Dit is een klein beetje geschiedenis van de Witte Wener. De witte wener heeft de zelfde naam als de Gekleurde Wener maar toch is het een ander ras. Het ras is afkomstig van Oostenrijk. Zijn oren zijn 13 cm lang. Zijn lichaam is flink gebouwd, brede rug, brede achterhand, brede schouders en wat gestrekt. Zijn vacht is zacht, normale lengte en veel onderwol. De kleur is stralend wit. Het gewicht is tussen de 3 en de 5 kilo. Zijn karakter is vriendelijk. Dit zijn de bijzonderheden: de Witte Wener is op het vasteland in Europa echt populair. Buiten het continent komt het nauwelijks voor.
Leeuwenkop konijnen zijn kleine konijntjes dat duidelijke haren rond hun kop hebben. Ze zijn duidelijk te onderscheiden van alle andere konijnenrassen. Dat ras komt oorspronkelijk uit Engeland. Voor een leeuwenkop zorgen is hetzelfde als voor andere konijntjes zorgen. Het vereist veel liefde en aandacht om ze gezond en gelukkig te houden. Zijn unieke vacht heeft specifieke aandacht nodig.
Er zijn dus 17 personages in nijntje. Dit zijn ze allemaal: aagje, barbara beer, betje big, boris beer, daan, kleine pluis, knorretje, moeder pluis, nijntje pluis, nina, oma pluis, oom vliegenier, opa pluis, snuffie, tante trijn, vader pluis en willemijn. Dit waren ze alle 17.
Nijntje is een konijn. Zij komt vooral voor in de televisie en in boeken. Ze maakten er ook een film van. De boeken werden door Dick Bruna geschreven en getekend. Ze heeft ook 4 musicals meegemaakt. Er zijn 17 personages, die zal ik in een ander stukje van dit blog zetten. Haar volledige naam is eigenlijk nijntje pluis. Het geboorteland is Nederland. De verhaaltjes van nijntje zijn in veel talen vertaald.
Het vrouwtje heeft een dubbele baarmoeder. Bij de meeste andere huisdieren zijn de twee baarmoederhoornen voor een groot deel versmolten. Dat is de verklaring van een zeer snelle voortplanting van konijnen. Het voorkomen van dubbele zwangerschappen moet ook in samenhang met de dubbel uitgevoerde baarmoeder worden gezien. Veel hobbyfokkers zetten hun voedsters 10 tot 14 dagen na de eerste dekking nog een keer bij de rammelaar. Aan het gedrag van het vrouwtje tegenover het mannetje is te zien of ze al drachtig is of niet. Als ze drachtig is, laat ze zich normaal niet dekken. Laat ze zich in uitzonderingsgevallen toch nog een keer dekken, dan is dat dankzij de dubbele baarmoeder. In principe kan het vrouwtje kan het vrouwtje dan zwanger zijn van twee bevruchtingen die op verschillende momenten tot stand kwamen. Men gaat ervan uit dat de embryo's van een paring zich steeds in één deel van de baarmoeder ontwikkelen. De geboorte van twee worpen gaat dan in volgorde van de bevruchting met evenveel tijd ertussen. Omdat een dubbele zwangerschap maar zelden optreedt, kunt u de zwangere voedster rustig 10 tot 14 dagen na de paring weer bij de rammelaar zetten. Is het vrouwtje weer in paringsbereid, dan is paring gewoon toegestaan.
De oorsprong van het konijnenras komt van België van de stad Beveren. Het is ontstaan uit blauwe van Sint-Niklaas en de Hollander. Hij weegt rond de 4 kilo. Zijn kleuren zijn: blauw, wit, bruin, lilac en zwart. Zijn karakter is levendig temperament en actieve konijnen. De bijzonderheden zijn: het heeft een hoge achterkant, een soort "doorgesneden-peertype" dat komt bij geen ander ras voor. Je kunt het konijn ook als huisdier hebben, je kunt ze ook als gezelschapsdier houden.
Er is een lange geschiedenis van het konijn. Het eerste volk dat
konijnen ving, waren de Romeinen. Zij vonden het vlees erg lekker, en
de vacht konden ze gebruiken om kleding van te maken. Na de Romeinen
hielden de Franse kloosterlingen de konijnen in gevangenschap. De
gewone mensen (de wat armere mensen) gingen ook konijnen
houden. Het vlees werd gegeten en van de vacht maakten ze bontjassen.
Tijdens de oorlogen werden konijnen veel gefokt, omdat konijnen
weinig plaats innamen en goedkoop aten. Zo hadden de mensen toch nog
vlees in de oorlog. Tot het jaar 1850 werden konijnen alleen gefokt
en gehouden om hun vlees en hun vacht voor de bontjassen. Ze werden
nog niet voor de lol gehouden. Pas na de tweede wereldoorlog (vanaf
het jaar 1945) werden konijnen als huisdier gehouden.
Een konijn mag je niet kiezen hoe je hem vasthoud. Je pakt het konijn met 4 vingers op de rug, in de buurt van de nek. Dat noemt men het nekvel. Met de andere hand ondersteun je de achterkant van het konijn en druk je het konijn stevig tegen je aan. Bij onrustige konijnen kan je de kop onder je oksel schuiven: de duisternis werkt rustgevend.
Een konijn houd van hygiëne. Een konijn vind het niet leuk om te slapen op plekken die vervuild zijn. Die plekken zijn dan vervuild met urine en keutels, het zijn erg propere dieren. Konijnen poetsen zichzelf. Konijnen kiezen een vaste plek om keutels en urine te plaatsen. Konijn eten vaak hun nachtontlasting op, dat is heel normaal. De nachtontlasting is zachter dan overdag en bevat waardevolle voedingsstoffen.
Konijnen zijn prooidieren, in tegenstelling tot honden en katten. Daardoor gedraagt een konijn zich anders. Om je konijn beter te begrijpen, geef ik een beetje meer info. Omdat konijnen territoriale dieren zijn hebben ze een eigen hol of gebied. Dat terrein bakenen ze af om andere konijnen te laten weten van wie het is. Dat doen ze door middel geurklieren onder hun kin, wat ze langs hun objecten wrijven. Die geur kunnen mensen niet ruiken. Konijnen markeren hun territorium ook door hoopjes keutels achter te laten. Als een konijn op zijn achterpoten gaat zitten met zijn kop en voorpoten in de lucht, doet hij dit om de omgeving te verkennen. Op deze manier kan hij meer horen en zien. Stampen en trommelen doen konijnen voor andere konijnen als er gevaar schuilt om ze te waarschuwen, zoals een roofdier. Bij schrik kan een konijn ook gaan liggen en met zijn oren naar achteren. Daardoor zijn wilde konijnen minder goed zichtbaar voor hun vijanden. Dat kan ook een rusthouding zijn, als een konijn uitrust of ontspannen is.
Een dwergkonijn is een geliefd diertje. Als je een dwergkonijn los laat lopen in een kamer heb je een perfect metgezel aan: nieuwsgierigheid, onderzoekend en vooral temperamentvol! Dit heb je nodig om een dwergkonijntje te verzorgen: een mandje, hooi, een bakje of flesje water, lekkere hapjes, veel aandacht, mengvoer (optioneel) en nagelschaartje (optioneel).
Konijnen hebben graag gezelschap van andere konijnen en kunnen niet goed allen zijn. Als je niet vaak thuis bent is het beter dat je 2 konijnen neemt voor het gezelschap. Ze hoeven daarom niet bij elkaar te zitten, elkaar zien is voldoende. Indien je de 2 konijnen bij elkaar wilt steken neem dan 2 jongen, best wel van het zelfde nest. De kans dat karakters tussen beide gaan botsen is dan zo klein mogelijk. Twee rammen gaan niet samen ook al komen ze van het zelfde nest. Zodra de rammen volwassen zijn zullen ze zeker vechten. Indien de kleine konijntjes het niet gewenst zijn om bij elkaar te zitten houd je ze beter apart (mannetje en vrouwtje).
Wist je dat een konijn geen knaagdier is? Konijnen en hazen behoren tot de familie haasachtigen. Dat komt door verschillen in de lichaamsbouw. Een konijn heeft 2 extra snijtandjes verstopt achter de 2 grote voortanden. Knaagdieren hebben dat niet. Door de extra tanden kauwt een konijn cirkelvormig, knaagdieren bewegen hun kaak van voren naar achteren en houden hun eten met hun voorpootjes vast. Een mannelijk geslacht van de haasachtigen is anders gebouwd dan dat van knaagdieren. De teelballen zitten boven de penis onder de huid, en niet in het zakje achter de penis zoals bij de knaagdieren. Knaagdieren hebben ook een botje in de penis en haasachtigen hebben dat niet. Er is ook een overeenkomst met konijnen en knaagdieren, ze komen uiteindelijk wel van de zelfde familie. Zo'n 55 miljoen jaar geleden zijn ze evolutionair uit elkaar gaan groeien. Wat nu nog hetzelfde is tussen de twee soorten zijn de 2 snijtandjes waarmee ze knagen. Die tanden blijven ook doorgroeien, het is dus belangrijk dat konijnen en knaagdieren kauwen op vezelrijk voer zoals hooi, stro en groenvoer zodat de tanden slijten.
Het beste is dat je een konijn niet te veel van de zelfde groente heeft maar van meerdere groentes maar wel van allemaal kleine stukjes. Want dezelfde groente en grote stukken is zeker niet goed!!! Wilde konijnen eten alles, maar wel kleine stukjes. Een konijn is een nieuwsgierig diertje zij eten alles wat groen is. Dat kan dat de plant giftig is. Let er dus op dat je konijn geen giftige planten krijgt of eraan kan geraken!!!
De tanden en nagels groeien bij een konijn door. Controleer deze dus regelmatig. Te lange tanden kunnen door een dierenarts korter worden geknipt. De nageltjes kan je zelf doen bv. met een nageltangetje, pas wel op dat je niet in het teentje knipt.
Hoe moet je precies een konijn verzorgen? Voor een een konijn is hygiëne erg belangrijk. Een konijn wil graag schoon en droog zitten. Het hok moet daardoor tweemaal per week verschoont worden. Een konijn is proper, hij doet altijd zijn uitwerpselen op een plekje. Je moet daarom het hele hok niet schoonmaken maar allen dit plekje. Iedere week zou je een konijn even moeten borstelen. Dat is goed voor de bloedsomloop van zijn vacht. De oude haren worden dan gelijk verwijderd. De nageltjes moeten om de 2 à 3 maanden geknipt worden.
Een vrouwtje is wat rustiger dan het mannetje. Maar is het vrouwtje drachtig kan het liefste konijn zelfs bijten. Een konijn kan zindelijk zijn. Als je konijn regelmatig wat rond huppelt in de kamer kan je een konijnenbak plaatsen met wat strooisel van zijn ontlasting in. Boos worden als je konijn iets fout doet, geeft geen zin. Hij snapt niet wat hij fout doet en wordt er alleen maar angstig van. Belonen voor een goed gedrag daarin tegen kan wel helpen.
Ieder dag vers water heeft een konijn zeker nodig. De drinkflessen moeten iedere dag vers en verschoont worden. Als je dat niet doet krijg je algen. Algen zorgen ervoor dat er een groene aanslag in het flesje zit. Zorg dus zeker dat je konijn vers water krijgt!!!