Soms ben ik wel eens jaloers op een gezin. Ogenschijnlijk hebben ze alles. Een mooi huis, een mooie carrière, elkaar.
Je kent ze wel, de koppels die voor elkaar gemaakt zijn, en die blijkbaar nooit ruzie maken.
Tot een jaar geleden.
's Morgens stap ik binnen bij Manu en An. Ik krijg een kopje koffie en een paar kindersokjes in mijn handen.
Jawel, grote vreugde, na een aantal ivf pogingen is An zwanger. Ik krijg de vraag of ik het zie zitten om een kinderkamer te poetsen in 9 maanden. Wie kan daar nu negatief op antwoorden.
De zwangerschap verloopt niet goed. Ochtendmisselijkheid, bekkeninstabiliteit en op het laatste nog zwangerschapsvergiftiging.
Maar daar komt een einde aan bij de geboorte van Marie. De superlatieven schieten te kort bij het zien van zo een hoopje baby.
En dan volgt het harde werk. De slapeloze nachten die elke ouder zich levendig herinnert. Een huilende baby, de rede daarvoor wordt niet gevonden.
An is volledig uitgeput na 3 maanden. Op een van de ochtenden die volgen op een slapeloze nacht, vraagt An of ik het erg vind als zij nog even gaat slapen. Marie slaapt en ze neemt de babyphone mee, dus ik heb geen last van de baby.
Ik doe mijn gewone ronde en sla de slaapkamers over. In plaats daarvan geef ik de keuken een extra goede beurt.
Rond 11 uur wordt Marie wakker, maar An hoort de babyphone niet. Ik sluip de baby kamer in en probeer een tutje te geven, maar Marie wil er niks van weten.
Even aarzel ik nog, maar dan neem ik haar uit het bedje en neem haar mee naar beneden. Ze blijft brullen, dus maak ik een flesje voor haar warm.
Ik neem haar op mijn schoot en geef haar het flesje melk. Ze kijkt mij met betraande ogen dankbaar aan en slurpt haar fles leeg.
Nadien zet ik haar recht en laat haar boeren, ondertussen merk ik dat haar pamper ook aan vervanging toe is. Net als Marie haar pamper aan is komt An de living binnen.
Ze heeft zalig geslapen, is een beetje bijgerust en kan de dag weer aan.
En ik? Ik heb even terug een baby mogen vertroetelen, dat was ondertussen 15 jaar geleden.