Deze morgen eens al mijn enveloppes opengedaan die ik nog liggen had. Ik heb de gewoonte om ze een tijdje op een hoopje te leggen en er niet in te kijken, uitstellen van het bange gevoel zeker, van hoeveel het nu weer zal zijn. Of alweer een rappel.
Ik schrijf dan alles netjes op wat er nog moet betaald worden en wat het dringendste is. Das iedere keer weer puzzelen en doen. Beetje bij beetje schuift het wel op, maar dan komen er weer nieuwe dingen bij.
Och wat zou het leuk zijn om eens een grote som van ergens te ontvangen en eens alles in 1 keer te kunnen betalen, ik zou nog een beetje goed slapen die nacht.
Maar het zal wel hier alleen niet zijn zeker, de maanden liggen zo dicht op elkaar, ik benijd de gasten die thuis nog veilig bij hun ouders wonen en zich enkel zorgen moeten maken om hun gsm-rekening. Veilig onder moeders vleugels. En ze weten en beseffen het niet eens.
Ze willen allemaal rap volwassen zijn en op eigen benen staan, maar daar denken ze niet aan, de maandelijkse zorgen, de verantwoordelijkheid.
Ik wil hier zeker niet zitten zagen hoor want ik weet dat er zijn die het nog slechter hebben dan ikzelf. Maar verdorie het zijn toch kopzorgen.
1 keer mijn brievenbus opendoen en een cheque vinden met een bedrag met 5 nullen, zou zalig zijn, ik zou nog nooit zo rap in de bank gestaan hebben en dan met plezier rekening voor rekening betalen tot het hele hoopje weggewerkt is en mijn bakje te betalen leeg.
Dromen mag toch hé.
Maar voorlopig liggen ze netjes op een hoopje, gesorteerd, de enveloppes bij het oud papier. Ze liggen te wachten tot ... , ja, tot wanneer ?
Tot ik een verwittiging krijg, een dwangbevel, post van het deurwaarderskantoor, Niet moeilijk dat ik schrik iedere keer als er iemand op mijn bel duwt of als mijn telefoon rinkelt. Je zou voor minder.
|