• Homepage Labracolumns.
  • Archief Caedlih.
  • Archief Hondloos.
  • Categorieën
  • Niet verschenen op homepage. (8)
  • Labracolumns - Archief Doby.
    Columns met labrador Doby in de hoofdrol.
    Onderdeel van de site http://www.labracolumns.blogspot.be
    02-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Petit Louis.

    Ik heb de hele nacht gewoeld, me van de ene zijde op de andere gegooid. Lang voor mijn wekker afloopt, sta ik op. Bij het ontbijt krijg ik nauwelijks een hap naar binnen. Ik probeer me bezig te houden, maar kan nergens mijn gedachten op richten. Om de haverklap controleer ik mijn horloge, maar de seconden, minuten en uren laten zich niet opjagen.

    Eindelijk wordt het middag. Ik sjor me in mijn jas en spring in de auto. Een lange rit staat ons (ik en mijn ouders) voor de boeg. Zal ze een vruchtbaar einde kennen? Zal ik met een pup huiswaarts keren?

     

    Pas gisterenavond werd deze rit gepland.

    Want nadat ik tevergeefs maandenlang  bij Christine, de fokster van Caedlih, op een wachtlijst gestaan heb (teefje ondanks duidelijke zwangerschapssymptomen niet drachtig) en nog maanden moet wachten voor een volgend nest, belt ze me op. Haar collega heeft onverwacht nog twee pups beschikbaar en de vader is dezelfde reu die Christine’s teefje gedekt had. Een reu waarvan ik graag een pup wil (omdat hij goede scores heeft op een officiële Duitse karaktertest, en hoge scores op aanhankelijkheid en speelsheid, twee dingen die ik zo waardeer in een hond).

    Bovendien zijn de pups negen weken oud (baasjes lieten het op het allerlaatste moment afweten), dus als ik met eentje ervan een klik heb, komt er meteen een einde aan mijn onverdraaglijke hondloosheid.

    Ik treuzel geen moment, bel meteen die fokster en maak een afspraak voor de dag nadien.

     

    En nu is het dus de dag nadien, en komen we aan bij een klein, laag huisje. De voortuin een klein ommuurd koertje, bezaaid met hondenspeelgoed en een op zijn kant liggende blauwe, plastic ton zonder bodem. We gaan het hek binnen en kloppen aan. De voordeur opent en een golf kwispelende, kontschuddende labradors stroomt naar buiten, elkaar verdringend om als eerste de gasten te begroeten. Ik kijk in hun zachte ogen, streel hun ruwe vachten, kriebel achter hun oren.

    De fokster, achter haar honden opduikend, verwelkomt ons al even hartelijk en nodigt ons binnen. We stappen een kleine, gezellig ingerichte huiskamer in, een eettafel aan onze linkerkant en een zithoek aan de rechter. Een grote puppyren domineert de ruimte.

    Erin liggen drie zwarte hummeltjes, diep in slaap. De twee reutjes die nog beschikbaar zijn en een teefje dat later opgehaald wordt.

    In afwachting van hun ontwaken, worden we uitgenodigd plaats te nemen rond de harde, houten eettafel. Op harde, houten stoelen. Geamuseerd kijk ik naar de volwassen honden (vijf in totaal), als een troep luierende leeuwen uitgespreid over de zachte, stoffen zetels.

     

    Dan komt er beweging in de minilabradortjes, ze gapen en rekken zich uit. Snel opent de fokster het deurtje van hun ren en loodst ze naar het koertje, alwaar ze meteen een grote plas doen.

    Daarna beginnen er twee een vechtspelletje, de derde gluurt tussen de spijlen van het hek naar een voorbijrijdende auto. Ik ga tussen hen in op de grond zitten, en vol overgave werpen ze zich op hun nieuwste speeltje: eentje hapt naar mijn paardenstaart (het teefje), een tweede drapeert zich over mijn billen (mijn jeans op tandbestendigheid testend), de derde stort zich op mijn schoenveters. 

    Met een zacht voorjaarszonnetje dat ons verwarmt, en het gekeuvel van mijn ouders en de fokster op de achtergrond, test ik de pups op de voor mij twee belangrijkste dingen: speelsheid en knuffeligheid.

    Speels zijn ze beide, zo speels dat ze geen moment ophouden. We touwtrekken, doen speelgevechtjes en gebruiken mijn vingers als jachtobject.

    Knuffeligheid is een ander paar mouwen. Ik mag de woelwatertjes ongelimiteerd over hun wollige vachtjes wrijven terwijl ze zich om beurten over mijn benen draperen, maar ze blijven happen naar mijn vingers en kauwen op mijn broek. Geen in mijn armen kruipende pup, geen oogjes die zich genietend dichtknijpen, geen kopje dat zich onder mijn handen wurmt om nu eens dit oortje, dan die kin of nog eens dat andere oortje te masseren.

    Welke pup moet ik nu kiezen? En wil ik wel één van deze twee?

     

    Na een tijdje worden de dondersteentjes moe, en we nemen ze mee naar binnen. Ik neem het ene reutje op schoot, mijn moeder het andere. Hun warme, zachte zitje bevalt hen prima, maar het geknuffel kan hun aandacht niet vangen. Wel vallen ze de tafel aan en het kleed erop. We ruilen van pup, maar nog steeds kan ik niet beslissen.

    Ik overleg met de fokster, vertel wat ik zoek in een hond en zij raadt me Petit Louis aan (zo genoemd omdat hij de favoriet van haar man Louis is en hem overal achternaloopt). Omdat hij de aanhankelijkste is en een bij ons passend energieniveau heeft.

    Ik blijf twijfelen, voel geen klik.

     

    Dan zie ik hoe diezelfde Petit Louis in mijn moeders armen indommelt, nu zijn energie eruit is en zijn ontdekkingslust tevreden gesteld, wel het geknuffel appreciërend; zijn oogjes genietend sluitend, zijn nekje rekkend om het juiste plekje aan te bieden, eindelijk stil liggend.

    Zeker van mijn keuze ben ik allesbehalve, maar ik spring in het diepe. Petit Louis wordt omgedoopt tot Doby en gaat met ons mee.

    Een nieuw “hondenleven” begint.




    Archief per jaar
  • 2014
  • 2013
  • 2012


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs