De klas van juf Karolien experimenteerde om de weggetjes te maken
Dorp op school: maken van verschillende soorten weggetjes
Dit kadert in ons thema: een huis in een straat.
We hebben het eerst gehad over verschillende soorten huizen door de tijd heen.
Huizen staan meestal in een straat, er we zijn dus op zoek gegaan naar verschillende soorten wegen/ straten/paden.
Stap 1 : Kijken naar verschillende soorten wegen in Vilvoorde.
Stap 2: Een bezoekje aan de wegenwerken op de Hendrik I lei in Vilvoorde, de kinderen hebben gezien hoe de asfalt wordt gegoten en hebben kennis gemaakt met de verschillende soorten van graafmachines.
Stap 3: Brainstormen over verschillende soorten van wegen+ bespreken welk soort ondergrond past in een pretpark.
Stap 4: Verzamelen van materiaal: wie brengt wat mee.(zand, aarde, stenen, kiezels, gras, mos, kurk,kroonkoren, vit, hout)
Stap 5: uitproberen (welke soort ondergrond is haalbaar??? Blijft het kleven, kan het vervoert worden?, kunnen de kinderen er zelf voor zorgen?)àzie voorbeelden
Axelle en Angeli maakten een racebaan met magneetauto's
Een raceauto tegen de tijd
Met dunne houten staafjes,plastic,hout en crêpepapier en een auto hebben we die racebaan gemaakt. Er waren geen problemen bij het maken, maar het was een beetje moeilijk. De raceauto moet 3 rondes doen om ter snelst. Wie de snelste tijd heeft, wint de race.
Zonder mijn partner Axelle was het niet gelukt. De racebaan heeft lang geduurd om te maken. Soms vonden wij niet het passende materiaal. Na het plan te maken besloten we een beetje versiering erbij te zetten: gras, bloemen en een vlag.
Één van mijn vrienden heeft mij heel goed geholpen, genaamd Brecht.
We kwamen op het idee door een klein houten doosje.
Daar hebben we 4 veertjes op geplakt, gemaakt van ijzerdraad. Aan elke kant hebben we er vier geplakt. Dan hebben we een autootje gepakt en afgeschoten en omdat er aan de andere kant ook veren waren botste het autootje terug.
Dus het is niet alleen een leuke en snelle attractie, het is ook veilig als je het moest doen in echt.
We hebben eigenlijk geen problemen gehad met het afmaken.
We hebben een racebaan gemaakt. We hebben met een hamer,lijm,zaag,lijmpistool gewerkt. We hebben het met hout gemaakt en verf en alcoholstift. We hadden een paar problemen gehad maar dat was niet zo erg. De bedoeling is voor het autotje binnen de snelste tijd tot de finish te geraken. We hebben er 5 lessen aan gezeten. We hadden veel lijm nodig . We zijn zelfs naar de winkel gegaan. We hadden veel plaats nodig . We waren een goed team samen. Wat we niet mochten maken is een knikkerbaan.
Ismaïl en Panagiotis maakten een waterbaan met raceauto's
we hebben een racebaan gemaakt. we hadden 1plank nodig . dan moesten we 2 auto'shebben . Dan moeten we dunne plastik knippen . dan moesten we stukkjes plastic patteks . het eerste probbleem was dat op hout en plastic met water de auto 's gleden niet . we losten het probleem op op met zeep .
Dit is de baan van Brent & Sven. We hebben een autobaan gemaakt van karton en met houten stokjes en en we hebbenz e versierd. met crêpepapier hebben we bloemen gemaakt en met het autootjes heeft Axelle geholpen. En het autootje beweegt met een magneet .
De klas van juf Els maakte toiletten met juf Hilke
Wij hebben de 3 wc's gemaakt in de vorm van huisjes. Om de deur open en dicht te doen hebben we scharnieren gebruikt. We gebruiken een touw om de wc-bril omhoog te doen. Voor de afvoer van het wc-water zijn er rietvelden.
We hebben al de parking geschilderd. ende kassa gemakt .Een we hebben deslagboom gemaakt. Ik vind dat parking maken heel moeilijk is. Toen profesor Vital was gekomen hij heeft ons geholpen met nadenken .
De allerkleinsten van juf Marianne maakten een heel hippe snackbar !
Techniek in de snackbar
Voor de ondergrond gebruikten we een plaat uit piepschuim.
Om het gras te maken mengden we verf met zand. Zo werd de structuur van de verf dikker en kregen we een minder egaal effect.
De tafels zijn geschilderde kurken. We zochten naar een alternatief voor lijm om ze op de plaat te bevestigen. Het lukte met tandenstokers.
Met tongspatels maakten we omheining. Gewone pritt bleek niet stevig genoeg, dus moesten we op zoek naar sterkere lijm.
De tongspatels gebruikten we ook om een luifel te maken. Naarmate we meer spatels gebruikten werd de constructie te zwaar. We gingen op zoek naar materiaal om te ondersteunen. We gebruikten balpennen die licht geven en touw.
We maakten een muur door papier te weven tussen de windmolens. Deze gaan draaien als je er tegen blaast.
De parasolletjes gaan open door het scherm naar boven te duwen. Niet alle tafels hebben een parasol, zo kan je ook nog in de zon eten. Op onze speelplaats is dat ook zo. Als je in de buurt van de boom zit, zit je in de schaduw. Ga er verder van weg, dan zit je in de zon.
De klas van juf Annelies maakte met juf Sophie een prachtig EHBO-huisje !!
We maakten een EHBO-gebouwin de vorm van een kubus. Samen kwamen we tot de conclusie dat een kubus uit 6 vlakken bestond en dat elk vlak een vierkant was. Voor we onze vierkanten konden tekenen zijn we natuurlijk eerst op zoek moeten gaan naar hun eigenschappen. Nadien leerden we door gebruik van een lat en driehoek een perfect vierkant met 4 gelijke zijden en 4 rechte hoeken tekenen. Na het tekenen moesten we de kartonnen vlakken uitknippen. Omdat we ervaarden dat we het karton niet zo nauwkeurig konden uitknippen met een schaar hebben we met de nodige voorzichtigheid leren gebruik maken van een snijmes en een lat. Om devlakken aan elkaar te bevestigen opteerden we voor lijm. We gingen op zoek naar de meest geschikte lijmsoort en kozen zo voor het lijmpistool. We kenden het niet en vroegen ons af hoe zo een lijmpistool werkte. Er werd ons uitgelegd dat het lijmpistool verwarmd werd door de elektriciteit en dat daardoor de gestolde lijm kon smelten. Eens aangebracht, koelde het weer af, stolde het opnieuw en was het heel sterk. Voor andere toepassingen trachtten we steeds de gepaste lijm te gebruiken; knutsellijm, plakstift, sterke lijm en secondelijm. Eerst stond alles wat wankel maar samen zochten we hoe we dingen steviger konden maken. De kast in de EHBO-ruimte werd in één stuk gemaakt. We leerden dat een balk kan ontplooid worden en dan weer in een gestoken worden. We gingen samen op zoek naar de verschillende structuren bij het tegelleggen en ontwierpen zo een vloer. Na het maken van ons gebouw konden we door de verschillende ramen kijken en kwamen zo tot de vaststelling dat het zicht afhankelijk is van het standpunt.
De klas van meester Bert maakte een schommel draaimolen met spullen die de meester vond op het containerpark + knutselmateriaal van de klas.
Gebruikt materiaal:
Een houten plankje
Een ijzeren beugel
Een wieltje
Oude fotodoosjes (om stoeltjes te maken)
Touw
Duimspijkers
Papier
Sterretjes
Lijm
Vijzen en schroeven.
Houten doosjes.
Werkwijze:
Eerst werd het houten plankje op het juiste formaat gezaagd.
Een ijzeren beugel werd met schroeven op het houten plankje bevestigd.
Een wieltje werd op de ijzeren beugel bevestigd.
De oude fotodoosjes werden uitgeknipt in de vorm van stoeltjes
Met touw en duimspijkers werden de stoeltjes aan het wiel bevestigd.
Met papier, sterretjes en lijm werd de molen versierd.
Met papier werden kleine figuurtjes gemaakt die in de molen konden zitten.
Met twee houten doosjes werd een kassa gemaakt om bij de molen te plaatsen.
Werking van de molen:
Het wiel is aan de hand van een as met de beugel verbonden. Het wiel is dus in staat om soepel te draaien om de as.
De stoeltjes werden aan het wiel bevestigd aan de hand van touwtjes en duimspijkers.
Net zoals bij een echte schommelmolen, gaan de stoeltjes bij het draaien, schuin hangen en lijkt het alsof de stoeltjes naar boven komen. De verklaring hiervoor is de middelpuntvliedende kracht.
Wat is de middelpuntvliedende kracht?
Definitie: Kracht die materie van het middelpunt van rotatie wegduwt.
Met andere woorden. Wanneer de molen begint te draaien, worden de stoeltjes van het middelpunt van de molen weggeduwd. Hoe sneller de molen draait, hoe meer de stoeltjes weggeduwd worden. Hoe trager de molen draait, hoe meer de stoeltjes terug naar het middelpunt van de molen komen.
Wanneer de molen vertraagt, beginnen de stoeltjes langzaam terug bij elkaar te komen en te dalen.
De molen werd gemaakt naar voorbeeld van onderstaande molen:
Hoe gingen we te werk? We hebben gekozen om 3 soorten tuintjes te maken. Om de grote van de tuintjes te bepalen is de juf deze eerst gaan schetsen en heeft ze deze overgetekend op karton.
1) tuintjes van crêpe-papier We hebben allemaal bolletjes gerold van stukjes groen crêpe-papier. Achteraf hebben we deze bolletjes op 1 oppervlakt gekleefd. 2) tuintjes van watten We vulden een potje met water en deden er wat groene verf in. We mengden het water met de groene verf. De watjes werden in het groene water gedompeld en werden heel groen. De meeste hoeveelheid water werd uit de watjes geduwd en hierdoor kregen onze watjes een lichtere kleur. We moesten de watjes goed plat duwen tot platte schijfjes zodat de meeste vloeistof eruit was. De gekleurde watjes werden op 1 oppervlak gekleefd. 3) tuintjes van vilt we knipten stukjes vilt van een grote groene flap. Hoe groot en welke vorm de stukjes waren speelde geen rol. Achteraf kleefden we de stukjes vilt mozaïksgewijs op een oppervlak.
De ondergrond van de tuintjes was nu in orde. De tuintjes werden ook nog versierd met bloemetjes en boompjes. We maakten de stengeltjes van de bloemetjes met behulp van ijzerdraad. De juf gaf ons een stukje ijzerdraad en we draaide deze zorgvuldig rond een balpen. Op deze manier maakten we veertjes. Op ieder veertje werd een bloemetje geprikt en boven het bloemetje werd een pareltje bevestigd en vastgemaakt met behulp van een klein overschotje aan ijzerdraad. Het veertje werd door het karton geprikt en op de achterkant van het karton omgeplooid. De stam van de boom werd gemaakt door telkens twee kurken van wijnflessen bruin te schilderen en op elkaar te bevestigen met behulp van snelklevende lijm. Op de stam kwam een kruin door middel van groen kleurpapier samen te nieten.