De Noorse Boskat hoort, net als de Maine Coon, bij de 'natuurrassen'. Het zijn katten met een halflangharige vacht, die glad neerhangt over een wollige ondervacht. Hij heeft een volle kaag. Er zijn geen voorschriften voor de kleuren in de standaard opgenomen, behalve de beperking dat er geen kleuren bij andere rassen 'geleend' mogen worden, dit om het ras zo zuiver mogelijk te houden.
De Maine Coon is het oudste langharige ras uit Noord-Amerika. Ze werd al in de jaren zestig van de 19de eeuw op niet-officiële kattenshows in Amerika getoond.
Ook dit ras hoort bij de 'natuurrassen'. Het zijn grote, sterke katten met een dichte, ruige, maar toch soepele vacht.
Bij de Maine Coon zijn er geen kleurvoorschriften in de standaard opgenomen, maar wel dezelfde beperking als bij de Noorse Boskat, namelijk dat er geen kleuren mogen worden ingefokt, die niet al binnen het ras voorhanden zijn (Chocolate, Lilac en Siamese aftekeningen).
Vacht: Lang, volle kraag rond de nek. Fijn en glanzend, licht gekruld op de buik, klit niet snel.
Eigenschappen: Sterk, gedrongen lichaam met dikke poten. Grote, ronde witte voetjes. Bij de achterpoten loopt deze witte kleuring aan de achterkant verder door naar boven. De kop is rond. Middelgrote oren met een ronde bovenkant. Blauwe ogen, bijna rond en ietwat schuinstaand. De staart is van gemiddelde lengte en borstelig, met lang, fijn haar.
Vacht: Elke kleur en kleurencombinaties, maar wel natuurlijke kleuren
Veel mensen verwarren de Angora met Perzen. Dit is echter geheel onjuist. Perzen zijn veel zwaarder en compacter gebouwd. Bovendien mist de Angora de dichte ondervacht van de Pers.
Uiterlijk: Een slanke, elegante, soepele en goed gespierde kat, met dun uitlopende lijnen. Lange smalle hals, en lang, slank lichaam dat een elegante indruk wekt, maar toch gespierd is. De benen zijn fijn en lang, de poten klein en ovaal. De zeer lange dunne staart is ook aan het begin smal, en loopt naar het einde toe spits uit. De middelgrote kop is wigvormig, met rechte lijnen, een lange rechte neus, smalle snoet en middelgrote kin. De oren zijn groot, bovenaan goed gespitst, maar breed aan de basis. De ogen zijn middelgroot, amandelvormig, en lichtjes schuin ingeplant; levendig groen
Vacht: Fijn en zijig, middellang op het lichaam, lang aan de halskraag, de schouders en de staart die de vorm van een vederbosje heeft. De wollige ondervacht ontbreekt.
Uiterlijk: De ideale Balinees is slank, elegant, soepel en desondanks gespierd. Hals en lichaam zijn lang en slank, de schouders niet breder dan de heupen. De lange fijne benen hebben kleine ovale poten. De zeer lange dunne staart loopt spits uit. De kop is middelgroot met rechte lijnen. De lange rechte neus verlengt de voorhoofdlijn zonder stop. De snoet is smal; de grote spitse oren zijn breed aan de basis. Ook hebben Balinezen altijd blauwe ogen. Die kleur is, net als bij de Siamees, gekoppeld aan de 'Siamese' aftekening.
Vacht: De vacht is fijn en zijdeachtig, middellang op het lichaam, wat korter in de halskraag, op de schouders en de staart, die de vorm heeft van een vederbosje. Geen wollige ondervacht.
Lichaam: Een middelgrote, waakzame kat, gespierd, soepel en krachtig, maar niet zwaar gebouwd, 2,5 tot 4.5 kg, met goed geproportioneerde benen, waarbij de achterste benen wat langer zijn dan de voorste. De middellange staart is krachtig aan de basis en loopt spits uit. Het gezicht is hartvormig, de neus vertoont een lichte stop, en is aan het puntje en de spiegel naar achter gebogen zoals bij een leeuw. De grote, ronde ogen lijken bijna te groot en zijn fel groen. De oren zijn groot, breed aan de basis en aan de top lichtjes afgerond. De korte tot middellange vacht ligt dicht tegen het lichaam, is glanzend en fijn en heeft de neiging zich langs de ruggengraat te splitsen als de kat zich beweegt.
Een levendige, actieve, zeer behendige en speelse kat. Houdt niet van drukte en lawaai. Hij heeft een rustige omgeving nodig. Weinig sociaal met soortgenoten, gereserveerd tegenover vreemden. Zacht, heel vriendelijk, uiterst gevoelig, erg gehecht aan zijn baas. Hij eist veel liefde en aandacht op. Hij heeft een melodieuze stem. Makkelijke vachtverzorging, wekelijks borstelen volstaat.
De kop is ronder en de lichaamsbouw compacter. De neus vertoont een duidelijke stop. Mooie koperkleurige of oranje ogen zijn voor de blauwe Britse korthaar 'verplicht'.
Goede eigenschappen: Zachtmoedig, onafhankelijk, karakter; levenslustig; kan alleen blijven; makkelijk te verzorgen
Kleur: De meeste erkende kleuren zijn toegestaan. De vachtlengte is dubbel, met een dikke korte ondervacht en een iets langere bovenvacht.
Eigenschappen: Ronde kop met korte neus en grote, ronde ogen. Vrij lange oren die hoog op de kop staan en iets naar buiten gericht zijn. De punt van de oren is smal en rond. Een sterk en gedrongen lichaam, de achterkant steekt boven de schouders uit. De achterpoten zijn langer dan de voorpoten, de poten zijn erg gespierd. De voetjes zijn groot en rond en de kleur van de voetkussentjes moet bij de vachtkleur passen. Als beide ouders Rumpies en dus helemaal staartloos zijn, worden de kittens vaak dood geboren. Dit gebeurd bij ongeveer een kwart van alle paringen waarbij twee Manxen betrokken zijn. In een fokprogramma moeten altijd Stumpies of Longies gebruikt worden.
Deze kat heeft een uitstekend karakter en past zich makkelijk aan verschillende levensstijlen aan. Sociaal, aanvaardt andere huisdieren. Geduldig met kinderen, lief naar zijn baas. Robuust, levendig, actief, een goede jager. De vruchtbaarheid van dit ras is lager dan gemiddeld bij katten. De kittens groeien traag. De fok kent heel wat problemen. Homozygote kittens (MM: dragers van twee dominante mutatiegenen) sterven in de baarmoeder als gevolg van onvolledige ontwikkeling van het ruggenmerg. Alle Manx katten zijn dus heterozygoot (Mm). Twee rumpy katten mogen niet met elkaar gekruist worden in verband met de mogelijke fatale gencombinatie. Om dit te vermijden raadt met aan de Manx te kruisen met een Amerikaans of Brits Korthaar wetende dat niet alle kittens uit het nest Manx katten zullen zijn. Hun verzorging is makkelijk.
Kleur: bruin, champagne, platinum (=lilac), crème, rood, blauw, chocolate schildpad, lilac shildpad, blauw schildpad en bruin schildpad. De vacht is kort, glad en glanzend.
Eigenschappen: is middelgroot, gespierd lichaam met ronde borst en rechte rust. Slanke poten, achterpoten zijn iets langer dan voorpoten, voetjes zijn ovaal van vorm. Driehoekige kop met grote ogen die aan de onderkant rond zijn. Ogen zijn goudgeel tot bruingeel van kleur. Oren zijn middelgroot en staan naar buiten. De contouren van de oren volgen de lijn van het gezicht en zijn van boven afgerond. Rechte staart, die tot aan de schouder moet kunnen reiken.
Je kunt een Burmees leren apporteren, net als een hond.
Lichaam: Een actieve kate, prachtig van kleur en gemiddeld van grootte met goed ontwikkelde spieren. Het lichaam is bevallig en heeft als bijzonder kenmerk een losse huidplooi, die zich vanaf de flank tot aan de achterste knie uitstrekt. De achterbenen zijn in verhouding tot de voorste iets langer, wat indruk wekt dat de kat achteraan op haar tippen loopt. De poten zijn smal en sierlijk en maar lichtjes ovaal, bijna rond. De middellange staart is dik aan de inplanting en loopt uit op een fijne spits. Op de toppen van de oren kunnen haarplukjes zitten. De grote, amandelvormige, ver uit elkaar staande ogen zijn licht kruisbesgroen. De jongen hebben vaak nog barnsteenkleurige ogen.
Uiterlijk: Een sierlijke kat met een lang lichaam, middelsterk gestel, lange rechte hals, fijne hoge benen en kleine ovale poten. De voeten zijn donker lavendelkleurig. De staart is tamelijk lang en loopt spits uit. Krachtige kin en sterk geaccentueerde snorhaarkussentjes. De grote amandelvormige ogen staan ver uit elkaar en hebben een felle, levendige groene kleur.
Vacht: De vacht is kort, dicht, heel fijn, pluizig rechtopstaand, zacht en zijig. Russisch blauw heeft een dubbele vacht
Herkomst: In 1814 is ze vanuit Bangkok mee naar Engeland gereisd.
Kleur: Verschillend
Gewicht: 6,5 kg
Een slanke, elegante, soepele en gespierde kat, met een lange, slanke hals en een lichaam met schouders die niet breder zijn dan de heupen. Een Oosterse korthaar heeft dezelfde lichaamsbouw als een Siamees. De benen zijn lang en fijn met kleine ovale poten. De zeer lange dunne staart is dun aan het begin en loopt op een spits uit. Wigvormige kop met rechte neus, smalle snoet en middelgroot voorhoofd. De grote oren zijn breed aan de basis en spits uitlopend. De middelgrote ogen zijn amandelvormig, felgroen en lichtjes schuin ingeplant. De vacht is heel kort, fijn, zijig glanzend, en dicht tegen het lichaam liggend.
Herkomst: Verre Oosten. Er zijn 2 verschillende siamezen uit het Verre Oosten ingevoerd: een dampkleurige met donkere aftekeningen en blauwe ogen en een chocoladekleurige met eveneens donkere aftekeningen, maar goudkleurige ogen. De eerste werd royal siamese genoemd, de laatste siamese
Kleur: De lichaamskleur moet gelijkmatig zijn, in duidelijk contrast met de aftekening. Het gezichtsmasker, de aftekening op de oren, benen en staart zijn kenmerkend.
Karakter: Siamezen waarderen hun soortgenoten, knopen vriendschappen aan met honden, maar houden het meest van de mens. Ze hebben een enorm grote behoefte aan menselijk gezelschap. Ze vraagen om geaaid te worden, vlijen hun kop in de handen van de tweevoeter, nestelen zich rond schouders en hals en wrijven hun flanken in de schoot van de mens. De siamees haat het om alleen te zijn, ze kletsen graag en antwoorden met 'gezang' als ze hun naam horen. Wie wil, kan zijn siamees africhten. Aan de voet, gaat ze zonder commando, apporteert, springt, rolt en verdwijnt op verzoek.