Inhoud blog
  • roofblei
  • brasem
  • zeelt
  • karper
  • snoek
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    woorden boek
    soeken met muziek
    08-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.karper

    Karper /Cyprinus carpio

    Leefgebied / Gedrag

    Er bestaan 5 verschillende variëteiten met een eigen schubpatronen , maar allen stammen ze af van dezelfde wilde karper .

    De boerenkarper of wilde karper :
    De oervorm van onze inheemse karper . Ongelukkig genoeg steeds zeldzamer . Hij word vaak verward met de schubkarper , een van de meest voorkomende . Maar de wilde karper is slanker en heeft een rechtere rug . Daarbij is het lichaam cilindervormig . Ze worden ook minder groot en zijn reeds zeldzaam . Meest voorkomend in natuurlijke waters zoals de polderwaters .


    De schubkarper :
    Heeft een volledig schubbenpatroon over het ganse lichaam en is een van de meest voorkomende variëteiten . Er is weinig variatie in het schubbenpatroon waardoor herkenning van een eerder gevangen vis enorm moeilijk is .

    Schub 22kg & 16.75 kg - Kevin Berghmans

    De spiegelkarper :
    Een gekweekte variant die vele malen sneller groeit en tot de zwaarste karpers behoort . Hij dankt zijn naam aan het schubbenpatroon met alleen hier en daar een paar grote verspreid liggende schubben . Deze schubben kunnen op iedere willekeurige plaats op het lichaam van de vis voorkomen . Een vis die veel uitgezet is in privé-water en nu ook reeds algemeen voorkomt in openbare waters . Door zijn specifiek schubbenpatroon ook gemakkelijk herkenbaar .

    Spiegel - Kevin Berghmans
    De leder of naaktkarper :
    Gelijkt het meest op de spiegelkarper . Bij deze soort beperken de schubben zich tot een klein aantal bij de staartwortel en de rug of soms ontbreken ze bijna volledig .

    De rijenkarper :
    Is eigenlijk een spiegelkarper met één rij grote schubben over de zijlijn

    De graskarper :
    Dit is een exotische soort , maar in sommige waters uitgezet om te proberen de vegetatie in toom te houden . Wat niet echt een succes genoemd kan worden . Maar ondertussen hebben we er wel een karpersoort bij . Komt trouwens nog steeds slechts sporadisch voor en dit meestal in sierwaters . max gewicht circa 20kg bij 120cm .


    Max lengte / gewicht :
    Max lengte / gewicht :120cm / 35.4 kg . Huidig record schubkarper 35.4 kg Pieter Avonds uit Vosselaar op een niet nader genoemd Belgisch kanaal ( foto 3) . Mijn tot nu toe grootste karper ( foto 1) gevangen aan een marabou jig tijdens het baarzen.

    Leefgebied :
    In de eerste plaats een bodembewoner die echter graag komt zonnen aan het oppervlakte .
    Bewoond meestal langzaam stromende rivieren en stilstaand water maar komt ook voor in snelstromende rivieren waar hij zich toch meestal ophoud in de kalmere delen . Karpers houden van warm water , en ondiepe plassen en meren met flink wat waterplanten zijn hun natuurlijke habitat . Door uitzetting komen ze nu echter zowat in ieder water voor , maar om zich voort te planten hebben ze nog steeds ondiep warm water en watertemperaturen tot 15-20°c nodig .

    Eetgewoontes :
    Hoewel de karpers groot tot zeer groot kunnen worden bestaat hun natuurlijk voedsel menu uit minivoedsel , zoals muggenlarven , slakjes , mosselen , kleine insecten en alle soorten andere kleine waterdiertjes . Maar ook jonge waterplanten en wier versmaad hij niet . Hij is dus wat wij noemen een alleseter .
    Om zowel larvenomhulsels of slakkenhuisjes te vermorzelen is hij daarvoor toegerust met keeltanden waarmee hij die behuizingen kan kraken . Hierdoor kan hij ook de hardere boilies aan die wij karpervissers hem presenteren . En om de beginnende karpervissers gerust te stellen : deze keeltanden zijn trouwens volledig ongevaarlijk en snijden niet .
    Karpers kunnen zeer goed ruiken en proeven . Ze kunnen geur op grotere afstand waarnemen en beschikken over uitstekende smaakpapillen . Een kennis die we dan weer kunnen gebruiken voor het bereiden van aas en lokaas .
    Karpers foerageren en azen het meest tussen schemering en licht , zowel s' avonds als s' morgen . Alhoewel ze zoals ieder dier nooit de kans laten liggen op iets lekkers als dit voor hun bek komt .

    Aasgedrag op jaarbasis :
    Temperatuur en weertype beïnvloeden in grote mate het aasgedrag . Daarbij bevestigen de uitzonderingen zoals steeds de regel . Veel is ook afhankelijk van het soort viswater . In sierwater of op waters waar het voedselaanbod niet toereikend is kan de karper zelfs het ganse jaar door blijven azen . Omgekeerd kan ook , dan is het in alle gevallen vaak werken om een vis aan de lijn te krijgen . Dus zie onderstaand lijstje dan ook maar alleen als een algemene leidraad .
    December / Januari / Februari
    De karpers bevinden zich op diep water , eten weinig of niets en verplaatsen zich zelden . Sommigen graven zich zelfs gedeeltelijk in de modder in om het warmer te hebben . Weinig bemoedigend voor de karpervisser die in deze tijd veel aan het water verblijft om weinig of niets te vangen . Zonnige dagen geven nog de meeste kans op een aanbeet
    Maart / April
    De watertemperatuur stijgt langzaam met de eerste zonnige dagen . Ook onze karper wordt actiever . Hoe meer zon hoe vlugger het beter wordt . Voer echter niet te veel , ook nu is de karper nog maar in het begin van zijn activiteit en aast nog altijd sporadisch . Nu komt de karper ook vaak op de middag in ondiepe warmere zones .
    Mei / Juni
    Met het zonnige weer komt de karper echt op dreef . Op sommige dagen lijkt het of hij niet genoeg kan krijgen van het nu beschikbare voedsel . Deze maanden worden dan ook aanzien als een van de beste periodes . Dit is ook de paaiperiode en soms zijn ze in die tijd dan weer moeilijk te vangen alhoewel je ze dan vaak ziet en hoort als ze in de oevers rommelen. Kort daarna echter is het of ze alle energie die ze in het paren staken door voedselopname weer moeten aanvullen .
    Juli / Augustus
    Ook nu aast de karper volop . De aasperiodes concentreren zich in deze warmere periode echter steeds meer voor en na zonsop en ondergang . Dit zijn dan nu ook de beste tijden .
    September / oktober
    De temperatuur van het water begint te zakken en daarmee de karper activiteit . Hij komt kieskeuriger in het selecteren van zijn aas na de vraatperiodes van de afgelopen maanden . Soms lukt het iets beter met een totaal nieuwe flavour. Alhoewel er in die periode soms nog dagen kunnen voorkomen waarop de karpers plots explosief aan het azen slaan alsof zij een reserve willen opdoen voor de winter.
    November
    de karpers trekken naar hun winterkwartier en zijn nu bijna of niet meer te vangen buiten een toevalstreffer .

    Dressuur :
    Als we het over azen hebben , dan kunnen we niet voorbij dressuur . Er is reeds veel over geschreven en er zal nog veel over geschreven worden . In hoofdzaak komt het er op neer dat karpers niet dom zijn door ervaring leren .
    Er zijn twee soorten dressuur , namelijk stekdressuur en aasdressuur .
    Aasdressuur :
    Als op een en hetzelfde water het grootste deel van de vissers met hetzelfde aas vissen dan leert de karper dit aas als gevaarlijk herkennen . Zulke situaties komen vaak voor omdat sommige vissers met een bepaald aas veel vangen en dit door talrijke andere vissers nagevolgd wordt . Er worden hierdoor steeds minder karpers gevangen aan dat bepaald aas . Verandering van aas of presentatie kan die barrière doorbreken .
    Stekdressuur :
    Dit komt mijn inziens alleen voor bij individuele vissen die op een stek reeds verschillende malen gevangen werden en deze plaats gewoon mijden . Wat niet wil zeggen dat het daarom geen goede stek blijft . De karper kwam daar in de eerste plaats voor het voedselaanbod en dat is er nog steeds . Mijn ervaring is dat het formaat van de vissen op zo'n stel beduidend minder wordt .

    Visstekken

    Observatie
    Karper is in de eerste plaats een vis van de oevers .
    In water dat niet al te diep is zal de karper zijn aanwezigheid vaak zelf verraden . Waar moeten we op letten ?
    • Bellenblazers ; karper die in de bodem wroet laat daarbij in zachte bodem bellen naar het oppervlakte stijgen . Dat resulteert aan het oppervlakte in een drijvende plakkaat van kleine belletjes , net een schuimtapijt . Als je dit eenmaal zag , vergeet je het uitzicht nooit meer .
    • zonnebaders ; zeker in de zomer zie je geregeld karper juist onder het oppervlakte . mijn ervaring is dat ze dan vaak moeilijk vangbaar zijn .
    • Paaiende vis ; je ziet ze in de paaitijd vaak met veel rumoer aan de kant bezig. laat ze op dat moment met rust , het levert meestal alleen lijnzwemmers op en esthetisch is het niet verantwoord . In de schemering zijn ze dan echter wel vaak te vangen in de omgeving .
    • Bewegingen tussen verspreid staand riet en waterplanten . Karpers die tussen en rond waterplanten op zoek zijn naar voedsel zijn betrekkelijk gemakkelijk te vangen .
    • Kolken ; Karpers draaien vaak juist onder het oppervlakte en verraden door een grote kolk hun aanwezigheid . Meestal dicht bij de oevers .
    • Springen ; Op diep en groot water vaak de enige manier om karper te lokaliseren .
    • En als laatste zijn de inlichtingen van collega vissers vaak erg waardevol . Ook niet karpervissers zien vaak karpers en delen die informatie graag met u .
    Beloftevolle stekken
    Indien je door observatie geen karpers weet te spotten dan zijn er nog altijd de bijna steeds goed voor karper plaatsen .
    • Plantenbedden , overhangende struiken , bruggen , duikers , eilanden , sluizen , staketsels , kaaien , overhangende oevers , ook betonboorden , enz...
    • Overgangen van ondiep naar diep water , Zandbanken , plateaus , harde stukken op een modderbodem en inkomende geulen van beekjes .
    • Oevers waar de wind op staat en plaatsen waar het water eerst opwarmt.
    • Hotspots door voedselaanbod zoals muggenlaven , mosselbanken.

    08-09-2009 om 17:48 geschreven door dragonfire  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    07-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.snoek

    Snoek / Esox lucius

    Leefgebied / Gedrag
    Het vissen op snoek roept bij veel sportvissers emoties op . Hoewel hij de laatste jaren wat verdrongen is door de snoekbaars , blijft het toch nog steeds de meest tot de verbeelding sprekende roofvis . Het is dan ook de grootste zoetwater roofvis van onze lage landen .
    Max lengte / gewicht :
    Max lengte / gewicht :150cm / 25 kg - NL record : 137.5cm/17.25kg . Een + 1 meter snoek wordt bestempeld als groot , en is zeker geen regelmaat , eerder een uitzondering .
    Leefgebied :
    Komt voor in bijna alle Europese waters , met uitzondering van zeer snel stromend water . komt ook voor in de brakwaterzone van de Oostzee.
    Eetgewoontes :
    Deze vis is een typische roofvis , en dat is duidelijk te merken aan zijn torpedoachtige lichaamsbouw , maar het is allesbehalve een vrij actieve jager . Meestal valt hij zijn prooien aan vanuit een hinderlaag . Alles wat zich dicht genoeg in zijn omgeving waagt , wordt gegrepen met een snelle uitval . Oudere snoeken , die waarschijnlijk aan snelheid ingeboet hebben door hun leeftijd zoeken ook vaak de bodem af naar prooien en kadavers . Jongere snoeken zijn meestal iets actievere jagers . Zij hebben vaak nog geen vaste standplaats veroverd en gaan dus hun voedsel zoeken . Op het menu staan alle vissoorten en kleine waterdieren , en dit zijn vaak niet de kleinste . Hij pakt eenvoudig wat het meest beschikbaar is .Er is geen echt duidelijke trend wanneer de snoek wel of niet jaagt . Het is goed mogelijk hem op ieder moment van de dag te vangen , al zijn zo als steeds de ochtend en avond uren het productiefst . In de koude wintermaanden is hij wel minder actief , maar blijft eten , dan is het overdag vaak beter omdat de temperatuur dan vaak iets hoger ligt en de snoek dan iets actiever wordt .
    Visstekken
    Je treft snoek zowat overal aan . In kleine waters zijn de mogelijke snoekstekken vaak duidelijk te zien , dat zijn alle plaatsen die een mogelijke schuilplaats of dekking bieden van waaruit de snoek uit een hinderlaag kan aanvallen . In het waterliggende natuurlijke obstakels zoals takken en stenen , als kunstmatig aangebrachte zoals brugpeilers , sluizen , steigers , oeververstevigingen , aanlegpalen , kademuren , enz zijn prima snoekstekken . Verder zijn uitgeholde oevers , oeverbegroeiing , onderwater staande vegetatie en lelievelden een uitstekende schuilplaats . In grote waters en kanalen gaan dezelfde regels op , maar zijn bovenstaande dekkingen niet zo talrijk aanwezig of zichtbaar . Hier speelt de bodemstructuur een grote rol als schuilplaats . Voor ons vissers zijn deze natuurlijk niet zo gemakkelijk te spotten . Soms kan een visvinder hierbij helpen , maar meestal is ondervinding de beste leerschool . Taluuds , onderwater staande vegetatie , afstervende of opschietende lelievelden , diepere putten en onderwater heuveltjes komen hier dan ook als eerste in aanmerking .
    Het materiaal
    Hengels :
    Snoekvissen kun je op allerlei manieren , passief en actief , met of zonder dobber , met levend of met kunstaas . Voor al deze viswijzen is er wel een typische hengel , wat niet wil zeggen dat je het een niet met het ander kunt combineren . De hier opvolgende opsomming is dan ook maar een richtlijn . Er is echter geen enkele allround hengel te vinden waarmee men alles kan .
    1. Dobber oever hengel : Met deze hengel bedoel ik dus niet een hengel om vanuit een boot te vissen , maar wel om er de kanten mee af te zoeken . Zeker in onze niet te brede kanalen een ideale hengel . Dit soort hengel gebruiken we alleen in combinatie met een dobber en levende of dode aasvis . Omdat hiermee meestal onderaan , naast, over of boven de oeverversteviging en vegetatie gevist wordt , moet je beschikken over een redelijke lengte . van 4 / 5 meter . Met deze hengel hoeft zelden ver geworpen te worden . Voor deze hengel verkies ik hier een parabolische actie . De huidige moderne uitschuifbare hengels zijn hiervoor ideaal .

    2. Dobber boot hengel : Hier hoeven we natuurlijk niet ver te werpen . Daarbij is in een boot een kortere hengel comfortabeler . We kiezen dan ook voor een langere , soepele karperhengel . Werpgewicht rond de 200gr .

    3. Statisch met bodemlood : Voor deze manier van vissen kunnen verschillende hengels dienst doen , en dan denk ik hierbij in de eerste plaats aan alle lichte karperhengels .
      Het aas moet vaak over een redelijke afstand geworpen worden , en dan is een halfparabolische actieeen voordeel . Het aas wordt redelijk zacht geworpen , en de hengel heeft nog genoeg pit om de haak over een grote afstand te zetten . Werpgewicht tot 300 gram .

    4. Sleephengel : Ook hier gebruiken we meestal een karperhengel . De zwaarte van de hengel is dan afhankelijk van wat er gesleept wordt . Groot dood aas en grote pluggen vragen immers een krachtiger hengel dan een kleine slanke plug . Het is immers ook niet de bedoeling dat de hengel reeds tot in het handvat gebogen staat alleen door het slepen van een plug . Voor extra groot aas maak ik zelfs gebruik van een Ultra lichte , zeeboothengel +- 2.7 meter . 10-12 lbs .

    5. Kunstaashengels : Hier is veel afhankelijk van het soort kunstaas , en deze hengels zijn dan ook volledig beschreven in het hoofdstuk "Kunstaas"

    Molens :
    Een lichte molen waarop 100 meter draad kan is voor alle snoek voldoende . Vist u statisch , dan is een molen met baitrunner te overwegen . Verder natuurlijk een goed werkende slip .

    De lijn :
    Nylon komt steeds meer in de verdrukking . Bij geweven lijn is de verhouding lijndikte / trekkracht immers beduidend groter . lijndikte is weer afhankelijk van welke soort , maar een trekkracht van 4-5 kg is meestal voldoende . Verwacht je slechts vissen tot 3/4 kg dan mag het zelfs minder . Hoe dunner hoe meer kans , al is de kans dan ook reëel dat je problemen krijgt als er onverhoopt toch een kanjer aanbijt . Over de kleur van de lijn heeft iedereen zowat zijn mening ,mijn mening is dat de lijn liefst zo weinig mogelijk moet opvallen . Fluokleuren zijn dan ook niet aan mij besteed , ook al zie je de lijn beter bij het binnenvissen . Dat doet de vis immers ook .
    Diversen :
    Landingsnet : Vissen vanaf de kant , en zeker in kanalen met een vrij hoge oever , is een landingsnet met een lange steel een noodzaak . Daarbij moet het net zelf ruim genoeg zijn voor een flinke snoek . Wat al vlug op een breedte van 70cm komt . Vanuit een boot is een lange steel natuurlijk overbodig , en zelfs ongemakkelijk . Hier kun je trouwens perfect met de hand landen als je dit wilt .
    Schoudertas : Door het actief vissen verplaatsen wij ons geregeld . Hierin kunnen dan ook alle extra spullen . Zowel hengelspullen als regenkledij en dergelijke . Laad de tas echter niet te zwaar , je moet ze immers de gehele tijd dragen . Vis je statisch of vanuit een boot dan is dit geen belemmering , en mag het al iets meer zijn .
    Visakertje : Vis je met levend aas , dan is een klein keteltje met uitneembare geperforeerde binnenkant het praktisch . De uitneembare geperforeerde binnenbox heeft je de kans regelmatig het water te verversen , of je kan deze langs de oever in het water plaatsen . Maak het dan wel aan de oever vast . Voor de bootvisser bestaan er speciale visakkers die je buiten boord hangt .
    Klein materiaal :

    1. Dobbers : dit kunnen zowel peer of sigaarvormige dobbers , met of zonder loodverzwaring zijn . Voor het ondiep vissen tot 2.5 meter gebruik ik een vaste dobber . Bij het bodemvissen , of op dieper water neem ik uit noodzaak een schuifdobber . Om gebruik te maken van de wind kies je voor een zeildobber .
    2. Staaldraad : Vissen op snoek kan niet zonder stalen onderlijn . Je hebt de keuze uit verschillende soorten waaronder gecoat of ongecoat . Men zegt dat ongecoate onderlijnen de snoek meer schade toebrengen , maar zelf heb ik dat nog niet ondervonden . Wel is het zo dat ongecoate stalen onderlijnen op sommige waters verboden zijn , dus hou hier rekening mee . De meeste van deze staaldraad heeft ook te lijden van knikken tijdens het vissen , waardoor regelmatig vernieuwen noodzakelijk is .
      Er zijn ook onderlijnen van titanium met als voordelen , een hoge trekkracht bij een geringe diameter , slijtvast en geen rek. Komt ook steeds in zijn oorspronkelijke vorm , om het even in welke hoek de snoek de onderlijn ook buigt . Nadeel : je moet goed oppassen welke sleeves je gebruikt . Drennan , berkley en Spro sleeves schuiven na een tijdje over de gladde lijn . Momenteel gebruik ik een onbekend merk , en dit werkt voorbeeldig . Nu te verkrijgen in 30lb , 50lb en 70lb .
    3. Wartels : met of zonder speld . Gebruik steeds de beste kwaliteit . Enkele cent minder kan je de snoek van je leven kosten .
    4. Lood : zowel bodemlood als schuiflood voor de dobber .
    5. Onthaak materiaal : Een goede bektang met zo lang mogelijke bekken en verder een knijptang . Beksperwers zijn ondingen , die gooi je beter in de vuilnisemmer . Wat ik wel nog steeds bij heb is een stukje rubberdarm dat precies over mijn duim past . Dit laat me toe , wanneer nodig , de snoek toch in de bek vast te houden als onthaken niet op de gewone manier lukt .
    6. Haken : zowel dreggen , fleurhaken , als enkele haken in verschillende afmetingen
    7. Zwaar diepte lood , die ook een vaste dobber onderwater krijgt .
    8. Kunstaas , voor de benodigdheden kun je terecht in het hoofdstuk
      " Kunstaasvissen " .
    9. Andere klein materiaal dat het vissen aangenamer kan maken zoals : stuitjes , lijngeleiders , kraaltjes , enz....

    1-sigaarvormige snoekdobbers , meestal gebruikt voor doodaas . 2-zeildobber , sleepdobber en gewone snoekdobber . 3-gecoate stalen onderlijn 4-titanium onderlijn
    Aas
    Gebruikelijkst is een niet te kleine aasvis . Meestal een voorn . Een snoek kan echter beduidend grotere prooivissen aan . We hoeven dan ook niet bang te zijn om groter aas uit te proberen . Vis ik met levend aas , dan hou ik me bijna altijd aan de meest voorkomende maat van aasvis op dat moment in het water waar ik vis . Meestal is dat voorn van om en bij de 12 cm . Vis ik op de bodem of slepend vanuit de boot , dan is gebruik ik vaak een aasvis tot 20cm , ook meestal een voorn . Idem voor het bodemvissen , maar hier gebruik ik geregeld grotere andere aassoorten , tot zelfs hele makreel . Een goede regel voor het aas is : Groot water , groot aas . Wil je gericht op grote snoek vissen , doe dat dan ook niet met een voorntje van 8 cm , maar gebruik een aasvis die voor een grote snoek nog een behoorlijke maaltijd betekend , en geen snak . Over het gebruik van andere vissoorten zoals kleine karpertje , rode visjes , blei of kleine brasem , kan ik alleen zeggen dat het voor mezelf alleen minder vis betekende . Uiterst zelden wist ik hiermee een snoek te vangen , hoewel ik het nu en dan wel uitprobeerde . Het bevestigen van de aasvis kan op verschillende manieren , zie hiervoor "roofvismontages"

    07-09-2009 om 17:45 geschreven door dragonfire  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.snoek baars

    Snoekbaars / Stizostedion lucioperca / glasoog


    18.7 kg - 116cm - Australië - Danube rivier - 1990 - F. Kraus
    Leefgebied / gedrag
    Tegenwoordig is de snoekbaars de populairste en meest beviste roofvis . Vroeger was snoekbaars een zeldzame verschijning maar nu is hij in bijna alle waters te vinden , dit ten nadele van het snoekbestand . Voor de vangst van je eerste snoekbaars heb je niet veel nodig buiten wat optimisme , en ook dat maakt hem populair .
    Max lengte / gewicht :
    125 cm /15kg. In de recordlijsten zie je echter zelden een snoekbaars van een meter, maar ze zijn er wel . Een lengte van 80cm is reeds een zeer mooie vis , en bij 90cm spreken we over een vis die je niet ieder jaar vangt . In onze regio groeit de snoekbaars vrij snel , een lengte van 40cm wordt al na 3 kaar bereikt .
    Leefgebied :
    Vroeger was snoekbaars een zeldzame verschijning maar nu is hij in bijna alle waters te vinden , dit ten nadele van het snoekbestand . Hij vermijdt over het algemeen fel begroeide plaatsen en is eerder een jager in open water . Meestal is hij overdag te vinden bij de bodem , op diepere plaatsen , in troebel water , en op plaatsen waar de bodemstructuur grillig is . Door zijn lichtgevoelige ogen mijdt hij het daglicht en felle zon . Hij is dan ook nooit te vinden in ondiepe delen bij felle zon . In de wintermaanden , als de zon veel van haar kracht verloren heeft , of bij overtrokken en slecht weer , is hij dan soms wel weer overdag in ondiepe delen te vinden .
    Eetgewoontes :
    Een volwassen snoekbaars eet alle in een water voorkomende vissoorten . Heeft hij genoeg voedselaanbod dan is hij kieskeuriger , en jaagt hij op die soorten die zijn voorkeur wegdragen . Meestal is dit voorn tot 15 cm . Op andere plaatsen in bv Nederland , is dit spiering . Hoewel hij meestal op kleine vis jaagt , kan hij prooien tot 30% van zijn eigen gewicht aan . De snoekbaars is bij voorkeur actief in de vroege ochtend en avond . Op deze tijdstippen verlaat hij vaak de diepte en jaagt hij in de ondiepe delen .
    Visstekken
    Wat is nu een goeie snoekbaarsstek ? Heel veel vissers onderschatten juist dit uiterst belangrijk punt . Iemand die niet in staat is een goede stek te vinden zal zelden succesvol vissen . Zeker bij onze vriend de snoekbaars is dit nog meer dan bij andere vissoorten het geval .
    Goede snoekbaarsstekken :
    1. Alle plaatsen met bodemobstakels . Hiermee bedoel ik iedere plaats op de bodem met een of andere afwijkende structuur ; takken , zoetwater mosselvelden , plantengroei , stenen ,of zelfs in het water geworpen fietsen . Aangezien van dergelijke bodemobstakels aan het oppervlakte niets te zien is , zijn we aangewezen op onze eigen ervaring of deze van andere vissers om deze te vinden . Vanuit een boot en met gebruik van een visvinder , zijn deze plaatsen gemakkelijker te lokaliseren , waarbij we trouwens de aanwezigheid van vis kunnen opmerken .
    2. Beter te lokaliseren zijn alle door de mens aangebrachte zichtbare obstakels . Dit zijn ; bruggen , sluizen , steigers , oeververstevigingen , aanlegpalen , kademuren , enz.
    3. Het bodemprofiel . Dit is het moeilijkst te lokaliseren zonder visvinder , maar hier zijn wel de stekken waar we het meest aandacht aan besteden . Snoekbaars verblijft immers graag op de overgang van ondiep naar diep water . Dat kan zowel de vaargeul , een zwaaikom , onderaan een oeverversteviging , of een diepe put zijn .
    Stekken lokaliseren
    De gemakkelijkste manier en effectiefste manier is de kunst afkijken van anderen . Waar anderen vangen kan het niet slecht zijn . Zo kun je op enkele uurtjes langs het water , pratend met andere vissers meer te weten komen dan met jaren ondervinding . De meeste vissers , waartoe ik ook mezelf reken , zijn maar wat trots om u tijdens een babbel te vertellen waar ze die snoekbaars zopas wisten te vangen , of waar ze de afgelopen tijd goed wisten te vangen . Aan u om het te vragen . De grote en het gewicht zijn daarbij van weinig belang , maar wel de manier waarop er gevist is , slepend , met een dobber , hoe diep , boven op grond , met welk aas , op welke uren , dat zijn de belangrijkste factoren .
    Andere stekken zijn dan weer algemeen bekend en de hengelsportzaak in de buurt kan u vaak reeds enkele mooie stekken aanwijzen . Vaak zijn ze ook op de hoogte waar er op dit moment goed gevangen wordt en waarmee .Sommige stekken daarentegen zijn dan weer goed zichtbaar , of we kunnen veronderstellen waar ze zijn . Je weet steeds waar de vaargeul zich moet bevinden , of waar de oever plots overgaat naar de diepte . De exacte locatie is alleen een kwestie van peilen .
    Een andere manier is met de visvinder . Dit kan echter meestal alleen vanuit een boot , maar is wel de perfecte manier om een water in kaart te brengen . Hiervoor verwijs ik je graag naar het hoofdstuk over de "visvinder" waar dit uitgebreid aan bod komt .
    Materiaal
    Hengels :
    Snoekbaarsvissen kun je op allerlei manieren , passief en actief , met of zonder dobber , met levend of met kunstaas . Voor al deze viswijzen is er wel een typische hengel , wat niet wil zeggen dat je het een niet met het ander kunt combineren . De hier opvolgende opsomming is dan ook maar een richtlijn . Er is echter geen enkele allround hengel te vinden waarmee men alles kan .

    Dobberhengel :
    ideale lengte ; rond de 3,5 meter voor vaste dobbers en rond de 2.7 meter voor schuifdobbers . Waarschijnlijk de meest gebruikte snoekbaarshengel . Bij een dobberhengel ligt de nadruk op een zachte actie . Je begint de ruggengraat pas te voelen als hij tot ver in het handvat gebogen staat . Een voordeel hiervan is dat je zelden een aasvisje bij de inworp kwijtraakt . Bij de aanslag moet de hengel echter wel fel naar achter doorgetrokken worden om de haak goed te zetten . Deze hengel kan men nog kiezen in een zware en lichte uitvoering . De lichte uitvoering wordt meest gebruikt voor kleine aasvisjes , terwijl de zwaardere uitvoering eerder gebruikt wordt voor grote aasvissen of dood aas . Zelf gebruik ik hiervoor meestal een van mijn matchhengel . Deze hengel zorgt wel voor veel spektakel aan de waterkant . Zelfs een snoekbaars van amper 50 cm trekt de hengel krom tot in het handvat en drillen moet dan ook met de meeste omzichtigheid gebeuren . Gelukkig kom snoekbaars zelden voor in fel begroeide delen , en heb ik de ruimte voor de dril

    Op de stoot hengel :
    Hiermee bedoel ik een hengel waarmee je het aas continu uitgooit en weer binnensleept . De hengel moet om die reden zo licht mogelijk zijn , met een lengte van ongeveer 2.7 m . Hij mag ook niet te strak zijn wil je niet bij iedere worp je aasvisje of visfladdertje verspelen . Toch moet het mogelijk zijn om iedere oneffenheid , talud , of obstakel te voelen tijdens het binnenvissen . Deze eigenschappen vind je in de huidige carbongeneratie . Zelf heb ik hiervoor nog een hengel van de oude generatie , namelijk een Hardy Benelux . Deze hengel met een lengte van 2.45 meter is speciaal gemaakt voor het werpen met kleine vis of visfladdertje . Hij is zo soepel dat het niet mogelijk is er bij de minste beet mee aan te slaan , hij heeft je integendeel de kans om het miste stootje op de aasvis te zien waarna je onmiddellijk lijn kunt geven . Een vaak uiterst succesvolle , maar moeilijke hengel . Voor het meer gewone werk neem ik een van mijn plughengels .

    Oever sleephengel :
    Met deze hengel bedoel ik dus niet een hengel om vanuit een boot te slepen , maar wel om er de kanten mee af te zoeken . Zeker in onze niet te brede kanalen een ideale hengel . Meestal kun je deze ook nog gebruiken als lichte snoekhengel . Dit soort hengel gebruiken we alleen in combinatie met een dobber en levende of dode aasvis . Omdat hiermee meestal onderaan , naast of boven de oeverversteviging gevist wordt , moet je beschikken over een redelijke lengte . van 4.5 / 5 meter .

    Statisch met bodemlood :
    Voor deze manier van vissen kunnen verschillende hengels dienst doen , en dan denk ik hierbij aan alle lichte karperhengels .

    Kunstaashengels :
    Hier is veel afhankelijk van het soort kunstaas , en deze hengels zijn dan ook volledig beschreven in het hoofdstuk "Kunstaas"

    Molens :
    Een lichte molen waarop max. 100 meter draad kan is voor alle snoekbaars voldoende . Vist u statisch , dan is een molen met baitrunner te overwegen . Verder natuurlijk een goed werkende slip .
    De lijn :
    Ook hier weer nylon of geweven lijn . Zelf ben ik voorstander van geweven lijn omdat deze geen rek bezit en het contact met het aas en de vis veel directer is . Toch heeft ook Nylon zijn voordeel bij het snoekbaarzen . Het is immers beduidend minder zichtbaar dan geweven lijn . Dit probleem kun je echter oplossen door het gebruik van een onderlijn uit nylon of fluocarbon . De lijndikte is weer afhankelijk van welke soort , maar een trekkracht van 4-5 kg is meestal voldoende . Verwacht je slechts vissen tot 3/4 kg dan mag het zelfs minder . Hoe dunner hoe meer kans , al is de kans dan ook reëel dat je problemen krijgt als er onverhoopt toch een kanjer aanbijt . Over de kleur van de lijn heeft iedereen zowat zijn mening ,mijn mening is dat de lijn liefst zo weinig mogelijk moet opvallen . Fluokleuren zijn dan ook niet aan mij besteed , ook al zie je de lijn beter bij het binnenvissen . Dat doet de vis immers ook .
    Diversen
    Landingsnet :
    Vissen vanaf de kant , en zeker in kanalen met een vrij hoge oever , is een landingsnet met een lange steel een noodzaak . Daarbij moet het net zelf ruim genoeg zijn voor een flinke snoekbaars . Wat al vlug op een breedte van 70cm komt . Vanuit een boot is een lange steel natuurlijk overbodig , en zelfs ongemakkelijk . Hier kun je trouwens perfect met de hand landen als je dit wilt .
    Schoudertas :
    Door het actief vissen verplaatsen wij ons geregeld . Hierin kunnen dan ook alle extra spullen . Zowel hengelspullen als regenkledij en dergelijke . Laad de tas echter niet te zwaar , je moet ze immers de gehele tijd dragen . Vis je statisch of vanuit een boot dan is dit geen belemmering , en mag het al iets meer zijn .
    Visakertje :
    Vis je met levend aas , dan is een klein keteltje met uitneembare geperforeerde binnenkant het praktisch . De uitneembare geperforeerde binnenbox heeft je de kans regelmatig het water te verversen , of je kan deze langs de oever in het water plaatsen . Maak het dan wel aan de oever vast .
    Klein materiaal :
    Dobbers , haken , onthaak materiaal , lood , onderlijnen , wartels , stuitjes en andere klein materiaal dat in bepaalde gevallen gemakkelijk kan zijn . .
    Snoekbaarsregels
    1. Snoekbaarzen hebben een voorliefde voor troebel , voedselrijke wateren .
    2. Gedurende de zomer azen snoekbaarzen het meest 's avonds en 's nachts.
    3. In de koude jaargetijden is de middag vaak beter .
    4. Snoekbaars is op kanalen en rivieren makkelijker te lokaliseren en te vangen dan op grote meren en vijvers .
    5. Ze zijn liefhebbers van afwisselend weer met wisselend licht .
    6. In de winter vind je ze op de diepste plaatsen .
    7. In de zomer vind je ze vaak op juist heel ondiep water .
    8. Met grotere aassoorten vang je grotere , maar ook minder snoekbaars.
    9. Kleinere , maar meer snoekbaars vang je met klein kunstaas .
    10. Ze zitten meestal in scholen , dus vang je er een , dan volgen er vaak meerdere op dezelfde plaats
    11. Langzaam vissen met variaties vangt meestal beter dan vlug .
    12. Actief vissen levert altijd meer snoekbaars op dan statisch vissen op dezelfde plaats .
    13. De snoekbaars opzoeken is de boodschap . Krijg je binnen de 20 minuten geen aanbeet op je stek dan probeer je het elders .
    14. Voor grote snoekbaars mag het iets meer zijn , iets zwaardere uitrusting , maar belangrijker ; iets groter aas .
    15. Voor grote snoekbaars moet je op groot water zoeken . Alleen daar kun je gericht de grote jongens belagen . Meren , grote rivieren en stuwmeren .
    16. Beste tijd : direct na de paaitijd begin tot halfweg juni afhankelijk van het weer . Dan moet de snoekbaars zijn reserves weer opbouwen .

    07-09-2009 om 17:42 geschreven door dragonfire  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.meerval

    Leefgebied / Gedrag
    De laatste jaren is de belangstelling voor deze vis enorm toegenomen . En dit omdat je ze nu namelijk ook goed kunt vangen in Frankrijk , Spanje , en Italië . Hierdoor hoef je geen grote reizen of dure expedities meer te maken , en komt het binnen ieders bereik . Wat niet wil zeggen dat je er niet de nodige moeite moet voor doen . Zomaar even een weekend naar Spanje vliegen en denken dat het je wel zal lukken is nog steeds dromen . Ook het vangen van deze reuzenvis is niet voor iedereen weggelegd . Maar met wat goede voorbereiding en wat geluk moet het zeker lukken . Meerval is niet zomaar een vis , het is de grootste vis in Europa . Het heeft dan ook veel voldoening als je als visser voor het eerst een van deze reuzen kunt vangen . Hou daar dan ook rekening mee , en behandel de vis op een verantwoorde manier en bescherm zo u sport voor latere generaties .
    Max lengte / gewicht :
    Max 500cm / 306kg
    . Net als bij veel andere vissoorten komen er kleurvariaties voor . En meerval is meestal donker maar kunnen ook licht van kleur zijn .
    Leefgebied / gedrag :
    zoetwater , brakwater - tot -30 meter . Midden en Oost Europa tot ver in Azië . Het natuurlijke verspreidingsgebied is sterk verschoven en dit gedeeltelijk door uitzettingen . De zuurstofbehoefte van de meerval is niet erg hoog en is te vergelijken met karper . Een hoog hemoglobinegehalte in het bloed maakt het mogelijk van de geringste hoeveelheden zuurstof in het water te benutten . Samen met een goed ontwikkeld huidademhalingsysteem draagt dit bij aan de overlevingskansen onder ongunstige omstandigheden . De vis beschikt ook over geavanceerde reuk en smaaksensoren die samen met het zijlijnorgaan een grote rol spelen bij het lokaliseren van prooi . De ogen zijn geschikt om zowel in licht als donker te jagen . De activiteit van de meerval word sterk beïnvloed door luchtdrukschommelingen en temperatuurswijzigingen . Paaien doet de vis in de zomer bij temperaturen boven de 18°c . Komt hoofdzakelijk voor in grote rivieren , meren en stuwmeren , occasioneel in brak water.
    Eetgewoontes :
    Stijgt de watertemperatuur dan wordt de meerval actiever en stijgt bijgevolg zijn voedselopname . In de zomer eet de meerval het meest . Ze zijn ook uiterst vraatzuchtig net voor en na de paaiperiode . Daarbij is deze vis het meest actief bij schemer en nacht , waarbij hij jaagt op een grote variatie van prooidieren . Een volwassen meerval is trouw aan zijn standplaats en jaagt in de buurt hiervan . Tijdens onweersbuien , en als het water hierdoor vertroebeld verlaat de meerval graag zijn oorspronkelijk jachtgebied en gaat vaker verder op strooptocht . Ook bij overstromingen gebeurd het vaak dat meervallen hiervan gebruik maken om in het nieuwe gebied te jagen .
    Als de meerval goed los is , kun je er vaak meerdere tot veel vangen . Het komt echter ook voor dat je weken moet ploeteren voor een aanbeet . Het is dus wel een visserij waarbij je soms wat moet doorzetten en niet opgeven .
    Visstekken
    De algemene regel is : Overdag de diepere gedeeltes van de rivier en bij nacht vooral de ondiepere platen en oevers , ook rietkragen en onder overhangende bomen .
    Andere regels zijn : Bij een dalende of normale waterstand blijft de meerval in zijn jachtgebied . Dit zijn de diepe , langzaam stromende tot stilstaande watergedeelten . Vaak ook in het mondingsgebied van kleine zijriviertjes . Bij een dergelijke waterstand kan op alle dieptes , op de bodem tot net onder het oppervlakte gevist worden . Bij een weersverandering / onweer en de daarbij horende licht verhoogde waterstand zoekt hij vaak de ondiepere en snelstromende watergebieden af . Bij overstroming kan het zelfs nuttig zijn tegen de overstroomde oevers aan te vissen . In deze periode versmaad hij zelfs geen landdiertjes zoals Wormen , kikkers en muizen .
    Grote meren , en daarbij denken we vooral aan de stuwmeren zijn relatief nieuwe gebieden en geen natuurlijk milieu van de meerval . Toch hebben ze het hier blijkbaar echt naar hun zin en zijn het momenteel een van de drukst beviste meervalstekken . Aan de meeste stuwmeren zijn de topstekken reeds een open boek geworden , dus even informeren en je hebt zo een stek gevonden . Wat natuurlijk niet wil zeggen dat je met wat observatie en vaak met gebruik van een visvinder geen nieuwe ongekende topstek kunt ontdekken .

    Zo ziet het er vaak onderwater uit aan de Ebro .

    07-09-2009 om 17:38 geschreven door dragonfire  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    05-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.over deze site

    dit is een site waar je woorden op kunt zoeken

    05-09-2009 om 21:02 geschreven door dragonfire  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)


    Archief per week
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs