De verschillende Romeinse kledingstukken waren heel eenvoudig: De basis vormde de tunica, een kledingstuk dat meestal geen mouwen had. Hij reikte tot aan de knieën of kuiten en was versierd met een purperen strook, clavus genoemd. Deze was breed voor de senatoren en smaller voor de ridders. De tunica werd aangevuld met de toga, een grote, witte wollen, om het lichaam gewikkelde mantel, die de rechterarm vrij liet. Vrouwen droegen over de tunica een stola, een jurk met korte mouwen, om het middel vastgehouden door een riem en elegant in plooien gedrapeerd.
De toga De toga was een onpraktisch kledingstuk dat slechts diende als statussymbool. Het werd gedragen bij officiële gelegenheden zoals toespraken, plechtigheden, grote feesten en bezoek van deftige gasten. In het dagelijkse leven was dit kledingsstuk niet zo van belang, omdat je je er niet gemakkelijk in kon bewegen want dan vielen de plooien verkeerd. De toga bestond uit een grote witte wollen doek, in trapeziumvorm. Deze doek werd op een ingewikkelde manier om het lichaam gedrapeerd. Voor dit karwei hadden vele rijken zelfs een aparte slaaf! Jongens tot en met 16 jaar droegen een toga met een purperen rand. Dat heette een toga praetexta. Ook senatoren, de regering van het Romeinse rijk, droegen de toga praetexta. Op hun 16e verjaardag leverden de jongens hem in voor een toga virilis, een onversierde, kale toga. Deze plechtigheid betekende dat de jongen nu volwassen was. Als een Romein zich kandidaat stelde in de verkiezingen voor een van de vele politieke functies, mocht hij een toga candida, een extra witte toga, dragen. Als hij meedeed aan de verkiezingen werd hij een candidatus. Dat woord komt van candidus, wat blinkend wit betekend. De enige die een geheel purperen toga, een toga picta, mocht dragen was de keizer van het Romeinse rijk. Welgestelde Romeinse mannen werden vaak togati (togadragers) genoemd.
De tunica De tunica werd door de plebejers, winkeliers, bouwvakkers enz. de hele dag gedragen, omdat je je in dit kledingstuk goed kunt bewegen, je hoeft niet op de plooien te letten en het is een stuk luchtiger. De tunica werd ook wel onder de toga gedragen. De tunica was een simpel lang hemd met primitieve mouwen. Het hemd werd met een riem een beetje opgebonden. Onder de Tunica werd door de mannen een lendendoek of een ander soort broek gedragen. Welgestelde vrouwen droegen over hun tunica een palla, een omslagmantel, die lang genoeg was om over de schouders en of om het hoofd geslagen te worden en tegelijkertijd de knieën te bedekken. De Palla was evenals de Toga van wol. De meeste vrouwen kozen felle en contrasterende kleuren uit voor hun Stola en Palla. Het eenvoudige volk dat alleen een Tunica droeg, werd tunicati genoemd.
Schoeisel De meest gedragen schoenen waren calcei, een soort halfhoge schoen uit leder.
Haardracht De haarmode van de dames verschilde van periode tot periode. Het haar, in het midden gescheiden, werd bij elkaar gehouden in een haarknot achterin de nek of in een paardestaart, soms verfraaid door wat krullen op het voorhoofd. Onmisbare gereedschappen waren de kam, gemaakt van brons, been of ivoor en de holle krultang. De vrouwen gebruikten ook haarspelden, linten en pruiken om de hoeveelheid haar te vergroten.
Rome is gelegen op het schiereiland Italië, nabij de Tiber en in de vlakte van Latium. In de 7de eeuw v.C.leefden op het schiereiland verschillende volkeren. Rome was toen een dorpje van de Latijnen. Maar dat zou niet lang meer duren want het dorpje werd begeerd door een andere stam, de Etrusken. De reden daarvan was dat Rome gunstig gelegen was voor de handel. Via de rivier kon men makkelijk uitvaren naar zee en omgekeerd. Ook de vruchtbare grond was een belangrijk punt.
de Romeinen net zoals de Grieken een eigen schrift hadden?
Caesar van de Belgae zei dat ze dapper waren, enkel en alleen omdat ze ver van de beschaving verwijderd waren, en niet omdat ze dapper vochten?
Romeinse dames steenkool als make-up gebruikten?
een arbeider 6 dagen nodig had om één vierkante meter mozaïek te realiseren?
het Romeinse jaar oorspronkelijk begon met de maand maart? Daarom noemden ze de zevende maand september wat afgeleid is van septem, wat zeven betekent.
Romeinen net zoals wij nu een voetbalsjaaltje dragen, juwelen droegen in de kleur van hun favoriete renpaard (wit, rood, blauw of groen)?
er ook al in de Oudheid sprake was van vegetarisme? Ovidius zegt bijvoorbeeld dat enkel barbaren vlees eten en men in de oertijd geen vlees at (volgens de Romeinen en de Grieken was de oertijd de Gouden tijd, zij leefden in de Ijzeren tijd). Volgens een legende zou een priester een stukje vet dat naast het offeraltaar gevallen was, opgerapen hebben en ervan geproefd hebben. Hij zou het zo lekker hebben gevonden dat men van dan af aan vlees begon te eten.
Oefenen van woordsoort, model, genitief of 1e persoon, geslacht of naamval. opniveau van beginner, kenner of gevorderde. Keuze Latijn Nederlands, Nederlands Latijn.
DicteeLatijn of Nederlands, herhalenvan fouten (ook met 3 niveaus )
In taberna quando sumus, non curamus quid sit humus, sed ad ludum properamus, cui semper insudamus. Quid agatur in taberna, ubi nummus est pincerna, |: hoc est opus ut queratur, si quid loquar, audiatur. :|
Quidam ludunt, quidam bibunt, quidam indiscrete vivunt. Sed in ludo qui morantur, ex his quidam denudantur quidam ibi vestiuntur, quidam saccis induuntur. |: Ibi nullus timet mortem sed pro Baccho mittunt sortem. :|
Primo pro nummata vini, ex hac bibunt libertini; semel bibunt pro captivis, post hec bibunt ter pro vivis, quater pro Christianis cunctis, quinquis pro fidelibus defunctis, sexies pro sororibus vanis, septies pro militibus silvanis.
Octies pro fratribus perversis, nonies pro monachis dispersis, decies pro navigantibus, undecies pro discortantibus, duodecies pro penitentibus, tredecies pro iter agentibus. Tam pro papa quam pro rege bibunt omnes sine lege.
Parum sexcente nummate durant, cum immoderate bibunt omnes sine meta. Quamvis bibant mente leta, sic nos rodunt omnes gentes, et sic erimus egentes. Qui nos rodunt confundantur et cum iustis non scribantur. IO! IO! IO! IO! IO! IO! IO! IO!
Wanneer wij in de taveerne zijn, maken we ons geen zorgen dat wij slechts stof zijn, maar we storten ons direct op het spel, dat ons altijd hevig doet zweten. Wat in de taveerne gebeurt, waar geld de gastheer is, dat is de moeite waard te vragen, en hoor wat ik je zeg:
Sommigen spelen, sommigen drinken, sommigen leven er op los. Maar die zich in het spel begeven worden soms volledig uitgekleed sommigen winnen hier hun kleren, anderen gaan gekleed in zakken. Hier vreest niemand voor de dood maar dobbelt men in de naam van Bacchus.
Op de wijnschenker drinkt het losbandige volk het eerst; dan eenmaal op de gevangenen, dan drie op de levenden, vier op heel de Christenschaar, vijf op de in de Heer gestorvenen, zes op de verloren zusters, zeven op de struikrovers.
Acht op de op het verkeerde pad geraakte broeders, negen op de dwalende monniken, tien op de zeelieden, elf op de kibbelaars, twaalf op de boetelingen, dertien op de reizigers. Op de paus en op de koning drinken allen zonder remmingen.
De meesteres drinkt en de meester, de soldaat drinkt en de priester drinkt, de man drinkt, de vrouw drinkt, de knecht drinkt met de meid, de snelle drinkt, de luie drinkt, de blanke drinkt, de zwarte drinkt, de gesettelde drinkt, de zwerver drinkt, de domme drinkt, de wijze drinkt.
De arme drinkt en de zieke, de banneling en de vreemdeling drinkt, de jongeling drinkt, de grijsaard drinkt, de bisschop drinkt, de deken drinkt, de zuster drinkt, de broeder drinkt, de oude vrouw drinkt, de moeder drinkt, deze vrouw drinkt, die man drinkt, er drinken er honderd, er drinken er duizend.
Zeshonderd gulden zou nauwelijks genoeg zijn als allen onbeteugeld en zonder remmingen zouden drinken. Hoeveel zij ook vrolijk drinken, wij zijn degenen die iedereen beschimpt, en aldus worden wij berooid. Die ons beschimpen mogen vervloekt zijn en mogen hun namen niet worden geschreven in het boek der rechtvaardigen. IO! IO! IO! IO! IO! IO! IO! IO!