 werd de "Pekkersgilde" opgericht, die ernaar streeft om Izegem op mogelijke vlakken te promoten. De gilde reikt o.a. jaarlijks een award uit aan een Izegemnaar die door zijn activiteiten bijdraagt tot het promoten van zijn stad.

In september 1995 werd een tweede – veel kleiner – pekkersbeeldje geplaatst op de hoek van de Marktstraat en de Roeselaarsestraat.

02-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Houten Ballekes van Merchtem

Het waren moeilijke tijden voor de streek tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Ook vele Merchtemnaren hadden het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Ze hadden weinig vrije tijd omdat er hard moest worden gewerkt.
Werkdagen van zestien uur waren geen uitzondering. Vlees was erg duur en voor de meeste inwoners nauwelijks te betalen. Om niet onder te doen voor de naburige gemeenten, wilden de Merchtemnaren tonen dat ze toch voldoende geld hadden om vlees te kopen. Ze maakten houten balletjes, deden daar een laagje gehakt over en gaven zo de indruk dat ze zich toch gehaktballen konden veroorloven.
Die zogezegde gehaktballen legden ze tussen een boterham maar in plaats van in die bal te bijten, schoven ze het balletje altijd een beetje naar achter.
 Zo leek het wel alsof ze het gehakt opaten maar in feite stond alleen de boterham op het menu. Wanneer de boterham op was, moffelden ze het balletje weg waardoor het leek alsof het opgegeten was.

houten balletjes R61houten balletjes R61houten balletjes R61

02-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manenblussers in Mechelen

De "manenblusser" is een bijnaam voor een inwoner van Mechelen. Deze naam is een verwijzing naar een historische gebeurtenis uit de 17de eeuw.

Volgens geschiedschrijvers gebeurde het in de nacht van 27 op 28 januari 1687. Die nacht was het volle maan en stond er een lage bewolking. Een man die uit een kroeg stapte dacht dat de toren in brand stond en sloeg onmiddellijk alarm.
Buren, uit hun diepste slaap opgeschrikt, trokken hun vensters open en konden alleen hetzelfde vaststellen. In een mum van tijd stond de hele stad in rep en roer en werd de noodklok geluid. Het stadsbestuur, de burgemeester op kop, snelde naar de plaats van het onheil en begon in ijltempo de blussingswerken te organiseren.

Langs de torentrap gingen emmers water als een ketting van hand tot hand, maar nog vóór de top werd bereikt, schoof de maan door de nevel en moesten de moedige Mechelaars toegeven, dat ze slechts de rossige nevelgloed van de maan hadden gezien. Het maanlicht scheen immers doorheen de ramen van de kathedraal en de lage bewolking stond ter hoogte van de klokkenramen in de St.-Romboutstoren waardoor er een indruk ontstond dat er rook uit de toren kwam.

 

Hoewel ze hebben geprobeerd de zaak stil te houden, konden de Mechelaars niet verhinderen, dat er zelfs over de landsgrenzen hartelijk om werd gelachen.
De spotnaam Manenblussers zouden de Mechelaars voor altijd bewaren.



De Manenblussers,

Er stond een boerke s'avonds laat
Gans alleen op straat,
De toren van Sint -Romboutskerk,
Die stond daar groot, stoer en sterk.
En door de galmgaten heen,
Zag 't boerke dat er licht in scheen.
Hij schrok en riep ten alle kant: "op burgers op, de toren brand".
En toen ontwaakte gans de stee,
en ieder bracht een emmer mee.
En blussen deden zij met spoed,
en goten water in de gloed.
Tot plots een man in 't licht ging staan,
en riep: "houd op, het is de maan".
En toen ging gans de stede weer terust,
en Mechelen had de maan geblust!

Typisch Mechels geschenkpakket

 

Dit mooie houten geschenkkistje bevat 12 Belgisch-Mechelse biertjes en wordt voor u aangepast verpakt zodat dit bierkistje een biergeschenk wordt.  Het wordt samen verpakt met een mooie geschenkdoos met de echte Mechelse Manenblussers (410 gram, 36 in totaal), een Mechelse praline omhuld met 100 % zuivere Belgische chocolade van uitzonderlijke kwaliteit en fijn van smaak.

Dit mooie bierkratje bevat:

  • 3 maal Gouden Carolus Classic 33 cl.
  • 3 maal Gouden Carolus Ambrio 33 cl.
  • 3 maal Gouden Carolus Triple 33 cl.
  • 3 maal Margriet 33 cl.

 


02-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lierse Schapenkoppen

Bijzonder plezierig is voor elke Lierenaar de kennismaking met de geschiedenis van zijn oude veemarkt en het verhaal over de dwaze Lierenaars - die een schapenmarkt boven een universiteit verkozen - hetwelk hen sinds ontelbare generaties de spotnaam "Schapenkoppen" bezorgde.


Indien we deze legende au sérieux nemen, moet hertog Jan IV hun deze troetelnaam hebben geschonken. Een universiteit werd immers op verzoek van hertog Jan IV door Paus Martinus V, met pauselijk bul van 1425, aan Leuven toegekend.

In de "Chronycke de hertoghen van Brabant" (1685) wordt het ontstaan van de Lierse spotnaam toegeschreven aan Karel de Stoute, die de Lierenaars om hun bewezen diensten in de slag van Neuss in 1475 met een privilege beloonde:
"Die van Lier vraeghden de stapel van het vee oft Ossen, hetgene den Hertogh hun vergunde voor hun kloecke fyten, ende syde: O arme schaeps Hoofden, om dat sy niet meer en vraeghden".

  

02-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leuvenaars zijn Koeienschieters en Pietermannen

Koeieschieters is de spotnaam voor de Leuvenaars.
In 1691, tijdens een Frans beleg, openden de inwoners van Leuven op een nacht het vuur op verdachte gestalten in de waan dat ze op fransozen schoten.
 De volgende morgen bleek echter dat ze een kudde koeien hadden neergemaaid.

Wat bezielde de Petermannen toen ze zich verzetten tegen het aantreden van hertog Jan I ? Waarom kregen diezelfde Leuvense stamvaders een paar eeuwen later een universiteit van de paus en de Brusselaars niet ? Hoe kijken stad en universiteit trouwens terug op meer dan vijf eeuwen samenleven ?
Zijn Leuvenaars altijd zo chauvinistisch geweest als in de 18de eeuw, toen ze hun eigen 'wereldwonderen' in het leven riepen ? Maar waarom worden ze dan op een bepaald moment in de geschiedenis 'koeienschieters' genoemd?
Op deze en andere intrigerende vragen poogt deze kroniek u een passend antwoord in woord en beeld te geven.



Van internationaal lakencentrum tot biergigant, van grafelijke residentie tot Europese 'thinktank' en nieuwe provinciehoofdstad, van Lambrecht I met de Baard tot Pieter Coutereel, Edouard Romy en Pieter De Somer ...

Professor Eduard Van Ermen nam de Koninklijke Leuvense Gidsenbond op sleeptouw om het ontzaglijke feitenmateriaal te ordenen en te presenteren in een bevattelijke, historisch verantwoorde kroniek van de 'beste stad' van Brabant.
Eduard van Ermen is docent middeleeuwse geschiedenis aan de K.U.Leuven.
Hij ontwierp de historische bevlagging van de stad Leuven en verwierf bekendheid met de publicatie van kaartenboeken, zoals The United States in old maps and prints (1990) en Het kaartboek van Averbode 1650 - 1680 (1997).

Over Van Petermannen en koeienschieters :

'Deze kroniek van Leuven is een absolute must voor iedereen die Leuven een warm hart toedraagt en de stad beter wil leren kennen.' (Pas-Uit)

'Van Petermannen en koeienschieters is een gevulgariseerde, maar historisch verantwoorde en goed gedocumenteerde uitgave. Zowel toevallige bezoekers als de Leuvenaars zelf zullen er nieuwe facetten van het verleden in ontdekken.' (LeesIdee)

'Op een bevattelijke manier is de geschiedenis van deze stad uit de doeken gedaan, geordend in vijf chronologische hoofdstukken, waarbinnen de geschiedenis van deze stad valt in te delen.' (Steps-Magazine)

'... erg feitelijk gebonden relaas, een bondig overzicht van de stadsgeschiedenis... Bepaald nuttig zijn de toelichtingen bij begrippen als 'jansenisme' en 'jozefisme', die lang niet meer voor de hand liggen.' (SdL)

'... een waardevol werk, dat de verdienste heeft de geïnteresseerde lezer weer vertrouwd te maken met de geschiedenis van de stad en haar omgeving...
Een aardige mengeling van anekdotes en opstapjes naar de grote geschiedenis...
De illustraties hangen een vrij correct beeld op van Leuven door de eeuwen heen.'
(De Morgen)


 

In 1991 ingehuldigd beeld van de hand van P. Vanbekbergen, de "Koeienschieter" genaamd,
als spotnaam voor Leuvenaars die verwijst naar de stadsschutters die eertijds op een mistige avond niet de vijandelijke troepen aanvielen, maar een kudde grazende koeien.


02-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ezels van Kuurne en Bassevelde



Vroeger was Kuurne de groentetuin van Kortrijk. Voor dag en dauw trokken de Kuurnenaren met ezel en kar, beladen met hun koopwaar, naar de ochtendmarkt te Kortrijk. Het gerammel van de karren en het gebalk van hun lastdieren maakte de nog slapende Kortrijkenaren wakker, die verontwaardigd hun kamervenster opentrokken en al geeuwend riepen:
"De Kuurnse ezels zijn daar weer !"

Ook de koster die op aswoensdag de beruchte uitspraak deed:
"Ge zijt als ezel geboren en als ezel zulde gij sterven", ligt deels aan de basis van de roepnaam der Kuurnse inwoners.
De Orde van de Ezel werd er opgericht om het Kuurnse verenigingsleven te behouden en zelfs aan te wakkeren
waardoor de ezel nu overal in de Kuurnse folklore is doorgedrongen : ezelstaart, ezelshapjes. Zelfs een Koning Ezel en hierbij kon een eigen bier niet ontbreken.

EZELSBIER

Sinds een kwarteeuw hét streekproduct bij uitstek in Kuurne is het Ezelsbier, gebrouwen bij de brouwerij Bavik uit Bavikhove. Het wordt ook steevast geschonken en gedronken tijdens allerlei recepties in het gemeentehuis en is de huisdrank in menig Kuurns café.
 
 

De promotor van dit streekproduct is de Orde van de Ezel. De leden willen de naam en de faam van de gemeente zowel op cultureel als op folkloristisch vlak uitdragen in binnen- en buitenland.

De 25 cl. flesjes Ezelsbier die, behalve in de cafés, verkrijgbaar zijn bij de Kuurnse Drankencentrale Decuypere, vind je zowel in bruin (6,5°) als in wit (5,8°).
Dat laatste is een alom geprezen witbier. Er hoort ook een originele verpakking bij.

Voor meer feestelijke gelegenheden en huispartijen lanceerde de Orde van de Ezel ook Steenezel, gebrouwen bij Bios in Ertvelde. Die wordt beter met mate gedronken want is 12° sterk. Hier hoort een speciaal glas bij dat op een arduinen, handgemaakte voet rust.
De fles is in wit papier gewikkeld en ze draagt een champagnekurk met een gouden kroon op. Ze wordt verkocht in een houten kistje gevuld met hooi.

Leuk om weten is dat de Orde elke maand een herberg uitroept tot 'café van de maand'. Wie in dat café vijf ezels verzamelt op zijn spaarkaart, krijgt de zesde ezel gratis!
Ook Kortrijk speelde al met de idee van een 'café van de maand' maar daar bleef het voorlopig bij. In Kuurne doen ze het.

EZELSTAART

Bijzonderheden: deze taart werd gecreëerd en gelanceerd in september 1989 ter gelegenheid van de Ezelsfeesten, in samenwerking met de bakkers en het braderiecomité.
De taart is ook enkel in deze periode verkrijgbaar rond de Ezelsfeesten (1ste week van oktober) bij Kuurnse bakkers. Ze wordt artisanaal vervaardigd en draagt bovenop de afbeelding van 'Ezel'.

Ingrediënten: bladerdeeg, chocolademousse, versiering in marsepein en chocolade

Verkooppunten: Verschillende bakkerijken in Kuurne: Bakkerij Tompoes, Bakkerij De Lekkerbek, Bakkerij Litaert, Bakkerij Martin, Bakkerij Vandevyvere, Bakkerij Markey


---------------------------------------------

Maar ook in Bassevelde lopen er ezels rond...

Bassevelde is een klein polderdorpje ( ± 3600 inwoners) gelegen in het Meetjesland, het uiterste noorden van Oost-Vlaanderen, tegen de nederlandse grens. Het vormt samen met Oosteeklo, Boekhoute en Assenede de fusiegemeente Groot-Assenede.
Door zijn ligging vlak naast de N49, de expressweg die Antwerpen verbindt met de kuststreek, is Bassevelde heel gemakkelijk bereikbaar.




Van oudsher worden de inwoners van Bassevelde betiteld als "Basseveldse ezels".
Deze naam vindt misschien zijn oorsprong in het feit dat, toen indertijd de huizen moesten genummerd worden, men in de Dorpstraat de pare en de onpare huisnummers aan de verkeerde kant van de straat had toegewezen.
De inwoners van de omliggende gemeenten zeiden dan ook terecht
:
" In Bassevelde zijn het nogal ezels !".
Of misschien lag het aan de molenaars die steeds hun meel vervoerden met ezels, zodat de omwonenden zeiden: "Daar zijn de ezels weer !"
Wat ook het ware verhaal is, dit is de reden dat u in het dorpje heel wat ezels kunt vinden (echte, jawel!), dat er een Bassevelds Ezelsbier bestaat en dat er af en toe een ezelswandeling plaatsvindt .


  

Rond 1900 telde de provincie Oost-Vlaanderen 664 brouwerijen.
In 1932 was dat aantal gehalveerd en bleven er nog maar 306 van over, waarvan welgeteld 21 in het Meetjesland. In dat Meetjesland blijft er vandaag nog slechts één enkele brouwerij actief, met name Brouwerij Bios - Van Steenberge, gelegen aan de mooie Lindenlaan in het centrum van Ertvelde. Zaakvoerder is Paul Van Steenberge.
Brouwerij Van Steenberge maakt het Ezelsbier in opdracht voor een plaatselijke drankenhandel in Bassevelde.

Dit is een blond bier van 9° alc dat voor een Basseveldse bierhandelaar gebrouwen wordt bij brouwerij Van Steenberge te Ertvelde. Het is een origineel recept op basis van het blonde huisbier.
Bij het uitgieten van het bier wordt al meteen duidelijk dat dit bier niet al te bruisend is.
Om een mooie schuimkraag te verkrijgen moeten we al flink doorgieten.
Het bier is blond en zeer helder, al is het toch hergist op de fles. Er is weinig pareling te zien.
In het aroma ruiken we vooral de gist, een vleugje citrus en groene banaan.
Het bier zet zoet en vol aan, maar mankeert vooral pareling en frisheid.
Enkel in de afdronk komt enige bitterheid opzetten, samen met een metalische smaak.
Hoewel de afdronk zeer goed is, zal dit bier ons niet bijblijven als een topper.


02-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Groeningen van Kaprijke

Deze spotnaam voor Kaprijkenaren komt voort uit een groene appelsoort die er al sinds de late Middeleeuwen gekweekt wordt. De inwoners waren destijds erg trots op deze appels en gaven het vaak cadeau, zelfs vorsten kregen het soms als geschenk. Omdat de appels erg typerend groen zijn, dachten diegene die de appels kregen dat Kaprijkenaren gierige mensen waren.


02-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoogstratenaars zijn Spilzakken

De "Vijfcentenmannekens", maw spaarzame, gierige mensen, kregen een paar eeuwen geleden in Hoogstraten de spotnaam “Spilzakken”.
Arm als ze waren gingen ze spellen (spillen, een dialectwoord voor dennennaalden) rapen om vuur aan te maken.



02-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Beershceppers van Hoboken

Aan de rand van de kioskplaats staat het beeldje "Den Hobokenaar",
een stukje volkshumor dat de spotnaam uitbeeld van de Hobokenaren.


Beerschepper Kioskplaats

In Hoboken woonden voor 1870 voornamelijk landbouwers en hoveniers.
Met de handkar en de beerton trokken zij van de afvoergrachten naar de velden.
 
Sindsdien worden de inwoners van Hoboken "De Beerscheppers" genoemd en het gezegde "Hoboken, waar de boeren stront koken" was vlug gevonden.
 
De moderne uitvoering met kruiwagen en beervat is einde 20ste eeuw in voege gekomen.

02-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Halse Vaantjesboeren en Pieren


In de middeleeuwen veroordeelden de rechtbanken de misdadigers tot bedevaart.
Men moest te voet naar een ver of een dichterbij gelegen bedevaartsoord, naargelang de begane misdaad. Als bewijs van zijn boetedoening bracht de misdadiger een metalen speldje mee als bewijs van zijn aanwezigheid aldaar.



De gewone bedevaarders wilden ook kost wat kost zo'n speldje bemachtigen als souvenir. Daar alles met de hand gemaakt werd was de vraag groter dan het aanbod en werd iets anders bedacht.
Daarom schakelde men rond de tweede helft van de 15de eeuw over op de productie van vaantjes. Dit waren driehoekige stukjes stof.

 



Een houtsnede diende als stempel om de vaantjes te bedrukken, en dit gaf een veel hogere productie om de vraag bij te houden.
Het vaantje werd op de terugweg zichtbaar meegedragen, dit had als gevolg dat men de Hallenaars als "Vaantjesboeren" bestempelde.




---------------------------------------------------------


De inwoners van Halle (deelgemeente van Zoersel, provincie Antwerpen) heten de Halse Pieren en hun dorp Magerhal omdat (zegt men) de grond er zo mager is, dat men er maar één enkele pier gevonden heeft. Deze ligt aan een dikke boom met een ketting vastgebonden in de hof van de pastoor.
Daarvoor had men daar nooit een pier gezien. Toen men er bij toeval een uitgroef, was er geen mens in heel Halle die 't beest kende, noch de pastoor, noch de burgemeester, noch iemand van de Raad. Toen kwam er een vreemdeling door het dorp en herkende het dier. Plechtig verklaarde hij:
"Wel mensen, dat is een pier, een heel gevaarlijk beest ! Zijt er toch voorzichtig mee, want hij zou ongelukken kunnen doen !"
Om de pier onschadelijk te maken, legde men hem gevangen in de hof van de pastoor.


02-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gentse Stroppen

Stropdrager of Strop is al eeuwen de spotnaam van de Gentenaars.
Tot in de 15de eeuw werden zij 'Heren van Gent' genoemd.

Maar in 1537 kwamen de inwoners van de rebelse stad weer eens in opstand tegen de bevelen van hun wettige vorst. Ze weigerden hun aandeel in de belastingen te betalen voor hun Keizer, die geld nodig had om de oorlog tegen Frankrijk voort te zetten. De onwil van de Gentenaars leidde uiteindelijk tot een gevaarlijke opstand in de stad. Op 14 februari 1540 kwam Keizer Karel in hoogsteigen persoon en met een groot leger naar Gent om zijn geboortestad te treffen. De straf was uiterst streng. Gent verloor alle privileges en kreeg een zware geldboete opgelegd.
De Sint-Baafsabdij moest worden gesloopt om plaats te maken voor een Spaanse gevangenis. Vijfentwintig kopstukken van de opstand werden onthoofd.

Bovendien moesten een groot aantal inwoners blootsvoets en in tabbaard gekleed, voor de Keizer verschijnen en op hun knieën om genade smeken. Vijftig anderen moesten nog een bijkomende vernedering ondergaan : in hun hemd en met een strop om de hals door de stad lopen, als teken dat ze de galg hadden verdiend.






Tijd nu voor een aantal beroemde en beruchte, maar vooral luidruchtige voorvaders en -moeders die uit erkentelijkheid voor hun luid kabaal een weg in het Gentse naar hen genoemd kregen. Ik heb het hier over de Creesersweg, die in de omgeving van het Rabot is te situeren. Meer bepaald aan Bachtenwalle, waar het beeld van de 'Stropdrager', van de hand van Chris Demangel (Gent, 1937)*, quasi oog in oog staat met het beeld van keizer Karel. Symbolischer kan het haast niet zijn.


02-01-2011 om 00:00 geschreven door belleman  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)


Archief per week
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012

    Inhoud blog
  • De heksen en tovenaressen van Beselare
  • Reigers in Berendrecht
  • Paret-ters in Beersel
  • De Kleidabbers van Beerse en Rijkevorsel
  • De Rovers van Beaumont
  • Geitenmelkers in Bambrugge
  • Kerkenkuiers en messevichters in Balen
  • Balegemse haringeters
  • Niksdoeners in Baal
  • Messentrekkers van Attenhove
  • Kasseibijters in Assenede
  • Gapers in Anzegem
  • Kleiboeren in Aartselaar
  • Trapschijters en Klokkenluiders in Alsemberg
  • Herentalsenaren worden
  • De Heren van Zichem
  • Wieze loopt vol 'zotten'
  • Kraaien en Lijkenpikkers in Tisselt
  • Tiense Kweikers, Verkensblussers en Boterpotten
  • Tergnée : Vampieren
  • StAgatha-Berchem vol lastigaards
  • Verbrande Puttenaars
  • In Poppel wonen de Krombenders
  • Iedereen Slappe Benen in Peutie
  • De Houten Ballekes van Merchtem
  • Manenblussers in Mechelen
  • Lierse Schapenkoppen
  • Leuvenaars zijn Koeienschieters en Pietermannen
  • Ezels van Kuurne en Bassevelde
  • De Groeningen van Kaprijke
  • Hoogstratenaars zijn Spilzakken
  • De Beershceppers van Hoboken
  • Halse Vaantjesboeren en Pieren
  • Gentse Stroppen
  • Dworpse Drankstoepers en Drankzuiers
  • De Konijnenfretters uit Dilbeek
  • Mosterdschijters en Loterbollen in Diest
  • Spotnamen voor Dendermondenaren
  • Brusselse Kiekenfretters


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs